Vragen van het lid Wilders (PVV) aan de Minister-President, Minister van Algemene Zaken over het nieuws dat de FBI vooraf geweten zou hebben van de aanslag in Garland op 3 mei 2015 (ingezonden 26 oktober 2016).

Antwoord van Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 1 november 2016).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de antwoorden van de Minister van Veiligheid en Justitie d.d. 18 augustus, 19 september en 19 oktober 2016 op eerdere vragen over de terreuraanslag in Texas?1 2 3

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u bevestigen dat de FBI op 3 mei 2015, voorafgaand aan de aanslag, geen informatie heeft gedeeld met de Nederlandse autoriteiten en diensten over «relevant threat streams» terwijl de Garland Police Department en andere rechtshandhavers op 3 mei 2015 wel door de FBI op de hoogte zijn gehouden?

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Zo ja, deelt u de mening dat het absoluut onacceptabel is dat de Amerikaanse autoriteiten Nederland niet voor de aanslag hebben ingelicht over de dreiging zodat dat de vragensteller en de helden van de Nederlandse Dienst Bewaken en Beveiligen hadden kunnen overwegen of zij wel of niet zouden gaan?

Antwoord 3

In mijn brief van 24 oktober 2016 heb ik de informatie die ik van de Amerikaanse autoriteiten heb ontvangen, over de dag van aanslag in Garland op 3 mei, letterlijk weergegeven: «On 3 May 2015, the FBI continued to develop and pass intelligence to the Garland Police Department and other law enforcement partners on relevant threat streams. Based on intelligence sharing, security at the site was appropriately postured to thwart the attack.» Op basis van deze informatie kan ik niet beoordelen of de aard en de duiding van uitgewisselde informatie aanleiding had moeten zijn om beveiligers van de DBB te informeren. Ik heb de Amerikaanse autoriteiten daarom om aanvullende informatie verzocht.

Vraag 4

Op welke manier gaat u de Amerikanen duidelijk maken dat Nederland het ontoelaatbaar vindt dat de Nederlandse diensten niet op de dag van de aanslag zijn ingelicht door de FBI?

Antwoord 4

Of de Amerikaanse autoriteiten ten onrechte de Nederlandse diensten niet op die dag hebben geïnformeerd, kan ik nu niet beoordelen.

Vraag 5

Hoe gaat u voorkomen dat Nederland in de toekomst met een kluitje het riet wordt ingestuurd?

Wilt u deze vragen nog deze week beantwoorden?

Antwoord 5

Ik heb uw vragen zo snel als mogelijk beantwoord en heb de Amerikaanse autoriteiten om aanvullende, specifieke informatie verzocht.


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 3255

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 3570

X Noot
3

Vraagnummer: 2016Z19166

Naar boven