Vragen van de leden Lodders (VVD) en Vermeij (PvdA) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Aantal pensioenfondsen zakt onder driehonderd» (ingezonden 15 december 2016).

Antwoord van Staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 23 december 2016).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Aantal pensioenfondsen zakt onder driehonderd»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u uiteenzetten wat u vindt van de constatering dat sinds het derde kwartaal van 2015 35 fondsen geliquideerd zijn waardoor er nu 294 pensioenfondsen zijn? Kunt u daarbij specifiek ingaan op de daling van het aantal bedrijfstakpensioenfondsen? Bent u daarbij bereid om toe te lichten welke oorzaken ten grondslag liggen aan de afname van het totaal aantal pensioenfondsen en in het bijzonder de afname van het aantal bedrijfstakpensioenfondsen? In hoeverre speelt daar kostenbesparing een rol in?

Antwoord 2

De afgelopen 20 jaar is het aantal pensioenfondsen gedaald van meer dan duizend naar ongeveer 300 nu2. In onderstaande tabel is aangegeven naar soort pensioenfonds hoe deze daling zich heeft ontwikkeld.

Tabel: Consolidatie pensioenfondsen naar soort
 

1997

2000

2003

2006

2010

2013

Q3 2016

Verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds

67

67

75

78

65

60

54

Vrijwillig bedrijfstakpensioenfonds

15

25

28

25

17

12

9

Ondernemingspensioenfonds

957

877

753

643

414

292

215

Ondernemingsspaarfondsen

9

6

6

7

5

5

4

Beroepspensioenfondsen

11

11

11

12

12

12

11

Speciale wetgeving

1

2

2

2

1

1

1

               

Totaal

1.060

988

875

767

514

382

294

Daarvan heeft de grootste daling zich overduidelijk voorgedaan bij de ondernemingspensioenfondsen. In 1997 waren er nog 957 ondernemingspensioenfondsen. Sindsdien is sprake van een consequente afnamen van het aantal ondernemingspensioenfondsen tot de huidige 215.

De consolidatie is het gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen. Zo kan het aantal werkenden bij de aan het fonds verbonden werkgever(s) bijvoorbeeld afnemen, is er meer aandacht gekomen voor de efficiëntie van de pensioenuitvoering en de impact van uitvoeringskosten op de pensioenresultaten voor pensioendeelnemers en -gerechtigden en worden er hogere eisen gesteld aan de bestuurders van een pensioenfonds, zowel in de maatschappij als door aanpassing van de wet- en regelgeving3.

Het aantal verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen laat ook een afname zien, maar hier is geen sprake van een consequente daling. In de periode van 1997 tot 2000 waren er 67 verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen. In de daaropvolgende 6 jaar stijgt het aantal verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen tot 78. Sinds 2006 is het aantal verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen vervolgens met 24 afgenomen. Dat brengt het huidige aantal verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen op 54.

De reden voor de stijging in het aantal verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen in de periode van 1997 tot 2006 is niet bekend. Daarna is wel – net als bij de ondernemingspensioenfondsen – een duidelijk afname in het aantal fondsen waarneembaar. In de afgelopen tien jaar zijn ook de verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen geconfronteerd met de bovengenoemde maatschappelijke ontwikkelingen.

Vraag 3

Deelt u de mening dat de cijfers in bovengenoemd artikel aantonen dat er zo snel mogelijk een oplossing moet komen voor bedrijfstakpensioenfondsen die willen fuseren? Zo ja, kunt u toelichten met welke oplossing u komt voor deze fondsen en wanneer? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Het kabinet onderschrijft het belang van schaalvergroting met als doel het verlagen van de uitvoeringskosten voor kleine en middelgrote pensioenfondsen, omdat dit in het belang van de deelnemers kan zijn. Mede met de introductie van het algemeen pensioenfonds en de regels omtrent de indexatiedepots heeft het kabinet zich hier de afgelopen jaren voor ingezet.

Met betrekking tot mogelijkheden voor schaalvergroting van verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen is met sociale partners, het Verbond van Verzekeraars en de pensioenfederatie gesproken over de mogelijkheden voor verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen om te fuseren met tijdelijke afgescheiden vermogens. Van die gesprekken heb ik op verschillende momenten melding gemaakt aan uw Kamer4 en tijdens het algemeen overleg Pensioenen van 24 november jl. (Kamerstuk 32 043, nr. 349) heb ik toegezegd u een brief te sturen met de contouren van een conceptwetsvoorstel hierover (Kamerstuk, nr. 351). In deze brief licht het kabinet de oplossing toe en wordt ook inzicht geven in het tijdpad. Deze brief is gelijktijdig met de beantwoording van deze Kamervragen aan de Tweede Kamer gezonden.

Vraag 4

Bent u bereid om bovenstaande vragen voor 20 december a.s. te beantwoorden?

Antwoord 4

Ja.

Naar boven