Vragen van het lid Bosman (VVD) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
over het Paleis op de Dam symposium «Caribische koraalriffen» (ingezonden 12 december
2016).
Antwoord van Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
22 december 2016).
Vraag 1, 2, 3
In hoeverre bent u bekend met de staat van de koraalriffen in het Caribisch gebied?
In hoeverre bent u van mening dat de koraalriffen in het Koninkrijk van grote waarde
zijn voor dat gebied, niet alleen in natuurlijke zin maar ook in economische zin?
In hoeverre bent u van mening dat de toekomst van de Caribische koraalriffen voldoende
aandacht krijgt in Nederland, Caribisch Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten?
Zo ja, waar blijkt dat uit?
Antwoord 1, 2, 3
Het is mij bekend dat de stand van het koraalrif in het Caribisch gebied zorgelijk
is. De diversiteit en uitgestrektheid van de riffen zijn de afgelopen 10 jaar snel
achteruitgegaan. Er is sprake van een complex van factoren die het koraal aantast.
Een belangrijke oorzaak is klimaatverandering met als gevolg opwarming van de zee.
Daarnaast spelen regionale oorzaken een rol zoals overbevissing, toeristische en andere
economische ontwikkelingen vlak langs de kustlijnen van de eilanden en gebrekkige
systemen van riolering en afvalwaterzuivering.
Het koraalrif vertegenwoordigt een grote natuurlijke intrinsieke waarde en draagt
substantieel bij aan de biodiversiteit in de regio. Tegelijkertijd vormt het koraalrif
een belangrijke economische waarde voor de eilanden. Lokale visserij en toerisme zijn
in belangrijke mate afhankelijk van de koraalriffen.
Verhoudingsgewijs zijn de Caribische koraalriffen binnen het koninkrijk in relatief
betere staat dan de omringende eilanden. Ik ben niet goed in staat te beoordelen of
het koraalrif voldoende aandacht krijgt van de Caribische landen in het Koninkrijk,
Curaçao, Aruba en St. Maarten. Natuurbescherming is een verantwoordelijkheid voor
de landen, en geen verantwoordelijkheid van het Koninkrijk en evenmin van de Minister
van BZK. In Nederland ligt de verantwoordelijkheid voor natuurbescherming, zowel boven
als onder water, bij de openbare lichamen en de Staatssecretaris van EZ. Ik stel overigens
vast dat op alle eilanden sprake is van actieve organisaties en burgers die bescherming
van het koraal nastreven, deels met hulp van de overheden, en daarbij ook succesvol
zijn. Ook zie ik in de toeristische sector op de eilanden een toenemende mate van
bewustwording dat verdere aantasting van het koraal ingrijpende gevolgen heeft voor
zowel biodiversiteit als de economie en dat sprake kan zijn van het slachten van «de
kip met de gouden eieren».
Het lijkt mij dat bescherming van het resterende rif en koraalherstel waar mogelijk,
voor alle eilanden cruciaal is. Ik kan mij voorstellen dat binnen het Koninkrijk wordt
geprobeerd de krachten te bundelen, en dat bijvoorbeeld gezamenlijk wordt bezien hoe
die ingewikkelde afweging tussen natuurbelangen en economische belangen zijn beslag
dient te krijgen en wat effectieve maatregelen ter bescherming van het rif zijn. Nederlandse
en lokale kennisinstituten verrichten in de regio, zowel gezamenlijk als afzonderlijk,
belangwekkend onderzoek; wellicht dat ook daarbij aangesloten kan worden. Een mogelijkheid
zou zijn, vergelijkbaar met de aanpak die is gevolgd voor de kinderrechten, dat een
taskforce in het leven wordt geroepen om deze problematiek te bespreken en om te komen
tot een gemeenschappelijke aanpak. Ik ben bereid de mogelijkheden daartoe met de relevante
Nederlandse ministeries en de 3 landen binnen het Koninkrijk te bespreken.
Vraag 4
Kunt u het belang van deze koraalriffen agenderen op de volgende Koninkrijksconferentie
en bij de contacten met de Openbare Lichamen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Ik ben bereid dit onderwerp voor een eerstvolgende Koninkrijksconferentie te agenderen,
waartoe overigens, zoals u weet, het initiatief bij St. Maarten ligt. Ik heb de Staatssecretaris
van Economische Zaken het onderwerp onder zijn aandacht gebracht; hij is en blijft
ten volle bereid het onderwerp te bespreken met de openbare lichamen. Voorts is het
onderwerp geagendeerd voor het zogenaamde Caribbean Sustainable Development Forum,
dat van 21–23 februari a.s. op Aruba bijeenkomt en wordt georganiseerd met hulp van
onder andere de ministeries van BZK, BZ en I&M en het land Aruba. Op dit Forum, dat
zal worden bezocht door bestuurders van tientallen eilanden, door ngo’s, bedrijven
en belangenorganisaties, staan onderwerpen als duurzame energie, klimaatbeheersing
en milieuproblematiek in de Caribische regio centraal, gericht op de uitdagingen waar
de doorgaans kleine eilanden in de regio aan bloot staan.