Vragen van de leden Gesthuizen (SP) en Voordewind (ChristenUnie) aan de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het bericht dat de UNHCR gehinderd wordt door Turkije in de monitoring van de vluchtelingendeal (ingezonden 23 januari 2017).

Antwoord van Minister Koenders (Buitenlandse Zaken), mede namens de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (ontvangen 28 februari 2017).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «UN struggles to monitor fate of readmitted Syrians in Turkey»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Hoe oordeelt u over het feit dat de Hoge Commissaris voor Vluchtelingen van de VN (UNHCR) geen «ongehinderde en voorspelbare toegang tot uitzendcentra in Turkije en het opvangcentrum in Duzici» heeft, ondanks de formele garanties die gemaakt zijn in het kader van de vluchtelingendeal?2

Waarom heeft Turkije de toegang tot het opvangcentrum in Duzici de UNHCR meermaals ontzegd?3

Antwoord 2 en 3

Zoals u bekend hecht het kabinet zeer aan de nauwe samenwerking met internationale organisaties als UNHCR en IOM in de uitvoering van de EU-Turkije Verklaring en heeft het zich daarvoor steeds ingezet. Toegang tot migranten die onder de Verklaring zijn teruggekeerd hoort daar wat het kabinet betreft ook bij. De toegang tot de opvanglocaties is reeds een terugkerend onderwerp in politieke en hoogambtelijke contacten van Nederland en de Europese Commissie met Turkije.

Zoals ook uit de vierde voortgangsrapportage van de Europese Commissie over de uitvoering van de EU-Turkije Verklaring blijkt, is hun ook toegang verleend tot de verschillende centra en opvangkampen. Daarnaast delen de Turkse autoriteiten ook informatie over de teruggekeerde migranten. Het kabinet merkt dan ook op dat er geen sprake is van een systematische weigering. Tegelijkertijd is het kabinet geen deelgenoot van de beweegredenen van de Turkse autoriteiten om de toegang in specifieke gevallen te ontzeggen. Nederland zal dan ook bij de Commissie blijven bepleiten dat regelmatige toegang deel uitmaakt van de gezamenlijke aanpak, en dat daarvoor bij de reguliere rapportage aandacht bestaat.

Vraag 4 en 5

Klopt het dat er begin november slechts 12 van de 82 Syriërs die vanuit Griekenland zijn teruggestuurd, een tijdelijke verblijfsstatus hebben gekregen?4 Wat zijn de actuele data?

Hoeveel teruggestuurde Syrische vluchtelingen worden op dit moment onvoldoende beschermd in Turkije? Kunt u uw antwoord onderbouwen?

Antwoord 4 en 5

In de vierde voortgangsrapportage over de EU-Turkije Verklaring, rapporteerde de Europese Commissie dat alle teruggekeerde Syriërs (t.t.v. voortgangsrapportage betrof dat 42 Syriërs) zijn opgevangen in een vluchtelingenkamp en weer zijn geregistreerd t.b.v. de speciale tijdelijke beschermingsmaatregel voor Syriërs. Tien personen zijn vrijwillig teruggekeerd naar Syrië.

Het kabinet herkent niet dat Syrische vluchtelingen onvoldoende worden beschermd. Op grond van de tijdelijke beschermingsmaatregel genieten zij vergelijkbare rechten als onder het VN-Vluchtelingenverdrag. Turkije biedt hun, met ondersteuning van de EU via de Faciliteit voor Vluchtelingen in Turkije, onder andere opvang, gezondheidszorg, toegang tot onderwijs en een cashcardprogramma waarmee vluchtelingen maandelijks een bedrag ter beschikking krijgen om naar eigen inzicht te besteden aan zaken als boodschappen, kleding, of woon-, onderwijs- en medische kosten.

Vraag 6

Kunt u bevestigen dat er vorig jaar 176 vluchtelingen aan de grens met Turkije zijn doodgeschoten?5 Is dit te rijmen met de afspraken die zijn gemaakt in het kader van de vluchtelingendeal? Hoe wordt er voorkomen dat er nog meer mensen worden doodgeschoten? Hoe ziet u uw eigen rol daarin als trekker van de vluchtelingendeal?

