Vragen het lid Kuiken (PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de wijze waarop een aangifte van een verkrachting is behandeld door de politie (ingezonden 6 augustus 2018).

Mededeling van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 29 augustus 2018).

Vraag 1

Kent u het bericht «Politie maakt excuses aan Limburgse vrouw die is verkracht door tbs'er: «We hebben te weinig oog gehad voor het slachtoffer»»1 en herinnert u zich de schriftelijke vragen over de «Hoornse zedenzaak»?2

Vraag 2

Deelt u de mening dat de melding van de teamchef van de politie aan het slachtoffer dat het belang van het slachtoffer in het politieonderzoek onvoldoende is meegewogen in deze zaak als een understatement kan worden gezien? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Hoe kan het dat er volgens de politie binnen de kaders is gewerkt terwijl de politie zelf erkent dat er fouten zijn gemaakt in de behandeling van deze aangifte? Wat zijn die kaders en zijn ze dan niet te ruim? Hoe gaat ervoor worden gezorgd dat binnen die kaders de positie van het slachtoffer belangrijker wordt?

Vraag 4

Wordt er nog steeds tegen slachtoffers van verkrachting gezegd dat het doen van aangifte voor het slachtoffer vervelende consequenties kan hebben of wordt het slachtoffer op andere wijze onder druk gezet om geen aangifte te doen? Zo ja, waarom? Zo nee, waar blijkt dat uit?

Vraag 5

Deelt u de mening van de advocaat van het slachtoffer met kritische vragen niks mis is maar dat het besef dat valse aangiften voorkomen, er niet toe moet leiden dat verhoorders al met die bril op het verhoor ingaan? Zo ja, waarom en hoe kan worden voorkomen dat verhoorders toch met die bril het verhoor ingaan? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Wat gaat u doen om er voor te zorgen dat slachtoffers van zedenmisdrijven te allen tijde door de politie serieus behandeld worden? Hoe gaat u de praktijk van aangiften bij zedenzaken verder verbeteren?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Kuiken (PvdA) van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de wijze waarop een aangifte van een verkrachting is behandeld door de politie (ingezonden 6 augustus 2018) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven