Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de Staatssecretaris van Financiën over de uitgaven en de resultaten van de Investeringsagenda van de Belastingdienst en de gevolgen voor de plannen uit het regeerakkoord (ingezonden 9 mei 2018).

Antwoord van Staatssecretaris Snel (Financiën) (ontvangen 31 mei 2018).

Vraag 1

Herinnert u zich dat uw voorganger in 2015 begonnen is met de Investeringsagenda van de Belastingdienst, een programma dat u nu gaat herijken?

Antwoord 1

De herijking van de Investeringsagenda heeft in 2017 plaats gevonden.1 In de Aprilbrief heb ik de aanpak van beheerste vernieuwing aangekondigd.

Vraag 2

Kunt u een precies overzicht geven van de totale middelen die zijn uitgegeven aan deze Investeringsagenda tussen 2014 en nu?

Antwoord 2

Onderstaand overzicht geeft de uitgaven per jaar weer met het voor de Investeringsagenda vrijgegeven budget. Ten opzichte van het overzicht in mijn brief «besteding Investeringsagenda-middelen» van 9 oktober is het overzicht bijgewerkt t/m februari 2018.2

Uitgaven (x 1 miljoen euro)

2015

2016

2017

t/m februari 2018

a) Instroom personeel

17

35

81

b) Randvoorwaardelijk (activiteiten die randvoorwaardelijk zijn voor het slagen van de Investeringsagenda)

38

17

51

16

c) Projecten

15

35

4

d) Vertrekregeling/Switch (werk- en mobiliteitsbedrijf van de Belastingdienst)

182

91

16

Totaal

38

231

212

44

X Noot
1

De uitputting van budget voor de instroom van eigen personeel wordt niet maandelijks afzonderlijk gemonitord en is in dit overzicht gelijk gesteld aan 2/12e van het voor instroom toegekende budget.

Vraag 3

Kunt u een precies overzicht geven van de van te voren vastgestelde doelen van deze Investeringsagenda, die tot nu toe gehaald zijn?

Antwoord 3

De hoofddoelstellingen van de Investeringsagenda zijn «Beter, Goedkoper en Meer in control». De vernieuwingsopgave van de Belastingdienst bevat een financiële besparing oplopend tot structureel € 292 miljoen vanaf 2020. Deze besparing komt voort uit een beoogde uitstroom van circa 5.000 fte lager gekwalificeerd personeel als gevolg van een voorziene productiviteitsverhoging. Daarnaast is een instroom van circa 1.500 fte met vaardigheden voorzien die passen in de nieuwe werkwijze.3

In de herijking van de Investeringsagenda, waarover u in september 2017 bent geïnformeerd, is met betrekking tot de vernieuwingsopgave gefocust op zes van de dertien primaire processen.4 De geraamde werkpakketreductie binnen de voor de herijking gestarte projecten en de zes primaire processen telt op tot 2.400 fte waarvan reeds 550 fte is gerealiseerd zoals gemeld in de Kamerbrief herijking van 19 september. De overige werkpakketreductie zal door efficiencybesparingen en binnen de overige zeven en ondersteunende processen worden gerealiseerd. Begin maart 2018 is met vijf nieuwe projecten gestart, zoals is toegelicht in de Kamerbrief over beheerste vernieuwing.5 Deze vijf projecten leiden tot een verwachte werkpakketreductie van circa 550 fte. In lijn met de aanpak van beheerste vernieuwing zijn andere projecten in voorbereiding, die ook zullen bijdragen aan de beoogde werkpakketreductie.6

De herijking van de Investeringsagenda heeft als doel de Belastingdienst efficiënter en effectiever te maken en de interactie met de belastingbetaler te moderniseren.7 Dit is vertaald naar een groot aantal projecten waarover uw Kamer in september 2017 is geïnformeerd.

Vraag 4

Kunt u aangeven hoeveel middelen beschikbaar zijn voor de herijkte agenda?

Antwoord 4

In tabel 2 van bijlage 1 bij de Kamerbrief beheerst vernieuwen is de beoogde besteding van de resterende beschikbare middelen uiteen gezet.8 Daaruit blijkt dat er na Voorjaarsnotabesluitvorming cumulatief (tot en met 2024) nog € 1.171 miljoen voor beheerst vernieuwen beschikbaar is op de Aanvullende Post.

Tabel 2: Beoogde besteding IA-budget (€ x mln.)

Omschrijving

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024 e.v.

Cumulatief

1. Vernieuwing investeringen

39

135

125

105

93

81

76

654

2. Reguliere modernisering

0

65

78

85

75

64

54

421

3. Stabiliteit uitvoering

0

20

28

29

19

0

0

97

4. TOTAAL

39

220

231

219

187

145

130

1.171

Vraag 5

Kunt u aangeven of er enig zicht is dat er per jaar 750 miljoen euro extra geïnd wordt zoals beoogd met de Investeringsagenda?

