Vragen van de leden Van Helvert en Omtzigt (beiden CDA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het steunprogramma aan de Syrische gewapende oppositie (ingezonden 22 juni 2018).

Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 11 juli 2018).

Vraag 1

Herinnert u zich dat u aan de Kamer meedeelde dat het steunprogramma aan de Syrische gewapende oppositie doorlopend wordt gemonitord door Nederland en door de uitvoerders van de programma’s en dat een externe evaluatie heeft plaatsgevonden?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wanneer heeft die externe evaluatie plaatsgevonden, wie heeft hem uitgevoerd, wat was de vraagstelling en wat waren de conclusies en aanbevelingen?

Antwoord 2

De externe evaluatie is uitgevoerd van november 2016 tot en met januari 2017. De organisatie die de evaluatie heeft uitgevoerd heeft expliciet verzocht om niet publiek bekend te worden gemaakt in verband met veiligheid van de medewerkers. Geëvalueerd is of: 1. geleverde goederen bij de juiste groepen aankwamen; 2. de groepen de juiste ondersteuning ontvingen (aansluitend bij behoeften) en; 3. het functioneren van het monitoring en evaluatiesysteem van het programma.

De goederen zijn tijdig bij de juiste groepen geleverd. De geleverde voedselpakketten, voertuigen en communicatieapparatuur werden door de groepen als noodzakelijk ondersteuning ervaren. Het rapport plaatste kanttekeningen bij de monitoring/evaluatie. Op basis daarvan is de monitoring verbeterd door meer steun via een andere uitvoerder te laten verlopen die beter zicht had op de situatie ter plekke en een beter lokaal netwerk had in Syrië.

De in de evaluatie aangekaarte aandachtspunten over monitoring/evaluatie had het kabinet in 2015 grotendeels ingecalculeerd aangezien dit programma in een hoog risico oorlogsgebied werd uitgevoerd -waar Nederland zelf geen permanente presentie heeft voor controle en evaluatie-, en waarbij ook politiek veel op het spel stond (namelijk het voortbestaan van een gematigde Syrische oppositie).

Eind januari 2018 heeft het kabinet besloten de onafhankelijke evaluatiedienst van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (IOB) een onderzoek te laten doen naar de monitoring van de Nederlandse programma’s in Syrië waaronder NLA. Deze doorlichting is thans gaande. De uitkomsten zal ik met de Kamer delen.

Vraag 3

Kunt u de externe evaluatie aan de Kamer doen toekomen?

Antwoord 3

Informatie over dit project, zoals vermeld in de externe evaluatie zijn staatsgeheim. Dit in verband met de veiligheid van de betrokken partijen.

Vraag 4

Aan hoeveel verschillende groepen is steun verschaft?

Antwoord 4

De VS heeft voor zover bekend in Syrië tenminste 70 groepen doorgelicht die in aanmerking kwamen voor steun. Van de door VS gescreende groepen heeft Nederland aan 22 groepen steun verleend. De groepen werden door Nederland geselecteerd op basis van additionele eigen screening en vastgestelde criteria. Dit betrof criteria om samenwerking met extremistische groepen uit te sluiten, om zeker te stellen dat groepen een inclusieve politieke oplossing nastreven en om te garanderen dat groepen gecommitteerd zijn aan de naleving van het humanitair oorlogsrecht.

Aanvullend werd gekeken naar de relevantie van de groepen op de grond, vertegenwoordiging in het politieke proces, en de behoeften van de groepen in relatie tot hetgeen zij van andere landen ontvingen.

Vraag 5

Aan hoeveel groepen is de steun stopgezet omdat zij niet (langer) aan de voorwaarden voldeden? Kunt u aangeven aan welke voorwaarden zij niet langer voldeden?

Antwoord 5

De kamer is hierover per brief op 23 januari 2018 vertrouwelijk geïnformeerd.

Vraag 6

Kunt u de overdrachtsbewijzen van goederen ter inzage leggen bij de Kamer? Zo nee, hoe kan de Kamer dan controle uitoefenen?

Antwoord 6

Informatie over dit project, waaronder de overdrachtsbewijzen, is staatsgeheim.

Nu het NLA programma is beëindigd, heeft het Kabinet de auditdienst Rijk gevraagd onderzoek te doen. Het kabinet zal de uitkomsten van het onderzoek vertrouwelijk met de Kamer delen in het najaar van 2018.

Vraag 7

Hoeveel en wat voor een soort voertuigen zijn door Nederland aan de Syrische gewapende oppositie verschaft?

Antwoord 7

Via het NLA programma zijn 313 voertuigen geleverd sinds de start van het programma (1 mei 2015). Over details van geleverde producten doet het kabinet geen publieke uitspraken omdat de producten daarmee herleidbaar zouden kunnen zijn en de veiligheid van de betreffende groepen in gevaar zou kunnen worden gebracht.

Vraag 8

Zijn er ooit voertuigen, die Nederland geleverd heeft, in handen gevallen van extremistische groepen? Zo ja, hoeveel?

Antwoord 8

Voor zover bekend is dit niet het geval.

Vraag 9

Worden/zijn voertuigen die Nederland geleverd heeft aan de Syrische gewapende oppositie gebruikt door het Vrije Syrisch Leger, dat zij aan zij vecht met Turkije in Afrin en omgeving?

Antwoord 9

De gematigde gewapende oppositie heeft voertuigen in gebruik die door Nederland zijn geleverd. Uit veiligheidsoverwegingen maakt het kabinet echter geen informatie openbaar waaruit kan worden afgeleid welke groepen door Nederland werden gesteund of waar ze zich destijds of momenteel bevinden.

Vraag 10

Welke doelen zijn bereikt met het steunprogramma aan de Syrische gewapende oppositie?

Antwoord 10

Steun aan de gewapende oppositie via Non-Lethal Assistance (NLA) was de afgelopen jaren onderdeel van geïntegreerd Nederlands beleid op Syrië. De kamer is gedurende de loop van het programma regelmatig via kamerbrieven en antwoorden op schriftelijke vragen geïnformeerd over het NLA-programma, de Nederlandse bijdragen en resultaten. De belangrijkste doelen van het programma waren het bieden van een alternatief voor extremistische groeperingen en te voorkomen dat de gematigde oppositie in verdrukking zou raken tussen het regime en extremistische groeperingen. Hiermee werd zorg gedragen voor enige voet aan de grond voor de oppositie ter ondersteuning van het politiek proces onder leiding van speciaal VN-gezant Staffan de Mistura. Daarnaast beoogde steun aan de gematigde gewapende oppositie gunstigere voorwaarden voor gematigd bestuur en stabilisatie-projecten in Syrië te creëren. Deze doelen zijn gedurende het NLA programma overeind gebleven. Het is evident dat de situatie in Syrië inmiddels zodanig is veranderd in het voordeel van het Syrische regime, dat de oppositie onvoldoende stand heeft kunnen houden.

Vraag 11

Kunt u deze vragen een voor een en binnen een week beantwoorden?

Antwoord 11

De vragen zijn zo snel mogelijk beantwoord.


X Noot
1

Kamerstuk 32 623, nr. 201

Naar boven