Vragen van het lid Karabulut (SP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Defensie over de verwerving van gevechtsvesten in het kader van het VOSS-project door het Israëlisch concern Elbit (ingezonden 25 juli 2018).

Antwoord van Staatssecretaris Visser (Defensie), mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 7 september 2018). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 2894.

Vraag 1

Herinnert u zich het debat over het verslag van het algemeen overleg (VAO) Materieel van 5 juli 2018 over de A-brief over het Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS), waarin u stelde dat het contract met Elbit al in 2015 is gesloten?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Herinnert u zich het kort geding dat de firma Sagem aanspande omdat zij niet kon meedingen naar de order in 2015 (Sagem was – overigens net als het bedrijf Cassidian – een deelnemer in de competitie voor de order toen)?2

Antwoord 2

Ja. Overigens ging dit kort geding niet over het feit dat Sagem niet kon meedingen naar de order, maar over het feit dat deze order niet aan hen werd gegund.

Vraag 3

Deelt u de opvatting dat het argument van de rechtbank dat Sagem toentertijd te laat was, nu niet van toepassing kan zijn omdat het hier immers de A-fase van een nieuw project betreft?

Antwoord 3

Dit is niet aan de orde. Defensie maakt gebruik van een optie binnen de overeenkomst die met Elbit is gesloten in het kader van het project VOSS. Een optie is een contractbepaling die voorziet in de mogelijkheid om onder een bestaand contract een aantal goederen extra af te nemen tegen een vooraf bepaalde prijs.

Vraag 4

Deelt u de opvatting dat door de nu gekozen «van de plank»-werkwijze andere firma’s dan Elbit, zoals Sagem of Cassidian, de kans ontnomen is mee te dingen naar het VOSS-project zoals op 7 mei 2018 aan de Kamer is gepresenteerd? Zo nee, kunt u dat toelichten?3

Antwoord 4

Zie mijn antwoord op vraag 3. Het gebruik maken van de optie draagt bij aan een doelmatige verwerving en zorgt ervoor dat er niet meerdere typen gevechtsvesten worden verworven. Dit draagt bij aan logistieke voordelen zoals uitwisselbaarheid en efficiënter voorraadbeheer en tevens aan snellere vervulling van de operationele behoefte en verbeterde veiligheid. Deze werkwijze is gangbaar en berust op het geldend beleid.

Vraag 5

Blijft u van opvatting in het licht van deze feiten dat de procedure van het Defensie Materieel Proces correct wordt toegepast?4 Kunt u dat toelichten?

Antwoord 5

Ja, het DMP biedt de ruimte voor de aanpak zoals in dit geval voorzien, namelijk door gebruik te maken van een optie in een bestaand contract (VOSS).

Vraag 6

Herinnert u zich de beslissing en de beargumentering van het pensioenfonds PGGM om per 1 januari 2012 investeringen in surveillance apparatuur van Elbit te beëindigen, omdat de Advisory Opinion van het Internationaal Gerechtshof leidraad moet zijn in de samenwerking met Israëlische firma’s?5

Antwoord 6

Het kabinet heeft kennisgenomen van het besluit van PGGM.

Vraag 7

Deelt u de opvatting dat op de firma Elbit ook het differentiëringbeleid moet worden toegepast, zoals geldt voor bedrijven die zakendoen met illegale nederzettingen in bezet gebied?6 Zo nee, waarom niet en hoe verhoudt zich dat tot resolutie 2334 van de VN Veiligheidsraad, artikel 5?7 Kunt u dit uitgebreid toelichten?

Antwoord 7

De Nederlandse overheid ontmoedigt al jaren economische relaties met bedrijven in Israëlische nederzettingen in bezet gebied. Dit beleid is van toepassing op activiteiten van Nederlandse bedrijven, als die direct bijdragen aan de aanleg en instandhouding van nederzettingen of als die de aanleg of instandhouding ervan direct faciliteren. Het gaat hierbij om activiteiten in nederzettingen, activiteiten met bedrijven gevestigd in nederzettingen en activiteiten buiten nederzettingen die ten gunste komen aan nederzettingen. Zie ook de Kamerbrief over betrokkenheid van de Nederlandse ambassade bij een actiemaand van de Israëlische supermarktketen Shufersal van 4 december 2017 (Kamerstuk 23 432, nr. 443). Daarnaast heeft de Nederlandse overheid een eigen verantwoordelijkheid om niet betrokken te zijn bij dergelijke activiteiten.

