Vragen van het lid Kooiman (SP) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat er wederom een ernstige corruptiezaak binnen de Nationale Politie is (ingezonden 1 september 2016).

Antwoord van Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 30 september 2016)

Vraag 1

Kent u het bericht over een onderzoek naar een politiecommissaris en was u op de hoogte van dat onderzoek? Zo ja, wanneer bent u hierover geïnformeerd?1

Antwoord 1

Ja, ik ben bekend met het bericht. Ik ben in januari van dit jaar door het OM geïnformeerd over de hoofdlijnen van het onderzoek en in april 2016 over het lopende strafrechtelijke onderzoek.

Vraag 2

Heeft u actie ondernomen naar aanleiding van het ingestelde onderzoek van het openbaar ministerie? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

In april 2016 is de politie door het OM in kennis gesteld van het onderzoek.

Naar aanleiding hiervan is de betreffende politiemedewerker geschorst.

Vraag 3

Gaat u, omdat dit de eventuele derde corruptiezaak is die aan het licht komt dit jaar, extra actie ondernemen om corruptie tegen te gaan? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Iedere melding over mogelijke integriteitsschendingen wordt zorgvuldig door de politie onderzocht en indien nodig gevolgd door een intern en/of strafrechtelijk onderzoek. Als het interne onderzoek daar aanleiding toe geeft worden disciplinaire maatregelen getroffen. Ik zie op dit moment geen aanleiding om bovenop deze genomen maatregelen nog extra maatregelen te treffen.

De Inspectie VenJ heeft op mijn verzoek een onderzoek verricht naar de opzet en werking van het autorisatie- en screeningsbeleid alsmede het beleid om onjuist gebruik van politiesystemen tegen te gaan. De uitkomsten hiervan dragen al bij aan de verdere verbetering van het screeningsbeleid en autorisatiebeleid van de politie en de uitvoering daarvan, waaronder het onjuist gebruik van politiesystemen.2

Het is een onderwerp wat blijvend mijn aandacht heeft. Daarom heb ik aan het WODC verzocht een fenomeenonderzoek uit te voeren ter beantwoording van de vraag of de dreiging van corruptie binnen handhavingsdiensten is toegenomen door de ontwikkeling van de georganiseerde criminaliteit. Naar verwachting zal dit onderzoek in het voorjaar van 2017 zijn afgerond. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek zal ik mij uiteraard beraden op verdere aanscherping.

Vraag 4

Wat voor gevolgen heeft dit lopende onderzoek voor de aanschaf van sensingmiddelen?

Antwoord 4

Het lopende onderzoek heeft geen gevolgen voor komende aankopen van sensingmiddelen, aangezien deze volgens de reguliere inkooprichtlijnen en inkoopprocessen worden uitgevoerd.


X Noot
2

Het rapport van de Inspectie heb ik op 6 september 2016 aan de Kamer gezonden (Kamerstuk 28 844, nr. 104).

Naar boven