Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 1381 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 1381 |
Bent u bekend met het bericht: «Oponthoud aanleg glasvezel in Achterhoek stelt gemeenten teleur?»1 en het bericht «Onduidelijkheid over kosten glasvezel buitengebied Overijssel»?2
Herinnert u zich uw lovende woorden over de combinatie CIF/Cogas tijdens het Algemeen overleg Telecomraad op 30 november 2016?3
Wat is de classificatie van de buitengebieden in Overijssel in termen van Europese staatssteunregels? Behoren zij tot het witte, grijze of zwarte gebied? Welk effect heeft dit op mogelijke subsidieverstrekkingen?
De classificatie kan per gebied in Overijssel verschillen. In gebieden waar geen modern breedbandnetwerk (zogenoemd NGA-netwerk4) voorhanden is en ook niet binnen drie jaar zal worden aangelegd5, kan relatief laagdrempelig steun worden verleend. In deze gebieden (zogenoemde witte gebieden) kan, wanneer aan de voorwaarden in de Algemene groepsvrijstellingsverordening (EU/615/2014) wordt voldaan, staatssteun worden verleend zonder goedkeuring vooraf door de Europese Commissie. In gebieden waar één NGA-netwerk is of binnen drie jaar zal worden uitgerold (zogenoemde grijze gebieden), stelt de Europese Commissie meer eisen om vast te kunnen stellen of de staatssteun noodzakelijk en niet onevenredig marktverstorend is. Er is in die gevallen vooraf goedkeuring van de Europese Commissie nodig. De Europese Commissie beoordeelt dan bijvoorbeeld of een zodanig grote sprong voorwaarts wordt gemaakt met het nieuwe netwerk, dat dit staatssteun rechtvaardigt. In gebieden waar momenteel of binnen drie jaar ten minste twee NGA-netwerken zijn (zogenoemde zwarte gebieden) zal de Europese Commissie waarschijnlijk geen toestemming geven voor de inzet van staatssteun. Deze gebieden bevinden zich overigens naar verwachting niet in het buitengebied.
Klopt het dat bij subsidiëring het verplicht wordt het netwerk open te stellen voor andere aanbieders? Zo ja, klopt het dat dit de boogde opbrengst kan verminderen, waardoor er nog meer subsidie nodig is om snel internet in het buitengebied rendabel te maken?
De EU-staatssteunrichtsnoeren voor breedband schrijven inderdaad voor dat een gesubsidieerd netwerk moet worden opengesteld, ook wel wholesaletoegang genoemd. Wholesaletoegang voorkomt dat met publieke financiering monopolies ontstaan en daardoor een risico op hoge prijzen en beperkte keuze. Wholesaletoegang maakt het mogelijk dat aangesloten burgers en bedrijven in het buitengebied de keuze hebben uit meerdere dienstleveranciers. Wholesaletoegang leidt niet per se tot minder opbrengsten. De wholesaledienstverlener kan een wholesaletarief in rekening brengen aan derden-exploitanten voor het gebruik van het netwerk. Daarnaast kan de concurrentie ervoor zorgen dat meer consumenten gebruik maken van het netwerk. Het wholesaletarief en de extra consumenten komen ten goede aan de rentabiliteit van het netwerk. In de praktijk zien we overigens dat marktpartijen die zonder publieke financiering glasvezel uitrollen, vrijwillig het netwerk openstellen voor dienstenleveranciers.
Hoe staat het met de koepelregeling, waarin provincies relatief eenvoudig kunnen bekijken hoe ze met de Europese Commissie en de Europese staatssteunregels moeten omgaan?
Deze koepelregeling moet worden gezien als een kader voor decentrale overheden dat vooraf duidelijkheid biedt over de wijze waarop zij publieke middelen kunnen aanwenden voor de uitrol van NGA-netwerken, zonder dat zij individueel een eigen steunregeling hoeven voor te leggen aan de Europese Commissie. Op ambtelijk niveau zijn de gesprekken gestart met de Europese Commissie. Zoals toegezegd wordt de Kamer rond de zomer nader geïnformeerd over de koepelregeling (Kamerstuk 26 643 nr. 433).
Welke mogelijkheden zijn er om de beoogde 40.000 huishoudens alsnog aan te sluiten op snel internet zonder als concurrent van marktpartijen op te treden?
Begin 2015 konden circa 330.000 huishoudens en bedrijven in Nederland niet beschikken over snel vast internet. Zoals toegezegd aan uw Kamer breng ik opnieuw in kaart wat op dit moment de resterende witte gebieden in Nederland zijn (Kamerstuk 26 643 nr. 433). Wat betreft Overijssel is bekend dat de betrokken bewonersinitiatieven en gemeenten overeenstemming hebben bereikt met CIF over hervatting van de voorbereidingen voor de aanleg van glasvezel. CIF maakte op 28 februari jl. bekend ook in andere provincies haar activiteiten te hervatten. Daar waar geen marktpartijen actief zijn, ligt er een rol voor decentrale overheden om de uitrol van NGA-netwerken te bevorderen. In mijn brief aan uw Kamer van 16 december jl. (Kamerstuk 26 643, nr. 433) geef ik een overzicht van de ontwikkelingen per provincie en de ondersteuning die ik bied.
De Europese Commissie hanteert de term Next Generation Access (NGA) netwerken: «aansluitnetwerken die volledig of gedeeltelijk gebruikmaken van optische elementen» en voldoen aan kenmerken genoemd in punt 58 van de EU-staatssteunrichtsnoeren voor breedband (2013/C 25/01). Een van de kenmerken is dat het netwerk betrouwbare hoge snelheid per abonnee kan bieden. In haar beschikkingenpraktijk legt de Europese Commissie op dit moment de grens op een snelheid van 30 Mbps.
Het moet wel reëel zijn dat de markt echt voornemens is om binnen drie jaar een NGA-netwerk te realiseren. In punt 65 van de EU-staatssteunrichtsnoeren voor breedband is hierover opgenomen dat overheden concrete toezeggingen en mijlpalen mogen verlangen van marktpartijen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-1381.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.