Vragen van de leden Ronnes en Amhaouch (beiden CDA) aan de Ministers van Financiën en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de consequentie van Basel IV regels voor het financieringsmechanisme ten behoeve van ontwikkelingssamenwerking (ingezonden 22 juni 2017).

Antwoord van Minister Dijsselbloem (Financiën) mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen 16 oktober 2017) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016–2017, nr. 2369

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Pas nieuwe eisen voor banken aan om schade in ontwikkelingslanden te voorkomen»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de strekking van dit artikel?

Antwoord 2

Tijdens de financiële crisis stond de solvabiliteit van banken flink onder druk. In het Bazelse Comité is naar aanleiding hiervan een pakket maatregelen overeengekomen – het Bazel III raamwerk – dat de kwaliteit en de hoeveelheid kapitaal die banken wereldwijd moeten aanhouden, substantieel heeft verbeterd en vergroot. In het Bazelse Comité zijn de onderhandelingen momenteel nog gaande over verdere hervormingen in de bankensector om de Bazel III agenda af te ronden (ook vaak aangeduid als Bazel IV). Of de zorgen van de auteurs van het opinieartikel ook bewaarheid zullen worden, valt op dit moment daarom nog niet te zeggen. Wel geldt in zijn algemeenheid dat het Bazelse raamwerk, bij de beoordeling van het benodigde kapitaal voor banken, geen onderscheid maakt naar de geografische blootstelling van een bank, maar dat wordt gekeken naar het onderliggende risico. Dat uitgangspunt onderschrijf ik.

Vraag 3

Is de zorg die in het artikel wordt genoemd bekend bij De Nederlandsche Bank (DNB), zodat ook die zijn invloed op de uitkomst van Basel IV kan aanwenden?

Antwoord 3

Ja, deze zorg is bij DNB bekend. De Nederlandse Financierings-Maatschappij voor Ontwikkelingslanden N.V. (FMO) en Rabobank hebben een brief met hun zorgen over onbedoelde consequenties van de afronding van het Bazel III raamwerk voor ontwikkelingslanden aan het Bazelse Comité gestuurd. DNB heeft hiervan een afschrift ontvangen. Het Bazelse Comité zal de reacties op de voorgestelde hervormingen zoals geconsulteerd2 meewegen bij de vormgeving van het definitieve raamwerk.

Vraag 4

In hoeverre is het risico dat banken opererend in ontwikkelingsgebieden lopen te vergelijken met in het Westen opererende banken?

Antwoord

In het algemeen kan gesteld worden dat de risico’s voor banken die opereren in ontwikkelingsgebieden hoger zijn vergeleken met de risico’s voor in het Westen opererende banken. Dit uit zich bijvoorbeeld in lagere kredietbeoordelingen van ontwikkelingslanden en hogere ratio’s non-performing loans. Ook de financiële sector en het juridisch systeem zijn in ontwikkelingslanden vaak minder ontwikkeld ten opzichte van Westerse landen.

Vraag 5

Erkent u dat handel met ontwikkelingslanden gestimuleerd moet worden en dat hogere kapitaaleisen die volgen uit Basel IV belemmerend werken voor meer handel met deze landen?

Antwoord 5

Het kabinet erkent het belang van handel en investeringen voor de economische ontwikkeling van ontwikkelingslanden. Met de agenda voor hulp, handel en investeringen ondersteunt het kabinet ontwikkelingslanden bij het vergroten van toegang tot regionale en internationale markten en stimuleert investerings- en handelsactiviteiten met deze landen.

Het Bazelse kapitaalraamwerk richt zich op het waarborgen van de solvabiliteit, stabiliteit en weerbaarheid van banken en heeft niet als doel om de handel met ontwikkelingslanden te stimuleren. Ook voor banken die actief zijn in ontwikkelingslanden is het belangrijk dat ze solvabel en weerbaar zijn.

Vraag 6

Kunt u de gevolgen schetsen van een verhoging van de kapitaaleisen voor investeringen in ontwikkelingslanden?

Antwoord 6

Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2 wordt er in het Bazelse raamwerk bij de beoordeling van het benodigde kapitaal voor banken geen onderscheid gemaakt naar geografische blootstelling van de activiteiten van een bank, maar wordt er gekeken naar het onderliggende risico van verschillende type activiteiten.

Wanneer door de afronding van Basel III de (standaard)risicogewichten voor bepaalde type blootstellingen (bijvoorbeeld t.a.v. aandelenof gespecialiseerde kredietverlening 3) omhoog gaan, raakt dit alle blootstellingen van dit type, over de gehele linie, ongeacht het geografische aspect van deze blootstellingen. Dit kan als gevolg hebben dat een bank een blootstelling aan een bepaald type product, bijvoorbeeld financiering van vastgoed, verlaagt. Vanuit het Bazel III raamwerk maakt het echter niet uit of deze lening in Duitsland is afgesloten of in een ontwikkelingsland. Deze producten worden in dezelfde mate geraakt wanneer er sprake zou zijn van een verhoging van de (standaard)risicogewichten.

