Vragen van de leden Maeijer, De Roon en Fritsma (allen PVV) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de schamele korting op de financiële steun van de Europese Unie (EU) aan Turkije en het vooruitzicht op visumvrij reizen van miljoenen Turken (ingezonden 7 februari 2018).

Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 7 maart 2018).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Turkey «ready» to reform terror laws for EU visa-free travel»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 4

Klopt de uitspraak van de Turkse ambassadeur voor de EU dat de Europese Commissie voornemens is slechts 100 miljoen euro per jaar te korten op de pre-toetredingsgelden die over een periode van 7 jaar 4.6 miljard euro aan belastinggeld kosten? Zo ja, wordt deze korting van 100 miljoen euro gesteund door Nederland?

Kunt u aangeven of Turkije effectief wordt gekort of dat hier gewoon een budgettair trucje wordt uitgehaald door ongebruikte fondsen te schrappen?

Antwoord 2 en 4

Zoals met uw Kamer gedeeld tijdens het AO RAZ art. 50 van 24 januari jl., zijn de pre-toetredingsgelden voor Turkije in 2017 gekort en voor een groot deel omgebogen naar programma’s gericht op versterking van het maatschappelijk middenveld en fundamentele rechten en naar projecten die rechtstreeks ten goede komen aan Turkse burgers, kwetsbare groepen of organisaties die goede betrekkingen met de EU blijven waarderen. Concreet is er in 2017 circa 50% gekort op het jaarprogramma en circa 30% op de meerjarenprogramma’s.

De Europese Raad van 19–20 oktober jl. heeft de Commissie ook verzocht om de pretoetredingssteun aan Turkije voor de jaren 2018–2020 te heroriënteren.2 De Commissie werkt momenteel voorstellen voor inperking en herschikking van de middelen uit. Uw Kamer wordt hierover geïnformeerd zodra de cijfers bekend zijn.

Vraag 3

Deelt u de mening dat er geen cent Nederlands belastinggeld meer naar Turkije zou moeten gaan en dat een korting van 100 miljoen euro een lachertje is?

Antwoord 3

Nederland pleit conform de motie-Roemer/Segers (Kamerstuk 32 824, nr. 158) in Europees kader reeds geruime tijd voor het opschorten van pre-accessiesteun voor Turkije en zal dat blijven doen.3 Voor opschorting bestaat momenteel echter onvoldoende draagvlak. Nederland wacht de voorstellen van de Commissie voor inperking en herschikking van de middelen af.

Vraag 5

Kunt u de Tweede Kamer een gedetailleerd overzicht doen toekomen met de bedragen die Turkije ontvangt vanuit de EU en waar dat geld exact door de Turken aan wordt uitgegeven, welke organisaties er geld ontvangen etc?

Antwoord 5

Kortheidshalve verwijs ik u naar de brief (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1702) van 2 december 2016 over de meerjarige financiële steun van de EU in Turkije, alsmede de voorschriften, voorwaarden en betalingen die daaraan verbonden zijn. Op de website van de Commissie is meer informatie te vinden over de specifieke projecten uit het Instrument voor Pre-accessiesteun (IPA)4 en de Faciliteit voor Vluchtelingen in Turkije (FRIT).5

Vraag 6

Deelt u de mening dat ongeacht wat voor benchmarks de EU ook aan Turkije stelt, Turkije nooit van visumvrij reizen naar Nederland gebruik zou moeten mogen maken? Zo ja, hoe gaat u voorkomen dat er miljoenen Turken ongecontroleerd onze kant op kunnen komen?

Antwoord 6

De Commissie heeft niet vastgesteld dat Turkije aan alle 72 benchmarks van de Roadmap visumliberalisatie voldoet en derhalve ligt er thans geen besluit aan de Raad voor het afschaffen van het visumvereiste voor Turkse burgers voor. Een Nederlands oordeel over visumliberalisatie voor Turkije is pas aan de orde wanneer de Commissie heeft vastgesteld dat Turkije voldoet aan alle gestelde eisen. In algemene zin hanteert het kabinet het beleid dat gemaakte afspraken ook moeten worden nagekomen.

Naar boven