Vragen van de leden Kuiken (PvdA) en Hijink (SP) aan de Minister van Economische Zaken
over de plannen van postbedrijf Sandd (ingezonden 6 juli 2017).
Antwoord van Minister Kamp (Economische Zaken) (ontvangen 31 augustus 2017).
Vraag 1
Is het waar dat u al enkele maanden in het bezit bent van plannen van postbedrijf
Sandd om post goedkoper te verzenden dan PostNL?1 Zo ja, wanneer heeft u die plannen voor het eerst bekeken en wat is uw reactie hierop?
Antwoord 1
Op 10 november 2016 heb ik van Sandd vertrouwelijk hun informatiememorandum voor uitvoering
van de UPD mogen ontvangen. Ik heb aan Sandd laten weten het informatiememorandum
te zullen betrekken bij de analyse toekomst postmarkt en de onderliggende onderzoeken,
zoals de evaluatie van de UPD, die ik u op 10 juli jl. heb toegestuurd2.
Vraag 2
Kunt u een uitgebreidere schriftelijke reactie op de plannen aan de Kamer sturen voorafgaand
aan de bespreking van de analyse van de postmarkt met de Kamer? Zo ja, wanneer kan
de Kamer de analyse en de reactie op de plannen van Sandd ontvangen?
Antwoord 2
Zie mijn brief over de plannen van Sandd die ik u tegelijkertijd met de beantwoording
van deze vragen heb doen toekomen.
Vraag 3
Deelt u de mening dat vernieuwing in de wereld van de post prima is, maar niet ten
koste mag gaan van de beloning van de postbezorgers? Zo ja, ziet u in de plannen van
Sandd voorstellen die ingaan tegen het wijzigingsvoorstel Tijdelijk Besluit Postbezorgers
2011? Zo ja, welke zijn dat en wat is uw reactie daarop?
Antwoord 3
In elke markt, en dus ook in een markt waarin sprake is van volumedalingen en scherpe
concurrentie op prijs, moet ervoor worden gewaakt dat de arbeidsvoorwaarden van werknemers
aan de onderkant van de arbeidsmarkt onnodig onder druk komen te staan. Daar hebben
we generieke regelgeving voor en in de postmarkt specifieke regelgeving volgens het
Tijdelijk Besluit Postbezorgers. Uiteraard moet de partij die de UPD verzorgt voldoen
aan de geldende wet- en regelgeving. Sandd laat weten dat indien zij de UPD zou uitvoeren
het bedrijf de transitie van overeenkomst van opdracht naar arbeidsovereenkomst versneld
zou kunnen doorvoeren.
Vraag 4
Welke criteria op het gebied van arbeidsomstandigheden hanteert u bij het aanwijzen
van een nieuwe uitvoerder van de Universele Postdienstverlening (UPD)?
Antwoord 4
Zoals in het antwoord op vraag 3 gesteld dienen postvervoerders zich aan de geldende
wet- en regelgeving te houden. Dat geldt in het bijzonder voor de uitvoerder van de
UPD. Daaronder valt ook wet- en regelgeving ten aanzien van arbeidsomstandigheden.
Vraag 5
Deelt u de mening van de Commissie Vreeman dat het uitgangspunt van 100% arbeidsovereenkomsten
in de postsector, nog steeds het doel moet zijn van de uitvoerder van de UPD?
Antwoord 5
In het Tijdelijk Besluit Postbezorgers is gekozen voor een minimumpercentage van 80%.
Hierdoor hebben postvervoerders in een markt waarin de postvolumes gedurende het jaar
niet stabiel zijn en bovendien aan sterke krimp onderhevig zijn, nog enige flexibiliteit
om de bedrijfsvoering adequaat aan te kunnen passen aan de vereiste fluctuerende inzet
van menskracht. Ik heb eerder in de Kamer gesteld dat het behouden van enige flexibiliteit,
zeker gelet op de huidige marktomstandigheden, gewenst is.
Vraag 6
Is het waar dat Sandd zich niet aan de wettelijke afspraken houdt van minimaal 80%
van de werknemers in vaste dienst? Zo ja, is Sandd nog steeds de postbezorger die
de overheid gebruikt?3 Zo ja, deelt u de mening dat de overheid de druk op Sandd moet opvoeren, dan wel
de samenwerking moet opzeggen om te zorgen dat Sandd zich aan de wettelijke afspraken
houdt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
De ACM houdt onafhankelijk toezicht op de naleving van de regelgeving op de postmarkt,
ook op de naleving van het Tijdelijk Besluit Postbezorgers. Het is daarom niet aan
mij om hier een uitspraak over te doen.
Sandd verzorgt op dit moment voor de rijksoverheid de binnenlandse 72-uurs postvoorziening.
Het opzeggen van een reeds afgesloten overeenkomst kan binnen de grenzen die de overeenkomst
zelf en het Burgerlijk Wetboek daaraan stelt. Het is in principe niet mogelijk een
overeenkomst te ontbinden op basis van (het vermoeden) overtreding van regelgeving.
X Noot
1Telegraaf, 30 juni 2017