Vraag 7

Ziet u, los van de Basel IV voorstellen, aanleiding om de kapitaaleisen voor investeringen in ontwikkelingslanden en bedrijven in ontwikkelingslanden te verhogen?

Vraag 8

Ziet u redenen om een uitzondering van Basel IV voor ontwikkelingsbanken te realiseren?

Antwoord 7 en 8

In het opinie-artikel «Pas nieuwe eisen voor banken aan om schade in ontwikkelingslanden te voorkomen» schetsen Rabobank en FMO dat de verhoging van de kapitaaleisen kan leiden tot ontmoediging van banken en ontwikkelingsbanken om door te gaan met financieren van handelsstromen en investeringen in ontwikkelingslanden. Het staat echter nog niet vast dat een verhoging van kapitaaleisen voor investeringen in ontwikkelingslanden een resultante van de nieuwe regelgeving van het Bazelse comité zal zijn. De onderhandelingen in het Bazelse Comité zijn nog niet afgerond, en de uitkomst daarvan is nog onduidelijk. Daarnaast is het van belang om vast te stellen dat na de uitkomst in Bazel nog een traject van EU-onderhandelingen over de implementatie van de Bazelse regels volgt.

Vraag 9

Zouden er andere veiligheidsmechanismen ingebouwd kunnen worden dan een hogere kapitaalreservering voor financieringsverstrekking in ontwikkelingslanden?

Antwoord 9

Het kabinet werkt in de volle breedte aan het veiliger maken van de financiële sector in ontwikkelingslanden. Zo steunt Nederland, sinds de oprichting in 2002, het Financial Sector Strengthening and Reform Initiative (FIRST). Dit programma, uitgevoerd door de Wereldbank, zet in op het ondersteunen van hervormingsprocessen van de financiële sector in ontwikkelingslanden. Door het begeleiden van (de implementatie van) wet- en regelgevingstrajecten is de onafhankelijkheid en de capaciteit van centrale banken over de afgelopen jaren verbeterd. De toegenomen kwaliteit van centrale banken in ontwikkelingslanden verlaagt het risico van het zakendoen met ontwikkelingslanden.

Ook via andere wegen zet het kabinet zich in om de veiligheid van de financiële sector in ontwikkelingslanden te vergroten. Er wordt gewerkt aan goed financieel toezicht op basis van heldere en transparante regelgeving zodat dat financiële instellingen reële risico inschattingen maken. In algemene zin geldt dat wanneer de transparantie in de financiële sector en toezicht goed geregeld is, banken sneller groeien en meer ondersteunend kunnen zijn aan economische groei.

Vraag 10

Zijn de additionele regels in Basel IV complementair aan het bereiken van de Sustainable Development Goals (SDGs)?

Vraag 11

Zijn de additionele regels in Basel IV een belemmering voor het bereiken van de SDGs?

Antwoord 10 en 11

Zoals aangegeven in de beantwoording van voorgaande vragen zijn de onderhandelingen in het Bazelse Comité nog niet afgerond. Echter, het Bazelse raamwerk heeft als doel om financiële instellingen veiliger en meer weerbaar te maken om risico’s daadwerkelijk te kunnen ondervangen. Ze dragen bij aan een helder kader en stabiele omgeving waarin de markt voor (duurzame) financiering tot verdere ontwikkeling kan komen.

Vraag 12

Gaat u de effecten van de voorgestelde maatregelen in Basel IV op agri-financiering en hoge kwaliteit hypotheken onderzoeken?

Antwoord 12

De onderhandelingen in het Bazelse Comité zijn nog gaande. Wanneer het Bazelse Comité tot een akkoord komt, zal er nog een EU-traject volgen. In het EU-traject zal ook een inschatting van de impact van het voorstel moeten worden gemaakt door de Europese Commissie. Nederland zal vervolgens de inzet bepalen wanneer de uitkomst bekend is en er meer zicht is op de impact.

Vraag 13

Welke ontwikkelingen zijn er te melden over de onderhandelingen die de risicoweging binnen Basel IV op (Nederlandse) hypotheken en bijvoorbeeld landbouwgronden bepalen? Welke acties onderneemt u om de Nederlandse belangen hier te borgen?

Antwoord 13

Tot op heden is in het Bazelse Comité nog geen akkoord overeengekomen. De onderhandelingen zijn nog gaande. Conform mijn toezegging van 28 juni 20164 heeft het kabinet de Tweede Kamer zowel in de Kamerbrieven als in debatten over deze ontwikkelingen geïnformeerd.

Als lid van het Bazelse Comité zal DNB zich bij het definitief vormgeven van de hervormingen blijven inzetten voor een proportionele behandeling van onder andere Nederlandse hypotheken. Het doel is dat de risicogewogen kapitaaleisen in redelijke verhouding blijven staan met de daadwerkelijke onderliggende kredietrisico’s.


X Noot
3

Voorbeelden van gespecialiseerde kredietverlening zijn projectfinanciering, financiering van vastgoed, objecten en grondstoffen.

X Noot
4

Kamerstuk 32 013, nr. 135.

Naar boven