Vragen van de leden Voortman en Grashoff (beiden GroenLinks) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Economische Zaken over het arrest van het Europees Hof van Justitie inzake het achterhouden van milieu-informatie in het kader van bedrijfsbelang (ingezonden 28 november 2016).

Antwoord van Staatssecretaris Van Dam (Economische Zaken) mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 21 december 2016).

Vraag 1

Kent u het arrest van het Europees Hof van Justitie d.d. 23 november 2016 inzake het achterhouden van milieu-informatie in het kader van bedrijfsbelang?1

Antwoord 1

Ja, het Europese Hof van Justitie heeft op 23 november 2016 twee arresten gewezen, namelijk in

  • zaak C-673/13 P – Europese Commissie / Stichting Greenpeace en Pesticide Action Network (PAN Europe) – over de toegang tot documenten betreffende de toelatingsprocedure voor een werkzame stof die is opgenomen in gewasbeschermingsmiddelen en meer specifiek over de werkzame stof glyfosaat;

  • zaak C-442/14 – Bayer CropScience SA-NV en Stichting de Bijenstichting tegen het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden – over de bescherming van industriële en commerciële belangen en meer specifiek over de werkzame stof imidacloprid.

Vraag 2

Wat is de reactie van het kabinet op dit arrest?

Antwoord 2

In zaak C-673/13 P vernietigt het Europese Hof van Justitie het arrest van het Gerecht en verwijst de zaak naar het Gerecht terug. Het Gerecht moet opnieuw nagaan of bepaalde informatie betrekking heeft op emissies (of uitstoot) in het milieu. De nieuwe uitspraak van het Gerecht moet derhalve worden afgewacht.

In een prejudicieel arrest legt het Europese Hof van Justitie, in zaak C-442/14 – op verzoek van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) – drie zaken uit over de verhouding tussen enerzijds de vertrouwelijkheid en anderzijds de algemene regels over toegang tot informatie op milieubegrip:

  • 1. Wanneer vertrouwelijkheid nog aangevraagd kan worden en wat daarvan de gevolgen zijn. Ook wanneer de aanvrager in de loop van de procedure voor het verkrijgen van een toelating niet heeft verzocht om vertrouwelijke behandeling, kan de bevoegde autoriteit een openbaarmakingsverzoek – ingediend door een derde na afloop van de procedure – afwijzen. Reden hiervoor kan zijn dat openbaarmaking afbreuk zou doen aan de vertrouwelijkheid van commerciële of industriële informatie.

  • 2. Welke informatie uit de informatiebron openbaar moet worden gemaakt. In geval van een verzoek tot informatie over emissies in het milieu, worden alleen de relevante gegevens die uit de informatiebron over emissies in het milieu kunnen worden gedestilleerd, openbaar gemaakt, voor zover die gegevens van andere informatie in die bron kunnen worden gescheiden.

  • 3. Het begrip «informatie over emissies (of die betrekking heeft op uitstoot) in het milieu». Het begrip wordt door het Hof ruim uitgelegd. Het Hof bepaalt echter óók dat de informatie over zuiver hypothetische emissies, zoals gegevens uit testen ten behoeve van gevolganalyses, niet onder het begrip over emissies in het milieu valt. Wat de praktische consequenties van het prejudicieel arrest zijn, moet nog blijken. Het CBb zal zich hierover nog moeten uitspreken.

Vraag 3

Kunt u toezeggen dat de regering voortaan in lijn met dit arrest van het Hof van Justitie het belang van de openbaarmaking van milieu-informatie boven het commerciële belang van bedrijven zal stellen bij verzoeken in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Het kabinet gaat er vanuit dat Nederlandse bestuursorganen de jurisprudentie van het Hof zullen betrekken bij hun besluitvorming. Uit de arresten volgt niet dat bij verzoeken in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) het belang van het openbaar maken van milieu-informatie boven het commerciële belang van bedrijven gesteld moet worden.

Openbaarmaking van informatie is de regel, maar er geldt een aantal in het Verdrag van Aarhus2 genoemde gronden op basis waarvan openbaarmaking kan worden geweigerd als het met deze weigeringsgrond te beschermen belang zwaarder weegt dan het belang van openbaarheid. Deze weigeringsgronden moeten restrictief worden uitgelegd. Met betrekking tot emissiegegevens kunnen deze gronden, waaronder de vertrouwelijkheid van commerciële en industriële informatie, niet worden ingeroepen om openbaarmaking van die informatie te weigeren.

Het Verdrag van Aarhus maakt onderscheid tussen emissiegegevens en andere milieu-informatie. In artikel 10, vierde lid, van de Wob is dit onderscheid neergelegd, waarbij is aangegeven dat bij emissiegegevens de belangenafweging achterwege blijft en bij andere milieu-informatie het belang van openbaarmaking moet worden afgewogen tegen onder meer het belang van de bescherming van bedrijfsgegevens.

Vraag 4

Is het kabinet voornemens om aan het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden de opdracht te geven om zo spoedig mogelijk alle ingediende verzoeken van de Bijenstichting over de toelating van het bijengif Imidacloprid van Bayer te openbaren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Nee, er is geen reden om het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) een dergelijke opdracht te geven. De lijn van het Ctgb is «openbaar, tenzij». Dit is in lijn met het beleid van het kabinet. Hiermee geeft het Ctgb uitvoering aan de betreffende bepalingen in de Europese regelgeving.

Vraag 5

Op welke wijze is het kabinet voornemens om het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden aan te zetten tot actieve tijdige openbaarmaking van toelatingscijfers, inclusief de gebruiksvoorschriften, op een eenduidige manier en in een machineleesbaar open formaat? Kunt u dit toelichten?

Antwoord 5

Het Ctgb heeft al in 2013 besloten tot het openbaar maken van een aanzienlijk aantal dossierstukken van imidacloprid. Dit besluit is geschorst door het CBb in afwachting van een uitspraak van het Hof. Ik wacht – zoals ik in antwoord 2 al aangaf – nu de uitspraak van het CBb af.

Het Ctgb streeft naar het zodanig ontsluiten van informatie – onder meer toelatingen, etiketten en het beoordelingsrapport op basis waarvan het besluit is genomen – dat deze bruikbaar is voor iedereen.

Ik heb uw Kamer begin dit jaar geïnformeerd over het openbaar maken van afzetcijfers van toelatinghouders van gewasbeschermingsmiddelen (Kamerstuk 27 858, nr. 348 en 349). De praktische consequentie van de arresten voor het openbaar maken van afzetcijfers zal blijken na uitspraak van Rechtbank Amsterdam in het kader van de Wob over de verkoop van bestrijdingsmiddelen.


X Noot
1

Case C 673/13 P

X Noot
2

Richtlijn 2003/4/EG van het Europees parlement en de Raad van 28 januari 2003 inzake de toegang van het publiek tot milieu-informatie en tot intrekking van Richtlijn 90/313/EEG van de Raad

Naar boven