Vragen van het lid Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over etnisch profileren in Nederland (ingezonden 4 november 2016).

Antwoord van Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 14 december 2016). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016–2017, nr. 656.

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Hoge Raad: Politie mag niet etnisch profileren in verkeer»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 tot en met 5

Hoe geeft u gevolg aan de uitspraak van de Hoge Raad dat de politie niet op straat zomaar een willekeurig voertuig uit mag kiezen voor een verkeerscontrole op basis van uitsluitend de etnische of religieuze kenmerken of achtergronden van de bestuurder of inzittende?

Bent u bereid om uw beleid te wijzigen of aan te scherpen aan de hand van de uitspraken van de Hoge Raad?

Hoe borgt u binnen de politieorganisatie dat deze geen controles uitvoert op basis van uitsluitend de etnische of religieuze kenmerken of achtergronden van de bestuurder of inzittende?

Kunt u gedetailleerd aangeven welke kenmerken er vallen onder «risicokenmerken»?

Antwoord 2 tot en met 5

De uitspraak van de Hoge Raad maakt duidelijk dat een verkeerscontrole uitgevoerd moet worden om te controleren of de voorschriften uit de Wegenverkeerswet 1994 nageleefd worden. De politie misbruikt haar bevoegdheden niet volgens de Hoge Raad als zij deze controle uitvoert met het nevendoel om informatie van inzittenden te verkrijgen. Het is echter niet toegestaan om daarbij op grond van uitsluitend of overwegend etnische of religieuze kenmerken van de bestuurder of andere inzittenden van het voertuig te selecteren voor een verkeerscontrole.

Om professioneel te kunnen controleren baseert de politie zich op een verzameling van gegevens. De controle moet daarnaast uitlegbaar zijn aan de bestuurder. De politie heeft de werkwijze rond de zogenaamde «dynamische verkeerscontroles», die zijn gericht op het verkrijgen van informatie over de inzittenden, beschreven in het document «De dynamische verkeerscontrole».2 Dit is een intern document dat als naslagwerk voor politieagenten dient. Hierin is een niet-limitatieve opsomming gegeven van concrete feiten en/of gedragingen (risicokenmerken) die een aanwijzing zouden kunnen zijn om een voertuig nader te controleren. Hierbij worden onder andere genoemd het getoonde gedrag van de bestuurder en inzittenden, een opvallende combinatie van bestuurder en voertuig, het gebruik van een huur- of leaseauto en voorwerpen die de bestuurder of inzittenden bij zich hebben. Het verstrekken van een volledige omschrijving van risicokenmerken is niet mogelijk; de omstandigheden van het geval maken of iets als risicokenmerk kan gelden of niet. Daarnaast is het onwenselijk om criminelen volledig inzicht te geven in de opsporingsstrategieën die politie hanteert. Het Blauwe Boekje wordt jaarlijks vernieuwd. In de komende actualisatie zal ook aandacht worden besteed aan de recente ontwikkelingen omtrent discriminatie en het tegengaan daarvan.

Om discriminatie tegen te gaan, is onder andere het visie- en beleidsdocument «De Kracht van het Verschil» over diversiteit opgesteld. Met het programma dat hieraan is gekoppeld wordt ingezet op vier doelen: Meer verbinding met de samenleving, een meer inclusieve werkcultuur, een betere aanpak van discriminatie in de samenleving en meer variëteit in het personeelsbestand. Op 16 november 2015 heb ik uw Kamer hierover geïnformeerd.3 Daarnaast is dit visie- en beleidsdocument verwerkt in het interdepartementale Nationaal Actieprogramma tegen discriminatie,4 waarmee de inzet van de politie is ingebed in een kabinetsbrede integrale aanpak.

Vraag 6 en 8

Bent u bereid om etnisch profileren bij de politie met prioriteit aan te pakken? Zo ja, hoe wilt u dit gaan doen? Zo nee, waarom niet?

Welke initiatieven worden er ondernomen door de politie om het etnisch profileren op basis van etnische of religieuze kenmerken of achtergronden te voorkomen?

Antwoord 6 en 8

Zoals ik ook in mijn brief van 4 oktober 20165 aan uw Kamer heb aangegeven, is het maken van onderscheid zonder objectieve rechtvaardiging bij (proactief) politieoptreden ontoelaatbaar. Om die reden is een pakket aan maatregelen genomen dat een verantwoorde en effectieve aanpak vormt voor de gesignaleerde problemen en de dilemma’s die hiermee gepaard gaan. Hiervoor verwijs ik naast de genoemde brief naar de voortgangsbrief politie van 20 juni 2016.6

Vraag 7

Ziet u in dat etnisch profileren schade toebrengt aan het vertrouwen dat de burger in de politie heeft? Zo ja, kunt u een inschatting maken van de gevolgen? Zo nee, waarom beseft u dit niet?

Antwoord 7

Het voorkomen van ongerechtvaardigd onderscheid is van groot belang voor de legitimiteit van het optreden van de politie, het maatschappelijk vertrouwen in de politie en een effectief politieoptreden. Een negatief neveneffect van etnisch profileren is dat het de procedurele rechtvaardiging van het politieoptreden ondermijnt. Dit kan tot gevolg hebben dat de bereidheid van burgers om met de politie samen te werken en de politie informatie te verschaffen afneemt, terwijl dit van belang is voor de (effectieve) uitvoering van het politiewerk.

Vraag 9

Deelt u de mening dat verkeerscontroles alleen uitgevoerd mogen worden door de verkeerspolitie en niet door de recherche? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen zodat dit niet meer voorkomt? Zo nee, ondermijnt dit de positie van de verkeerspolitie niet?

Antwoord 9

Die mening deel ik niet. Ambtenaren van de politie, waaronder recherchemedewerkers, zijn bevoegd om verkeerscontroles te verrichten teneinde de Wegenverkeerswet 1994 te handhaven.

Vraag 10 en 11

Kunt u aangeven hoeveel verdachten zijn vrijgesproken door het gerechtshof nadat bekend is geworden dat de politie verkeerscontroles misbruikt heeft? Zo ja, om hoeveel verdachten gaat het? Zo nee, waarom niet?7

Bent u bereid om te onderzoeken hoe vaak het voorkomt dat de recherche misbruik maakt van verkeerscontroles om criminelen staande te houden? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen indien dit voorkomt? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 10 en 11

De Hoge Raad heeft in haar uitspraak van 1 november 2016 waaraan u refereert niet geoordeeld dat de recherche misbruik zou hebben gemaakt van verkeerscontrole teneinde criminelen staande te houden. Een onderzoek hiernaar ligt dan ook niet voor de hand.


X Noot
2

Ook wel aangeduid als «Het Blauwe Boekje» (januari 2015).

X Noot
3

Kamerstuk 30 950/29 628, nr. 82.

X Noot
4

Kamerstuk 30 950/29 628, nr. 84.

X Noot
5

950, nr. 105.

X Noot
6

Kamerstuk 29 628, nr. 643, bijlage toezeggingen en moties.

Naar boven