Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de Minister-President en de Minister van Buitenlandse Zaken over het associatieverdrag met Oekraïne en de agenda van de Europese Top (ingezonden 12 december 2016).

Antwoord van Minister Koenders (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister-President (ontvangen 14 december 2016).

Vraag 1

Herinnert u zich dat u 12 dagen voor de vorige Europese Top in oktober 2016 een agenda aan de Kamer stuurde?

Vraag 2

Waarom is er nu, drie dagen voor aanvang van de Europese Top en minder dan 48 uur voor aanvang van het debat daarover nog geen geannoteerde agenda?

Vraag 3

Kunt u alle onderliggende stukken, die betrekking hebben op Oekraïne en het associatieverdrag tussen de EU en Oekraïne, aan de Kamer sturen dan wel ter vertrouwelijke inzage leggen bij de Tweede Kamer?

Vraag 4

Is een slotverklaring van een EU top juridisch bindend?

Vraag 5

Is een gemeenschappelijke verklaring van de staatshoofden en regeringsleiders van de EU juridisch bindend?

Vraag 6

Kunt u twee voorbeelden geven van een «juridisch bindend akkoord» of een «juridisch bindende verklaring» tussen staten (waarvan Nederland er een was), dat niet door de parlementen van die staten geratificeerd hoefde te worden?

Vraag 7

Kunt u voor beide voorbeelden onder de laatste vraag aangeven hoe het akkoord of de verklaring afgedwongen kan worden voor een rechter, aangezien hij juridisch bindend is?

Vraag 8

Herinnert u zich dat u voor het referendum gezegd heeft: «De tegenstanders zeggen ook dat het zou gaan om toetreding van Oekraïne tot de Europese Unie. Daar is geen sprake van. Daar is Nederland ook echt tegen. We hebben ook een veto, mocht men in de toekomst alsnog willen, om dat te kunnen tegenhouden», en «Deze stap van het associatieakkoord heeft niets te maken met de stappen die je moet zetten voor toetreding»?1

Vraag 9

Staat u nog steeds achter de uitspraken onder 8?

Vraag 10

Welk plan B hebben Oekraïne en de EU ontwikkeld indien het associatieverdrag niet doorgaat (bron: Oekraïense onderminister voor Europese Zaken Olena Zerkal in oktober in de Tweede Kamer: zij vertelde dat er gewerkt wordt aan een plan B)?

Vraag 11

Op welke wijze heeft u in de Raad Algemene Zaken uitvoering gegeven aan de motie op Kamerstuk 21 501-02, nr. 1705, die vroeg om in de aanstaande Raad Algemene Zaken voor te stellen om een onderzoek in te stellen of EU-gelden direct of indirect gebruikt zijn voor marteling [bijvoorbeeld door de financiering van Turkse gevangenissen waar mogelijk marteling heeft plaatsgevonden]?

Vraag 12

Kunt u deze vragen een voor een en vóór 13 december 22.00 uur beantwoorden?

Vraag 13

Indien het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie treedt, dient er dan een aanvullend protocol of een wijzigingsverdrag op het EU/Oekraine verdrag ingediend te worden, dat door alle Lidstaten geratificeerd dient de worden?

Nader antwoord

De schriftelijke vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de Minister-President en de Minister van Buitenlandse Zaken over het associatieverdrag met Oekraïne en de agenda van de Europese Top, vraagnummer 2016Z23709, zijn beantwoord middels de brieven «Reactie op verzoeken om aanvullende informatie aangaande de Europese Raad van 15 december 2016» (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1173) en «Verslag van de Raad Algemene Zaken van 13 december 2016> (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1707

Naar boven