Vragen van de leden Diks en Van der Lee (beiden GroenLinks) aan de Ministers van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en van Economische Zaken en Klimaat en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Palmolieproducent verstopt «foute» plantage in schaduwbedrijf en maskeert ontbossing» (ingezonden 21 juni 2018).

Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking), mede namns de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 17 september 2018).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Palmolieproducent verstopt «foute» plantage in schaduwbedrijf en maskeert ontbossing»1?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat is uw oordeel over het feit dat palmoliebedrijven in Indonesië, Maleisië en Papoea-Nieuw-Guinea goochelen met eigendomsstructuren om zo hun betrokkenheid bij ontbossing te maskeren?

Antwoord 2

Het artikel in het Financieel Dagblad is gebaseerd op een onderzoek van Chain Reaction Research getiteld «Shadow Companies Present Palm Oil Investor Risks and Undermine NDPE Efforts». Dit rapport toont verontrustende en ongewenste praktijken door palmolieproducenten en illustreert de transparantie-uitdagingen rondom NDPE-eisen (No Deforestation, no Peat, no Exploitation) die bedrijven stellen aan de palmolie die zij kopen.

Vraag 3 en 4

Hoe verklaart u dat deze bedrijven op het oog lijken te kunnen voldoen aan (Europese en nationale) regels voor duurzame palmolie, terwijl zij tegelijkertijd kwetsbare veenmoerassen en delen van het regenwoud om blijven zetten in nieuwe palmolieplantages, met alle negatieve klimaat- en sociale gevolgen van dien?

Wat dient er volgens u extra te gebeuren in de handhaving van huidige wet- en regelgeving om dit type schadelijke regelontwijking te bestrijden, of zijn de huidige wet- en regelgeving en de handhaving daarvan gewoonweg onvoldoende sluitend om dit type ontwijking te bestrijden?

Antwoord 3 en 4

De onderzoekers geven aan dat ze op dit moment geen fraude, illegale of criminele activiteiten van een van de palmolie producerende partijen veronderstellen, maar wijzen op ondoorzichtige eigendomsstructuren en mogelijk misbruik daarvan. Hiermee maakt het rapport duidelijk dat er ruimte is om de transparantie van eigendomsstructuren van bedrijven in productielanden te verbeteren. De recente Presidential Regulation No. 13 in Indonesië is een voorbeeld van nationale regelgeving gericht op het vergroten van de transparantie in eigendomsstructuren. Dat is in alle landen wenselijk.

Vraag 5

Bent u bereid te bevorderen dat in Nederland, Europa en internationaal wet- en regelgeving en de handhaving daarvan wordt aangescherpt om paal en perk te stellen aan dit soort praktijken?

Antwoord 5

De bevordering van betere wet- en regelgeving en de handhaving daarvan in productielanden maakt onderdeel uit van het Nederlands beleid gericht op verduurzaming van palmolie, zoals ook geschetst in de kamerbrief van 27 februari 2017 (Kamerstuk 30 196, nr. 539). Het rapport wijst op ondoorzichtige eigendomsstructuren van palmolieproducenten in Indonesië, Maleisië en Papoea-Nieuw-Guinea. Aanpassing van de wetgeving daar omtrent is aan deze landen zelf, en vormt nu geen reden om de wet- en regelgeving in Nederland of Europa aan te scherpen. In Nederland verwacht het kabinet wel dat – mede op basis van de OESO-richtlijnen – bedrijven zelf hoge prioriteit leggen bij het monitoren van hun eigen commitments en het nemen van maatregelen wanneer zaken niet goed verlopen. Het rapport laat ook zien dat dit vaak gebeurt; bedrijven hebben in de afgelopen jaren hun handelscontact verbroken met bedrijven die er schaduwpraktijken op na hielden en leningen door banken aan dergelijke partijen zijn beëindigd.

Wat betreft de regelgeving en handhaving in productielanden, bekijkt het kabinet of Nederland in het kader van het Amsterdam Verklaringen Partnerschap (voor duurzame palmolie en tegen ontbossing) met Duitsland, Denemarken, Frankrijk, Noorwegen, Italië en het Verenigd Koninkrijk samen kan werken met productielanden om de transparantie in eigendomsstructuren te verbeteren.

Vraag 6

Is het niet noodzakelijk om certificering van palmolie verplichtend op te leggen en een internationaal lichaam te creëren, dat als taak krijgt om actief ontwijking van certificering te voorkomen en te bestrijden? Zo ja, bent u bereid te bevorderen dat een dergelijk internationaal lichaam wordt ingesteld?

Antwoord 6

Nederland is koploper in de inzet op de verduurzaming van palmolie. Momenteel wordt meer dan 90 procent van alle palmolie voor de voedingsmiddelensector in Nederland RSPO-gecertificeerd (volgens de Ronde Tafel voor Duurzame Palmolie) ingekocht. Het rapport – dat overigens niet in gaat op certificering zoals die van de RSPO, maar zich richt op de NDPE-committeringen van bedrijven – geeft ook geen aanwijzing dat dergelijke certificering wordt ontdoken en dat het beleid moet worden aangepast.

Vraag 7

Welke andere stappen bent u bereid te zetten om oneigenlijke ontbossing, verdroging van veengronden en de daaraan gekoppelde opwarming van de aarde en vernietiging van natuur tegen te gaan?

Antwoord 7

Via een reeks van activiteiten wordt samen met partners, ook in EU-verband, ingezet op het terugdringen van ontbossing wereldwijd, onder meer door het versterken van forest governance (beleid, wet- en regelgeving, en handhaving daarvan). Daarnaast wordt onder andere ondersteuning gegeven aan de Tropical Forest Alliance 2020, die in samenwerking met overheden, bedrijven en NGO’s werkt aan het bevorderen, versterken en monitoren van commitments van bedrijven om ontbossing te stoppen. Door de verhoging van het budget voor klimaat en ontwikkeling zal de komende tijd ook meer ruimte ontstaan voor nieuwe activiteiten die bijdragen aan het tot staan brengen van ontbossing, het ontzien van kwetsbare veengronden en het beperken van de daaraan gekoppelde opwarming van de aarde, in het belang van mens en natuur.


X Noot
1

Financieel Dagblad, 21 juni 2018

Naar boven