De verwerving van gevechtsvesten in het kader van het VOSS-project door het Israëlisch concern Elbit heeft geen betrekking op bovengenoemde activiteiten. In deze samenwerkingsrelatie is dan ook geen sprake van een bijdrage aan of facilitering van de aanleg of instandhouding van nederzettingen. Tegen deze achtergrond is er geen aanleiding voor een herziening van de samenwerkingsrelatie met dit bedrijf.


X Noot
1

»Het contract met Elbit is al in 2015 gesloten.» Staatssecretaris van Defensie, VAO 5 juli 2018, in reactie op motie 27 830, nr. 253 van het lid Karabulut.

X Noot
2

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBDHA:2014:13395. «Aanbestedingsprocedure betreffende het Smart Vest. De eisende partij heeft diverse argumenten naar voren gebracht op grond waarvan volgens haar moet worden geoordeeld dat de Staat heeft gehandeld in strijd met zijn verplichting om alle inschrijvers gelijk te behandelen en transparant te handelen bij het selecteren van een leverancier. Dit wordt door de voorzieningenrechter niet gevolgd. Ten aanzien van een aantal bezwaren heeft de eisende partij haar recht verwerkt om hierover te klagen. Zij had deze bezwaren veel eerder aan de Staat kenbaar kunnen en moeten maken.»

X Noot
3

Stop wapenhandel, «Combat proven Nederlandse militaire relaties met Israël», p. 14 en 15.

http://www.stopwapenhandel.org/sites/stopwapenhandel.org/files/Militaire%20relaties%20Israel%20final%20version.pdf

X Noot
5

https://www.pggm.nl/wat-doen-we/uitsluitingen/Paginas/Uitsluitingenlijst-ondernemingen.aspx, https://www.pggm.nl/wat-doen-we/uitsluitingen/Paginas/Toelichting-Elbit-Systems.aspx. «Het Internationaal Gerechtshof heeft in 2004 in een Advisory Opinion geconcludeerd dat de bouw van de Israëlische afscheidingsmuur voor zover deze over Palestijns gebied loopt, strijdig is met het internationaal humanitair recht. Internationale organisaties, waaronder de Algemene Vergadering en de Mensenrechtenraad van de VN, ondersteunen deze conclusie in verschillende resoluties die wereldwijd draagvlak hebben. In Israël wordt deze interpretatie van de toepassing van het internationaal recht betwist.»

X Noot
6

Elbit adverteert met «battle proven»-producten. Zie pagina 15 van het rapport Combat proven over de advertentie van Elbit, «Battle proven solutions connecting between all the echelons in any combat scenarios. http://www.stopwapenhandel.org/sites/stopwapenhandel.org/files/Militaire%20relaties%20Israel%20final%20version.pdf

Europees differentiëringbeleid: http://www.consilium.europa.eu/en/press/press-releases/2016/01/18/fac-conclusions-mepp/. «The EU and its Member States are committed to ensure continued, full and effective implementation of existing EU legislation and bilateral arrangements applicable to settlements products. The EU expresses its commitment to ensure that – in line with international law – all agreements between the State of Israel and the EU must unequivocally and explicitly indicate their inapplicability to the territories occupied by Israel in 1967. This does not constitute a boycott of Israel which the EU strongly opposes.»

X Noot
7

http://www.un.org/webcast/pdfs/SRES2334–2016.pdf. «Calls upon all States, bearing in mind paragraph 1 of this resolution, to distinguish, in their relevant dealings, between the territory of the State of Israel and the territories occupied since 1967.»

Naar boven