Vragen van het lid Ronnes (CDA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat legionella doden blijft maken door de lakse bouwwereld (ingezonden 15 september 2017).

Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 14 november 2017) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 162.

Vraag 1

Kent u het bericht «Door lakse bouwwereld blijft legionella doden maken»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de conclusie van het kennisinstituut ISSO dat de bouw de gevaren van legionella blijft onderschatten en dat er daardoor elk jaar onnodig tientallen doden vallen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is de rol van uw ministerie geweest bij de aanpak van het probleem?

Antwoord 2

Ik ben het met ISSO eens dat een goed ontwerp en correcte aanleg van de drinkwaterinstallatie belangrijk is om groei van legionella in drinkwater te voorkomen. Ik vind het ook goed dat dit door ISSO onder de aandacht wordt gebracht. Door mijn ambtsvoorganger en de ambtsvoorganger van de Minister van IenW is al eerder geconstateerd dat dit onderwerp aandacht behoeft. In de brief aan uw Kamer van 2 maart 2016 (Kamerstuk 34 297, nr. 3) stelt de Minister van Infrastructuur en Milieu dat «legionellapreventie bij het ontwerpen en bouwen van een gebouw nog te weinig aandacht krijgt, en de installateurs (die pas laat in het proces worden ingeschakeld) zich dan voor voldongen feiten geplaatst zien.» In de brief aan uw Kamer van 7 november 2016 (Kamerstuk 27 625, nr. 379) meldt de Minister van IenM dat mijn ambtsvoorganger een subsidie heeft verleend voor het opstellen van een CUR-Aanbeveling specifiek gericht op het legionellaveilig ontwerpen van gebouwen. Naast de praktijkrichtlijnen van ISSO, die vooral van belang zijn voor de waterleidinginstallateurs, kan dit instrument er voor zorgen dat ook in de ontwerpfase rekening wordt gehouden met het voorkomen van legionella. Deze CUR-Aanbeveling 120 Legionellaveilige gebouwen is in juni 2017 uitgebracht.

Voor wat betreft het aantal slachtoffers dat genoemd is in de vraag het volgende: Aangetoond is dat een deel van de patiënten besmet wordt via een drinkwaterinstallatie, maar er zijn ook andere besmettingsbronnen van legionella, zoals whirlpools en natte koeltorens. Dat betekent dat niet alle sterfte aan legionella kan worden toegeschreven aan drinkwaterinstallaties. Er is dus onvoldoende onderbouwing voor de stelling in het genoemde krantenartikel dat er jaarlijks enkele tientallen onnodige doden vallen door onderschatting van de gevaren bij de aanleg van drinkwaterinstallaties. Zie verder ook mijn antwoord op vraag 4.

Vraag 3

Klopt het dat de zogenaamde praktijkrichtlijnen voor het aanbrengen van koude en warme zones nauwelijks toegepast worden? Wie houdt daar toezicht op of zou dat moeten doen? Deelt u de gedachte dat als een gebouw eenmaal bouwkundig is ingedeeld, het afwijken van de richtlijnen soms onvermijdelijk is? Zo ja, wat is dan het nut van het opstellen van regels?

Antwoord 3

De stelling dat praktijkrichtlijnen nauwelijks worden toegepast is een constatering van ISSO op basis van een online enquête die circa 250 personen hebben ingevuld. Ik beschik niet over concrete informatie die deze stelling bevestigt.

De in de vraag bedoelde praktijkrichtlijnen zijn ISSO-richtlijnen die een praktische invulling geven aan de eisen uit de norm NEN 1006 die in het Bouwbesluit 2012 van toepassing is voor drinkwaterinstallaties. Het toezicht op de naleving van het Bouwbesluit 2012 is een taak van de gemeente. Ik deel de gedachte dat als bij het ontwerp van een gebouw onvoldoende rekening is gehouden met de regels, dit bij de uitvoering er toe kan leiden dat ook uiteindelijk niet aan de regels uit het Bouwbesluit kan worden voldaan. Dit betekent praktisch dat voor de naleving van het Bouwbesluit zowel het ontwerp als de uitvoering moeten voldoen. De in mijn antwoord op vraag 2 genoemde CUR-Aanbeveling beoogt dat een ontwerp zo wordt gemaakt dat de uitvoering op de bouwplaats daadwerkelijk kan voldoen aan de regels.

Vraag 4

Deelt u de conclusie dat legionella 20 tot 30 dodelijke slachtoffers per jaar veroorzaakt en een veelvoud aan zieken? Hoe verklaart u dat kennelijk bewustwording, aandacht en controle te kort schieten? Welke stappen worden of zijn ondernomen om bewustwording, aandacht en controle beter te organiseren?

Antwoord 4

Een deel van de patiënten loopt Legionellose op in het buitenland, een deel in Nederland. Hieronder wordt nader ingegaan op de patiënten die in Nederland met de Legionellabacterie zijn besmet. In de jaren 2005–2016 varieerde het aantal overlijdens tussen de 8 en 20 personen. In 2017 zijn tot en met september 20 overlijdens gemeld bij het RIVM. Het aantal ziektegevallen door de Legionellabacterie ligt inderdaad hoger. Het aantal in Nederland opgelopen infecties varieerde in de periode 2005–2016 tussen 135 en 324, waarbij er de laatste jaren sprake is van een stijgende trend. Het werkelijke aantal zieken door een Legionella-infectie is waarschijnlijk hoger. Door beperkingen in de diagnostiek kan de infectie bij een deel van de patiënten niet worden vastgesteld. Zoals ook uit mijn antwoord op vraag 2 blijkt was tot nu toe vooral bij het ontwerp van gebouwen onvoldoende aandacht voor de problematiek. De recent uitgebrachte CUR-Aanbeveling 120 zal naar verwachting er voor zorgen dat bij het ontwerp van gebouwgebonden waterleidinginstallaties beter rekening gehouden wordt met het voorkomen van legionella. Ook kan deze CUR-aanbeveling door gemeenten gebruikt worden bij de beoordeling van bouwplannen en het toezicht op de uitvoering.

Naar boven