Vragen van de leden De Groot en Diertens (beiden D66) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de schade aan het koraal voor de kust van Curaçao (ingezonden 2 mei 2017).

Antwoord van Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 29 mei 2017).

Vraag 1

Bent u bekend met de berichtgeving over schade aan het koraal voor de kust van Curaçao?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat is de laatste stand van het onderzoek naar de beschadiging van het koraal? Kunt u in uw beantwoording in ieder geval ingaan op de vraag of er is afgeweken van de verleende vergunning en of het de schepen was toegestaan om zich boven het beschadigde koraal te bevinden?

Antwoord 2

Curaçao Ports Authority laat de schade onderzoeken door milieu consultancybedrijf Ecovision en daarnaast doet milieuonderzoeksinstituut Carmabi een eigen onderzoek. Deze onderzoeken lopen nog en de resultaten worden binnen enkele weken verwacht. Voorlopige berichtgeving in de pers wijst erop dat niet elke ontwikkelaar even stringent lijkt om te gaan met bepalingen in een vergunning. In het onderhavige geval werden bijvoorbeeld de stenen voor de «breakwaters» niet eerst gewassen voordat ze werden neergelegd en daarnaast mogen ankers niet zomaar ergens in het water neergelaten worden.

Vraag 3

Op welke wijze worden in Curaçao verleende vergunningen gehandhaafd?

Antwoord 3

Het Ministerie van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning verleent de bouwvergunning en Curaçao Ports Authority (CPA) is opdrachtgever. Beide kunnen in dit geval handhaven.

Vraag 4

Is Curaçao van plan om de veroorzaker van de schade aan het koraal op te dragen de beschadigingen aan het koraal te compenseren? Zo ja, op welke manier zal dat gebeuren?

Antwoord 4

De onderzoeken naar de schade aan het koraal lopen nog en het is aan de Curaçaose overheid om te besluiten de veroorzaker van de schade aan het koraal in voorkomend geval op te dragen de beschadiging aan het koraal te compenseren en op welke wijze.

Vraag 5

Heeft Curaçao gevraagd om assistentie vanuit Nederland om onderzoek te doen naar de schade aan het koraal en de aansprakelijkheid van de veroorzaker van de schade? Zo ja, op welke manier gaat u Curaçao hierin ondersteunen? Zo nee, bent u bereid deze assistentie aan te bieden?

Antwoord 5

Bij mijn ministerie is er geen assistentievraag vanuit de Curaçaose overheid binnen gekomen om onderzoek te doen naar de schade aan het koraal en de aansprakelijkheid van de veroorzaker van de schade. Mocht een dergelijke vraag aan de orde komen dan ben ik bereid om te bezien wat een gepaste mate van assistentie is.

Vraag 6

Hoe verhoudt de verleende vergunning en de daarin gestelde voorwaarden zich tot internationale natuurbeschermingsverdragen?

Antwoord 6

Zie antwoord op vraag 8.

Vraag 7

Klopt het dat het Verdrag van Cartagena binnen het Koninkrijk der Nederlanden alleen voor het Europese deel van Nederland in werking getreden is? Zo ja, waarom, en zou het in de voorliggende situatie een verschil hebben gemaakt?

Antwoord 7

Het Specially Protected Areas and Wildlife (SPAW) protocol van het Verdrag van Cartagena is reeds voor alle landen van het Koninkrijk in werking getreden.

Vraag 8

Bestaat er ook in andere delen van het Koninkrijk een risico op beschadiging van koraal door bouwwerkzaamheden aan of bij water? Zo ja, welke maatregelen bent u van plan te nemen ter voorkoming van beschadigingen van koraal ten gevolgen van vergunde werkzaamheden?

Antwoord 8

Vergunningverlening en bouwwerkzaamheden op Aruba, Curaçao en Sint Maarten zijn landsaangelegenheden. Dat geldt ook voor het handhaven van voorwaarden in vergunningen ter naleving van internationale natuurbeschermingsverdragen. Ten aanzien van het onderhavige geval op Curaçao zijn deze voorwaarden opgenomen in de vergunning. Natuurbescherming en de daarmee gepaarde handhaving is echter geen verantwoordelijkheid van het Koninkrijk en evenmin van de Minister van BZK. In (Caribisch) Nederland ligt de verantwoordelijkheid voor natuurbescherming, zowel boven als onder water, bij de openbare lichamen en de Staatssecretaris van EZ. Voor de volledigheid verwijs ik in dit verband ook naar mijn antwoorden ter zake aan de Tweede Kamer (uitgezonden 21 december 2016) op de vragen van het lid Bosman (VVD) over het Paleis op de Dam symposium «Caribische koraalriffen» (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016–2017, nr. 842)


X Noot
1

«Grote schade aan aan koraal Curaçao, vermoedelijk door bouwer BAM», NOS.nl, 27 april 2017 (http://nos.nl/artikel/2170441-grote-schade-aan-koraal-curacao-vermoedelijk-door-bouwer-bam.html).

Naar boven