Vragen van het lid Van den Hul (PvdA) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat één op de acht universitaire masteropleidingen hbo-studenten weert (ingezonden 21 juni 2018).

Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 16 juli 2018).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht dat het bij één op de acht universitaire masteropleidingen onmogelijk is om als hbo-student een master te volgen?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de situatie waarbij een flink aantal masteropleidingen geen of beperkt toegang biedt tot een schakelprogramma voor toegang tot de masteropleiding en soms ook expliciet vermelden geen toegang te bieden aan hbo-studenten?

Antwoord 2

Ik vind het van belang dat studenten die dat kunnen en willen door kunnen stromen naar een masteropleiding. Instellingen hebben daarom de wettelijke opdracht studenten te ondersteunen die redelijkerwijs en binnen een redelijke termijn bepaalde deficiënties kunnen wegwerken en daarmee aan het instroomniveau van de gewenste master voldoen. Dit gebeurt met schakeltrajecten, vaak «premaster» genoemd. Dit kan in de vorm van een voorgestructureerd programma, maar er kan ook op individuele basis bekeken worden of de student met ondersteuning vanuit de instelling de tekortkoming binnen redelijke termijn weg zou kunnen werken. Uit het bericht van de LSVb blijkt ook dat er in veel gevallen iets mogelijk blijkt wanneer de student zelf contact opneemt met de instelling. Uit eerder onderzoek van ResearchNed (Kamerstuk 31 288, nr. 580) blijkt overigens dat er veel goed gaat rond schakeltrajecten en dat veel studenten via schakeltrajecten doorstromen naar de universiteit. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat alle universiteiten en het merendeel van hogescholen schakeltrajecten aanbieden. Ongeveer 16 procent van de wo-masterinstroom heeft een schakeltraject gevolgd. Dit komt neer op zo’n 7.000 schakelstudenten. Schakelstudenten geven daarbij aan tevreden te zijn over inhoud en aanbod van schakeltrajecten.

Vraag 3

In welke mate is dit strijdig met wetgeving over het aanbod van schakeltrajecten tussen opleidingen waaronder die tussen hbo en wetenschappelijk onderwijs (wo), of strijdig met de geest waarin eerder dergelijke wetgeving is vastgesteld en waarbij hbo'ers moeten kunnen doorstromen naar het wo?

Antwoord 3

Zie mijn antwoord op vraag 2.

Vraag 4

Deelt u de mening dat het noodzakelijk is dat hbo'ers een dergelijke overbruggingsroute kunnen krijgen richting een wo-master in het kader van doorstroom en stapelmogelijkheden en dat het niet of onduidelijk aanbieden van dergelijke trajecten daar niet aan bijdraagt? Zo ja, wat betekent dit voor uw signaal richting deze opleidingen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Ik vind doorstroommogelijkheden ook heel belangrijk en schakeltrajecten zijn een belangrijk instrument om die doorstroom te bevorderen. Ik ben van mening dat wanneer een student redelijkerwijs en binnen een redelijke termijn bepaalde deficiënties kan wegwerken en daarmee aan het instroomniveau van de gewenste master voldoet, hij of zij deze mogelijkheid moet krijgen. Duidelijke communicatie over de mogelijkheden is uiteraard van belang.

Vraag 5

Bent u bereid om in gesprek te gaan met de wo-instellingen om hierin verbetering en verduidelijking aan te brengen, zodat hbo'ers er zeker van zijn dat zij na een afgeronde hbo-opleiding een passend schakeltraject kunnen volgen richting een wo-master? Zo, nee waarom niet?

Antwoord 5

Ik vind het goed dat de LSVb deze inventarisatie heeft gedaan. Ik zal de Inspectie ook vragen hiernaar te kijken.


X Noot
1

«Universiteiten maken het hbo’ers lastig: Eén op de acht weert ze in masters», Trouw 18 juni 2018 – https://www.trouw.nl/home/een-op-de-acht-universitaire-masters-weert-hbo-studenten~a920c6f8/

Naar boven