Vragen van het lid Dik-Faber (ChristenUnie) aan de Minister van Economische Zaken over de koppeling van warmtenetten aan kolencentrales (ingezonden 8 december 2016).

Antwoord van Minister Kamp (Economische Zaken) (ontvangen 4 januari 2017)

Vraag 1

Bent u bekend met de berichten dat naast de gemeente Den Haag ook de Heineken brouwerij in Zoeterwoude1, LTO Glaskracht2 en de gemeentes Leiden3, Rotterdam4, en Westland5 hebben aangegeven geen warmte afkomstig uit kolencentrales op een eventueel warmtenet te willen?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Nu de potentiele afnemers kiezen voor duurzame warmte en kolenwarmte afwijzen, wat betekent dit voor de toekomst van de nieuwe kolencentrales op de Tweede Maasvlakte?

Antwoord 2

Zoals ik in mijn brief van 18 december 2015 over scenario’s rond kolencentrales (Kamerstuk 30 196, nr. 380) heb aangegeven, kijk ik bij het maken van scenario’s hierover ook naar de impact op bestaande en toekomstige warmtenetten. Ik zal uw Kamer op korte termijn informeren over de scenario’s rond kolencentrales.

Vraag 3 en 4

Wilt u, nu de positie van de potentiële afnemers bekend is, uw positie ten aanzien van financiering van warmtenetten heroverwegen, de strekking van de motie Dik-Faber6 alsnog uitvoeren en geen publiek geld steken in de Leiding over West, zolang deze voorziet in het uitkoppelen van warmte van de nieuwe kolencentrales van Uniper en Engie op de Tweede Maasvlakte? Zo nee, waarom niet?

Wilt u in het verlengde daarvan de Gasunie geen opdracht verlenen om de Leiding over West aan te leggen, zolang deze voorziet in het uitkoppelen van warmte van de nieuwe kolencentrales van Uniper en Engie op de Tweede Maasvlakte? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3 en 4

Zoals ik in mijn reactie op de motie Dik-Faber (Kamerstuk 31 510, nr. 61) heb aangegeven, voorzie ik geen inzet van publieke middelen specifiek voor restwarmteprojecten van kolencentrales. Eventuele publieke financiering van de warmte-infrastructuur zal techniekneutraal worden uitgewerkt, zoals dat ook het geval is bij de gas- en elektriciteitsnetten. In antwoord op eerdere vragen van het lid Dik-Faber (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 3226) heb ik reeds toegelicht dat Gasunie vanuit eigenstandige overwegingen betrokken is bij de ontwikkeling van één van de warmteleidingen die in de provincie Zuid-Holland mogelijk gerealiseerd kan worden.

Naar boven