Vragen de leden PiaDijkstra en Diertens (beiden D66) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het niet uitvoeren van een rechterlijke uitspraak betreffende erkenning van beroepskwalificaties voor mensen met een buitenland diploma (ingezonden 13 juli 2017).

Antwoord van Minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 31 augustus 2017) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016–2017, nr. 2392

Vraag 1

Kent u de uitspraak van de rechtbank van Den Haag van 13 april 2017 waarin een door het CIBG opgelegde aanpassingsstage is vernietigd?1

Antwoord 1

Ja, ik ben bekend met deze zaak. Het betreft een procedure over een erkenning van een Duits diploma op het terrein van psychotherapie. Het bestreden besluit behelst de voorwaarden waaraan betrokkene moet voldoen om in aanmerking te komen voor een erkenning van haar Duitse kwalificaties voor inschrijving in het BIG-register van psychotherapeuten.

Het geschil gaat erom of betrokkene één of twee verdiepingscursussen moet volgen om een erkenning te krijgen voor het beroep van psychotherapeut. De rechtbank Den Haag is van oordeel dat één verdiepingscursus volstaat.

Vraag 2

Klopt het dat u tegen deze uitspraak in hoger beroep bent gegaan?

Antwoord 2

Ja dat klopt.

Het hoger beroep richt zich tegen het oordeel van de rechtbank met betrekking tot rechtsoverweging 5.2, waarin is geoordeeld dat ik me ten onrechte op het standpunt heb gesteld dat de opleidingsvereisten die in het Besluit psychotherapeut (Stb. 1998, 155) zijn vastgelegd alleen zijn bedoeld voor de opleidingsinstellingen, in plaats van ook voor het individu.

Voor het beroep psychotherapeut zijn de opleidingseisen neergelegd in het Besluit psychotherapeut van 17 maart 1998. Dit besluit is door de opleidingsinstellingen vertaald in het curriculum van de opleiding. In artikel 4, derde lid, van het Besluit psychotherapeut staat dat de opleiding voorts bestaat uit ten minste één vervolgcursus over de toepassing van behandelmethoden in een door de aspirant-psychotherapeut te kiezen psychotherapeutisch referentiekader. Door de opleidingsinstellingen is het begrip «ten minste één» geoperationaliseerd als «één of meer». Alle opleidingsinstellingen die de opleiding psychotherapie verzorgen hebben vervolgens in hun curriculum twee vervolgcursussen als eis gesteld. Alle Nederlandse studenten moeten hieraan voldoen voordat zij het diploma ontvangen.

De rechtbank, heeft in de uitspraak – naar mijn mening ten onrechte- geen rekening gehouden met het Nederlandse curriculum van de opleiding psychotherapie. Ingevolge de Algemene wet erkenning beroepskwalificaties (Awe) is voor de beoordeling of de door de migrant gevolde opleiding wezenlijk verschilt ten opzichte van de in Nederland vereiste opleiding, het curriculum zoals de Nederlandse opleidingsinstellingen dat hebben opgesteld bepalend.

In het kader van de voorlopige voorziening bij de Raad van State is met de betrokken psychotherapeute een akkoord gesloten dat zij alsnog een tweede verdiepingscursus zal volgen.

Echter, beide partijen hebben de bestuursrechter om een uitspraak in de bodemzaak verzocht om duidelijkheid te verkrijgen over de vraag hoe het Besluit psychotherapeut, in relatie tot de Awe, moet worden uitgelegd en toegepast.

Vraag 3

Bent u ermee bekend dat het hoger beroep geen opschortende werking heeft? Hoe rijmt u dit met het afwijzen van een nieuwe aanvraag tot erkenning van de beroepskwalificatie door deze aanvrager ná de uitspraak van de rechtbank?

Antwoord 3

Ja, daar ben ik mee bekend.

Omdat ik het niet eens ben met het oordeel van de rechtbank dat betrokkene slechts een verdiepingscursus moet volgen, heb ik tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld. Daarnaast hebben beide partijen een voorlopige voorziening gevraagd bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. In het kader van deze procedure zijn de beroepsbeoefenaar en ik tot een vergelijk gekomen. Pas als in hoger beroep uitspraak in de bodemzaak wordt gedaan, zal duidelijkheid komen over de vraag hoe de Wet BIG en het hierop gebaseerde Besluit psychotherapeut moeten worden uitgelegd en toegepast.

Vraag 4

Hoeveel mensen hebben een aanvraag gedaan bij de Commissie Buitenlands Gediplomeerden Volksgezondheid (CBGV) die is afgewezen op grond van het niet hebben gevolgd van een tweede vervolgcursus?

Antwoord 4

In 2016 zijn er tien adviezen uitgebracht door de Commissie Buitenlands Gediplomeerden Volksgezondheid over aanvragen voor een erkenning van beroepskwalificaties als psychotherapeut van gediplomeerden binnen de Europese Economische Ruimte (EER). Van deze tien adviezen zijn er drie positieve adviezen afgegeven. Bij vier adviezen werd geadviseerd de aanvraag niet te erkennen omdat er niet werd voldaan aan de eis van de tweede vervolgcursus (verdiepingscursus). In drie gevallen is geadviseerd om de aanvraag niet te erkennen om andere redenen.

Vraag 5

Wat zijn de gevolgen van de uitspraak van de rechtbank van Den Haag voor deze mensen? Hoe worden zij over deze gevolgen geïnformeerd?

Antwoord 5

Alle aanvragen voor een erkenning van beroepskwalificatie als psychotherapeut worden op gelijke wijze afgehandeld.

Zolang de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geen uitspraak in hoger beroep heeft gedaan, is er geen reden om af te wijken van het tot op heden gevoerde beleid om twee verdiepingscursussen te eisen om in aanmerking te komen voor een erkenning als psychotherapeut.

Zodra in hoger beroep uitspraak is gedaan, zal ik bezien welke gevolgen aan die uitspraak moeten worden verbonden. De verwachting is dat hierover in het najaar duidelijkheid zal komen.

Naar boven