Antwoord 5

Zoals mijn voorganger de Kamer in zijn brief van 30 juni 2016 heeft laten weten en ik in mijn brief van 23 februari jl., is gebleken dat het zowel ex ante als ex post niet mogelijk is een directe relatie te leggen tussen specifieke investeringen en meer belastingopbrengsten.9 Dit heeft de Algemene Rekenkamer (ARK) geconcludeerd in het onderzoek naar de uitvoering van de Belastingdienst naar de business case ITI in 2013 en 2014 dat op 11 februari 2016 naar uw Kamer is gegaan.10 Deze conclusie is de reden dat de opbrengsten van de Investeringsagenda – anders dan die van de ITI business case – niet zijn ingeboekt in de begrotingsramingen van het kabinet.

Voor een paar specifieke IA-projecten die een betere risicoselectie ten doel hebben en daarmee een grotere ex ante correctiepotentieel is – mede naar aanleiding van het ARK-rapport – besloten een meetmethodiek te ontwikkelen. In december 2017 heeft de Belastingdienst de meetmethodiek voor het risicoselectiemodel negatieve aangiften omzetbelasting gerealiseerd. Een externe wetenschapper heeft dit model gevalideerd. De meetmethodiek meet het ex ante batenpotentieel van het nieuwe risicoselectiemodel ten opzichte van de oude werkwijze van selecteren. De daadwerkelijke meting van het batenpotentieel vindt begin 2019 plaats over kalenderjaar 2018. Voor de inkomensheffing niet-winst is een meetmethodiek in ontwikkeling.

Vraag 6

Kunt u aangeven of er onderdelen van het regeerakkoord zijn die niet of niet tijdig uitgevoerd kunnen worden door de problemen bij de Belastingdienst? Indien die er zijn, kunt u per onderdeel aangeven welke maatregelen niet (tijdig) uitvoerbaar zijn?

Antwoord 6

De Belastingdienst heeft tijdens de formatie al zoveel mogelijk geadviseerd over de uitvoeringsaspecten. In mijn brief Fiscale beleidsagenda heb ik aangegeven dat bij de uitwerking van wet- en regelgeving – zo ook voor maatregelen vanuit het regeerakkoord – uitvoeringstoetsen worden opgesteld die definitief inzicht moeten geven in de gevolgen voor de uitvoering.11 Hieronder vallen ook de implementatietermijnen. De uitvoeringstoets is belangrijk om zorgvuldig af te kunnen wegen hoe de maatregelen verantwoord en beheersbaar kunnen worden ingepast in het werkpakket van de Belastingdienst. In mijn brief over beheerst vernieuwen ben ik ingegaan op de complexe en verouderde ICT-systemen, daarom is het belangrijk om de gevolgen voor de automatisering te minimaliseren.12 Ik heb nu geen concrete aanleiding om te denken dat voorstellen niet gaan lukken, maar kan niet garanderen dat maatregelen niet een andere fasering gaan krijgen bij ommekomst van de uitvoeringstoets. De uitkomst van de uitvoeringstoets is voor mij leidend.

Vraag 7

Kunt u aangeven of er zaken zijn in de fiscale beleidsagenda die moeilijker of niet tot stand komen door de problemen bij de Belastingdienst?

Antwoord 7

Ook met betrekking tot de voorstellen voor wet- en regelgeving in de Fiscale Beleidsagenda – die grotendeels een uitvloeisel zijn van het regeerakkoord – geldt dat de Belastingdienst deze toetst met de uitvoeringstoets. Ik heb nu geen concrete aanleiding om te denken dat voorstellen niet gaan lukken, maar kan niet garanderen dat maatregelen niet een andere fasering gaan krijgen bij ommekomst van de uitvoeringstoets. De uitkomst van de uitvoeringstoets is voor mij leidend.

Vraag 8

Kunt u deze vragen een voor een en voor het algemeen overleg over de fiscale beleidsagenda op 17 mei 2018 beantwoorden?

Antwoord 8

Voor de beantwoording van deze vragen houd ik mij aan de gestelde termijn.


X Noot
1

Kamerstukken II 2017/18, 31 066, nr. 378

X Noot
2

Kamerstukken II 2017/18, 31 066, nr. 380

X Noot
3

Bijlage bij Kamerstukken II 2017/18, 31 066, nr. 381

X Noot
4

Kamerstukken II 2017/18, 31 066, nr. 378.

X Noot
5

Kamerstukken II 2017/18, 31 066, nr. 403.

X Noot
6

Bijlage bij Kamerstukken II 2017/18 31 066, nr. 378.

X Noot
7

Kamerstukken II 2017/18, 31 066, nr. 378.

X Noot
8

Kamerstukken II 2017/18, 31 066, nr. 403.

X Noot
9

Kamerstukken II 2017/18, 31 066, nr. 368 en bijlage bij Kamerstukken II 2017/18, 25 087, nr. 188.

X Noot
10

Kamerstukken II 2015/16, 31 066, nr. 257.

X Noot
11

Kamerstukken II 2017/18, 32 140, nr. 33.

X Noot
12

Kamerstukken II 2017/18, 31 066, nr. 403.

Naar boven