27 858 Gewasbeschermingsbeleid

Nr. 349 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 februari 2016

Tijdens het AO Gewasbeschermingsmiddelen van 18 februari jl. heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de vraag of de vertrouwelijke informatie van Nefyto over gewasbeschermingsmiddelen die Greenpeace heeft gepubliceerd afkomstig is van de overheid.

Zoals aangegeven in de brief van 18 februari jl. over gebruiks- en afzetcijfers van gewasbeschermingsmiddelen (Kamerstuk 27 858, nr. 348) verstrekken toelatingshouders van gewasbeschermingsmiddelen verplicht afzetcijfers aan de overheid op basis van de EU-statistiekverordening. Daarmee zijn het vertrouwelijke gegevens die op grond van deze Verordening (EG) 223/2009 uitsluitend voor statistisch doeleinden worden gebruikt. Deze gegevens mogen op basis van de mededingingsregelgeving niet zonder meer openbaar worden gemaakt vanwege de vertrouwelijkheid van deze gedetailleerde verkoopcijfers van individuele bedrijven (en werkzame stoffen). Openbaarmaking gebeurt na het aggregeren van gegevens, waarbij het abstractieniveau zo is gekozen dat conform de regelgeving de herleidbaarheid niet meer mogelijk is.

De vertrouwelijke informatie blijkt te zijn verstrekt aan Greenpeace door een administratieve fout bij de NVWA. Bij de rechtbank was een beroepsprocedure aanhangig over het niet tijdig beslissen op een Wob-verzoek van Greenpeace aan de NVWA over gegevens over gewasbeschermingsmiddelen. De NVWA heeft per abuis niet aan de rechtbank Amsterdam gemeld dat deze stukken een vertrouwelijk karakter hadden op grond van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft vervolgens de stukken naar de procespartij Greenpeace gestuurd. Bij de overige stukken met een vertrouwelijk karakter die aan de rechtbank zijn verstuurd heeft de NVWA wel deze mededeling gedaan.

Over de gemaakte administratieve fout is Nefyto geïnformeerd en zijn excuses aangeboden. De NVWA heeft maatregelen genomen om soortgelijke situaties in het vervolg te voorkomen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven