Vragen van het lid Van Toorenburg (CDA) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het artikel «Een ongeluk. 112 aan de lijn, maar waar zit je precies?» (ingezonden 8 maart 2017).

Antwoord van Minister Blok (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 24 maart 2017).

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het artikel «Een ongeluk. 112 aan de lijn, maar waar zit je precies?»?1

Antwoord 1

Ja

Vraag 2

In hoeveel gevallen gebeurt het dat een burger zijn locatie niet binnen één minuut kan uitleggen aan de 112-alarmcentrale?

Antwoord 2

Hierover worden geen gegevens bijgehouden.

Vraag 3 en 7

Onderkent u het probleem dat bij een 112-melding vanaf een mobiele telefoon geen locatiegegevens worden meegestuurd?

Welke aanpassingen van de 112-infrastructuur zijn nodig om het ontvangen van datalocaties van mobiele telefoons mogelijk te maken?

Antwoord 3 en 7

Momenteel wordt de globale locatie informatie van de mobiele operators al getoond aan de centralisten van de landelijke 1-1-2 alarm centrale. Deze informatie wordt gebruikt om het gesprek naar de juiste hulpdienst door te verbinden. Om de locatie informatie ook aan de centralist van de hulpdienst te tonen moeten er wijzigingen in de 1-1-2 infrastructuur en GMS worden aangebracht. Deze wijzigingen worden in de doorontwikkeling van 1-1-2 geïmplementeerd in het voorjaar van 2018. In aanvulling hierop is vorig jaar binnen het meldkamerdomein het hulpmiddel «Vaststelling Incident Locatie» gelanceerd. De 112-beller ontvangt hierbij indien nodig vanuit de regionale meldkamer een SMS, met de uitnodiging om akkoord te gaan met het doorsturen van de exacte locatie vanuit de mobiele telefoon door middel van het activeren van een link.

In mijn brief van 14 maart 2016 met als onderwerp 112 aangelegenheden (Kamerstuk 29 517, nr.112) heb ik u geïnformeerd over het rapport «het nieuwe melden». De politie onderzoekt in samenwerking met haar multidisciplinaire partners in dit kader de mogelijkheden van een 1-1-2 app waarbij het direct meesturen van locatie-informatie als één van de voordelen wordt gezien.

Vraag 4

Maken alle meldkamers bij levensbedreigende situaties gebruik van de mogelijkheid om een sms naar de beller te sturen om zo de locatie te kunnen bepalen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

In een aantal Regionale Meldkamers wordt inmiddels gebruik gemaakt van de Vaststelling Incident Locatie(VIL) tool zoals hierboven beschreven. Van de 22 regionale meldkamers zijn er op dit moment 14 aangesloten op VIL. Twee meldkamers werken met een andere tool die zij al hadden aangeschaft en met de overige meldkamers worden momenteel gesprekken gevoerd over het gebruik van VIL.

Vraag 5

Kan de app een oplossing zijn voor het gesignaleerde probleem? Zo ja, bent u bereid de verspreiding van deze app te bevorderen?

Antwoord 5

Zoals hierboven aangegeven wordt inmiddels vanuit de meeste meldkamer gewerkt met het verrijken van het noodhulpproces met nauwkeurige locatiegegevens(VIL). Hierbij is het vooral ook van belang dat de gewenste manier van locatiebepaling eenduidig en snel toegepast wordt in de werkwijze van de meldkamers en hulpverleningsdiensten.

Bij het nog ontbreken van locatiegegevens is het overigens in zijn algemeenheid zinvol dat de beller zijn eigen positie nauwkeurig kan duiden, al dan niet met behulp van een app of andere hulpmiddelen.

Vraag 6

Welke wettelijke bepalingen maken het onmogelijk dat locatiegegevens worden meegestuurd bij een 112-melding vanaf een mobiele telefoon?

Antwoord 6

Er is geen wettelijke belemmering om locatiegegevens mee te sturen met 112-meldingen. Aan de wettelijke bepalingen die er wel zijn inzake locatiegegevens van 112-meldingen wordt voldaan.2

Met de huidige technologie is het echter mogelijk om met zeer nauwkeurige locatiegegevens te werken. Daarbij is nu het uitgangspunt dat er aan het versturen van locatiegegevens een keuze van de burger zelf vooraf gaat. Op dit moment gebeurt dit met het VIL op basis van een bevestiging van een sms, mogelijk zou dit in de toekomst middels een app kunnen worden gedaan.

Vraag 8

Bent u bereid voorstellen te doen om het mogelijk te maken dat locatiegegevens worden meegestuurd bij een 112-melding vanaf een mobiele telefoon?

Antwoord 8

Zie antwoord op vragen 3, 4 en 6.

Vraag 9

Biedt het (in voorbereiding zijnde) wetsvoorstel dat de politie de bevoegdheid geeft mobiele telefoons van vermiste personen te traceren, ook voor het gesignaleerde probleem een mogelijke oplossing? Zo ja, wat is de stand van zaken?

Antwoord 9

In het wetsvoorstel «bijzondere zoekmiddelen bij urgente persoonsvermissingen» kunnen bijzondere opsporingsbevoegdheden worden ingezet die inzicht geven in de locatie waar een vermiste persoon zich bevindt voor zover dit noodzakelijk en proportioneel is voor het lokaliseren van de vermiste. Eén van die middelen is het vorderen van gegevens m.b.t. telecommunicatie van de vermiste (locatiebepaling). Het uitgangspunt hierbij is dat de vermiste niet in staat is om contact op te nemen.

De in het artikel voorgestelde applicatie waarbij de telefoon locatiegegevens verstuurt, kan behulpzaam zijn in situaties waar de vermiste zelf besluit contact te zoeken en zelf geen kennis heeft waar hij/zij zich bevindt en het voornoemde bijzondere zoekmiddel nog niet is ingezet.


X Noot
1

BN/De Stem, 24 januari 2017

X Noot
2

In de Telecommunicatiewet is in artikel 11.10 vastgelegd dat aanbieders van openbare telefonienetwerken alle 112 oproepen gelijktijdig van locatie-informatie dienen te voorzien en te verstrekken aan de beheerder van de alarmnummers voor publieke diensten.

In de Regeling Universele Dienstverlening en Eindgebruikersbelangen (RUDE) zijn aanvullende voorwaarden vastgelegd voor wat betreft de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de locatie-informatie. De Autoriteit Consument en Markt ziet toe op de naleving van deze eisen.

Naar boven