Vragen van het lid Jasper vanDijk (SP) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over problemen met de Participatiewet (ingezonden 11 september 2017).

Antwoord van Staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 9 oktober 2017).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het rapport van de Inspectie SZW, waaruit blijkt dat veel gemeentes onderdelen van de Participatiewet niet werkbaar vinden? Deelt u de mening dat (delen van) de Participatiewet niet uitvoerbaar zijn?1

Antwoord 1

Mijn reactie op het rapport heb ik op 5 september jl. aan uw Kamer gezonden (Kamerstuk 34 352, nr. 64).

Vraag 2

Begrijpt u dat veel ambtenaren de straffen te zwaar vinden, bijvoorbeeld om de uitkering met 100 procent te korten?

Vraag 4

Bent u bereid deze rigide strafmaatregel te beëindigen of op zijn minst te versoepelen?

Vraag 7

Deelt u de mening van de Inspecteur-generaal van de Inspectie SZW dat de Participatiewet moet worden aangepast, met name als het gaat om de zwaarte van de sancties

Antwoord 2, 4 en 7

Zoals aangegeven in mijn brief aan uw Kamer vind ik het van het grootste belang dat gemeenten de beleidsvrijheid die zij hebben, ook benutten. Ze kunnen maatwerk bieden bij het opleggen van maatregelen.

Vraag 3

Hoe vaak is de strafmaatregel opgelegd om een bijstandsgerechtigde met 100 procent te korten op zijn/haar uitkering?

Antwoord 3

In het Inspectierapport worden geen uitspraken gedaan over het absolute aantal maatregelen waarbij een bijstandsgerechtigde voor tenminste één maand en ten hoogste drie maanden met 100 procent wordt gekort op de bijstandsuitkering. Wel staat in het Inspectierapport (blz. 28 en 29) dat op basis van de dossierstudies en interviews bij 12 gemeenten, bij het niet naleven van de arbeidsverplichtingen in ongeveer 50% van de dossiers een maatregel tot verlaging van de uitkering met 100 procent van de uitkeringshoogte is opgelegd. Uit navraag bij de Inspectie SZW blijkt dat bij de dossierstudies bij de 12 gemeenten 110 dossiers zijn onderzocht van personen aan wie deze gemeenten vanwege niet naleving van de arbeidsverplichtingen een maatregel hebben opgelegd. Ook blijkt uit navraag bij de Inspectie dat in het merendeel van deze gevallen de gemeenten de maatregel tot verlaging van de uitkering met 100 procent voor één maand hebben doorgevoerd. Deze verlaging werd in twee gevallen over twee maanden uitgesmeerd en in vier gevallen over drie maanden.

De maatregel tot verlaging van de uitkering met 100 procent leidde dus niet tot beëindiging van de uitkering maar tot verrekening.

Vraag 5

Hoe gaat u uitkeringsgerechtigden beter informeren over de mogelijkheid om een verzoek in te dienen tot herziening van een opgelegde maatregel?

Antwoord 5

De uitvoering van de Participatiewet is gedecentraliseerd naar de colleges van burgemeester en wethouders. Zij informeren bijstandsgerechtigden over de mogelijkheden om herziening van een maatregel te vragen. De gemeenteraden controleren de colleges van burgemeester en wethouders.

Vraag 6

Bent u bereid met gemeentes in gesprek te gaan over een minder rigide uitvoering van de Participatiewet?

Antwoord 6

In voornoemde reactie op het Inspectierapport heb ik aangegeven dat de uitkomsten van het Inspectieonderzoek besproken zullen worden met de VNG bij het eerstvolgende bestuurlijk overleg.


X Noot
1

Trouw, 7 september 2017

Naar boven