Vragen van het lid Azarkan (DENK) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht dat Turks-Nederlandse gezinnen worden bedreigd met dreigbrieven met een hakenkruis en bloedspetters op hun voordeur (ingezonden 15 januari 2018).

Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 13 februari 2018).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Dreigbrief met hakenkruis en «bloed»spetters»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Wat vindt u van het feit dat Turkse Nederlanders aan de deur van hun eigen huis op een vreselijke wijze zijn bedreigd vanwege hun afkomst en hun religie?

Kunt u begrijpen dat deze laffe bedreiging leidt tot angst onder Nederlandse moslims en Turkse Nederlanders? Zo ja, wat gaat u doen om deze angst weg te nemen?

Antwoord 2 en 3

Een democratische samenleving kan alleen functioneren als we een grens trekken als vrijheden van de ander worden bedreigd, als iedereen meedoet en discriminatie wordt bestreden. Voor homohaat, antisemitisme, moslimhaat, eerwraak, genitale verminking, kinderhuwelijken, gedwongen huwelijken, haat zaaien en geweld tegen andersdenkenden en tegen minderheden is geen plaats in onze samenleving. Het kabinet staat voor een samenleving waar iedereen zich veilig voelt om in vrijheid vorm te geven aan de eigen etnische, religieuze, seksuele en culturele identiteit binnen de kaders van de rechtsstaat.

Zoals ook gemeld in mijn beantwoording op uw vragen van 12 januari j.l.2, merk ik in het algemeen op dat het regeerakkoord de doelstellingen van de aanpak van discriminatie van het kabinet beschrijft. In het vorig jaar aan uw Kamer aangeboden Nationaal Actieprogramma tegen Discriminatie is specifiek aandacht voor de aanpak van moslimdiscriminatie, onder andere in de vorm van aandacht voor versterking van kennis en inzicht, het verhogen van meldingsbereidheid en versterking van lokale samenwerking. Begin volgend jaar zal een voortgangsrapportage van het Actieprogramma aan uw Kamer worden aangeboden.

Vraag 4

Kunt u aangeven of vergelijkbare vormen van bedreiging vaker zijn voorgekomen in de afgelopen tijd?

Antwoord 4

Een vergelijkbare casus is bij de politie niet bekend.

Vraag 5

Is er contact al opgenomen met de slachtoffers? Is Slachtofferhulp ingeschakeld? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Over individuele zaken doe ik geen uitspraken. In zijn algemeenheid is het zo dat

bij de aangifte standaard aan slachtoffers wordt gevraagd of ze behoefte hebben

aan slachtofferhulp. Is dat het geval, dan worden zij gebeld door Slachtofferhulp Nederland. Zij kunnen zelf bepalen of zij gebruik willen maken van de praktische, juridisch en sociaal-emotionele ondersteuning die Slachtofferhulp Nederland biedt.

Vraag 6

Zijn er al verdachten opgespoord? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Zoals bekend doe ik geen mededelingen over lopende onderzoeken.

Vraag 7

Bent u bereid extra maatregelen te nemen omdat steeds meer moslims zich onveilig voelen door het in korte tijd achtereenvolgens plaatsvinden van een terroristische aanslag op een moskee in Enschede, dreigbrieven met nazi-symbolen, bezettingsacties van een extreemrechtse groepering van islamitische bouwwerken en nog veel meer? Zo nee, wat moet er nog meer gebeuren voordat het kabinet eindelijk extra maatregelen neemt?

Antwoord 7

Zoals gemeld aan de Kamer3 zet het kabinet stevig in op het verkleinen van spanningen, de opsporing en vervolging van daders van strafbare feiten, de veiligheid van moskeeën, de bestrijding van discriminatie en de aanpak van rechts-extremisme. Indien nodig worden extra veiligheids- of andere maatregelen getroffen. De Politie en het Openbaar Ministerie zijn hier extra alert op.

Vraag 8

Bent u bereid om, in vergelijking met het (terechte) doelgroepenbeleid inzake de bevordering van homoacceptatie bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, ook doelgroepenbeleid te initiëren in de vorm van een actieplan bestrijding moslimhaat? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8

Het discriminatiebeleid richt zich op alle gronden, waarbij uitgangspunt een generieke benadering van het fenomeen discriminatie is, waar nodig aangevuld met specifieke maatregelen. Discriminatie kent een strafrechtelijke en een gelijke behandelings-component. Het strafrechtelijke beleid is louter generiek, en wordt voor elke discriminatiegrond gelijkwaardig toegepast. Gelijke behandeling richt zich op het volledig en volwaardig kunnen participeren in de maatschappij. Om dit beleid effectief te kunnen laten zijn, bestaan naast generieke ook specifieke maatregelen. In het Nationaal Actieplan Discriminatie 2015–2020 is opgenomen welke maatregelen vanuit het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid worden genomen om gelijke behandeling van moslims in de Nederlandse samenleving te bevorderen.

Vraag 9

Bent u bereid de veiligheid van moskeebezoekers te garanderen door de moskeeën in plaats van alleen een handleiding concreet budget te bieden waarmee zij hun gebouwen en bezoekers veiligheid kunnen bieden (zoals terecht ook gebeurt bij synagogen)? Zo nee, wat kan er mis zijn met preventieve maatregelen in het kader van veiligheid, waar nog eens bij komt dat er sprake is van een substantieel begrotingsoverschot?

Antwoord 9

Zoals ook gemeld in de beantwoording op uw vragen van 22 juni 20174 en 17 oktober 20175 is het dreigingsbeeld leidend voor het nemen van beveiligingsmaatregelen bij religieuze instellingen.

De veiligheid rondom islamitische instellingen wordt op zowel het lokale als het nationale niveau gemonitord. U kunt er van op aan dat als dreiging en risico daartoe aanleiding geven, er beveiligingsmaatregelen worden genomen. Het is niet mogelijk om veiligheid voor 100% te garanderen.

Vraag 10

Vindt u ook dat haatzaaiers een vergrotende invloed hebben op de afschuwelijke bedreigingen die het onderwerp zijn van deze vragen? Zo ja, wanneer komt de regering met het wetsvoorstel om de strafmaat op haatzaaien te verhogen?

Antwoord 10

Het is mijn voornemen om in het voorjaar van 2018 een wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de herwaardering van de strafbaarstelling van een aantal actuele delictsvormen in procedure te brengen. De wijziging van het strafmaximum voor het delict haatzaaien zal onderdeel zijn van dit wetsvoorstel.


X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 867

X Noot
3

Kamerstuk 34 775-VI, nr. 89.

X Noot
4

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016–2017, nr. 2251

X Noot
5

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 233

Naar boven