Antwoord 6

Zoals aan uw Kamer geschreven in het schriftelijk overleg inzake migratiebeheer EU-Turkije (d.d. 17 mei 2016, Kamerstuk 21 501-20 nr. 1141), is de Turks-Syrische grens ruim 900 km lang en grenst zij direct aan een actief conflictgebied in Syrië. Met UNHCR heeft het kabinet begrip voor de complexe veiligheidsvraagstukken waarmee de Turkse autoriteiten zich geconfronteerd zien, zoals grensoverschrijdingen door «foreign fighters» en smokkel van o.a. wapens. Daarnaast wijst het kabinet op de uitdagingen die er zijn om berichten over schietincidenten bevestigd te krijgen. Het kabinet kan noch het genoemde aantal, noch de status bevestigen van personen die aan de grens zouden zijn omgekomen.

In datzelfde schriftelijk overleg schreef het kabinet dat ten aanzien van de veiligheid van vluchtelingen in Turkije en het respecteren van de materiële vereisten van het VN-Vluchtelingenverdrag, UNHCR en migratiediensten van verschillende lidstaten het Turkse Directoraat-Generaal Migratiemanagement ondersteunen in zijn ontwikkeling door technisch advies en trainingen aan te bieden.

Vraag 7

Acht u de bovenstaande voorbeelden als een schending van de vluchtelingendeal door Turkije? Zo ja, op welke wijze gaat u deze schending aankaarten?

Antwoord 7

Zie antwoorden op vragen 2,3 en 6.

Vraag 8

Hoeveel vluchtelingen zijn er in het kader van de vluchtelingendeal in totaal teruggestuurd vanuit Griekenland naar Turkije?

Antwoord 8

Volgens gegevens van de Europese Commissie zijn tot en met 25 januari jl. 851 migranten teruggekeerd naar Turkije.

Vraag 9

Hoeveel van de 2,7 miljoen vluchtelingen in Turkije hebben inmiddels een werkvergunning?

Antwoord 9

Volgens cijfers van het Turkse Ministerie van Arbeid hebben ca. 18.000 Syriërs een werkvergunning aangevraagd. Daarvan zijn ca 13.000 aanvragen toegekend, waarvan ca. 5.000 aan vluchtelingen. Dat is een stijging van ca. 2.000 sinds het verschijnen van de vierde voortgangsrapportage over de uitvoering van de EU-Turkije Verklaring, waarvan uw Kamer als deel van het verslag van de JBZ-Raad van 8–9 december 2016 (Kamerstuk 32 317 nr. 453 d.d. 13 december 2016) een appreciatie ontving.

Vraag 10

Herinnert u zich dat u tijdens het mondelinge vragenuur van 5 april jl. zei: «Het gaat ook niet om bruine ogen. Ik wijs er wel op dat het nagevraagd is en dat daar vervolgens van Turkse kant een persverklaring uit voortgekomen is. Niettemin is het van belang om juist dit soort elementen zeer precies te bekijken, omdat het ook voor de Nederlandse regering van belang is dat de afspraken die gemaakt zijn met Turkije gebaseerd zijn op internationale standaarden»? Bent u bereid om nu opnieuw de bovengenoemde elementen van de uitvoering van de deal, en de mogelijkheden van de monitoring daarop, zeer precies te bekijken?

Antwoord 10

Ja, deze elementen zijn terugkerende onderwerpen in politieke en hoogambtelijke contacten met Turkije van Nederland en de Europese Commissie, die de uitvoering van de afspraken tussen de EU en Turkije monitort.


X Noot
1

EU Observer (19 januari 2017): «UN struggles to monitor fate of readmitted Syrians in Turkey» https://euobserver.com/migration/136591

X Noot
2

EU Observer (19 januari 2017): «UN struggles to monitor fate of readmitted Syrians in Turkey» https://euobserver.com/migration/136591

X Noot
3

EU Observer (19 januari 2017): «UN struggles to monitor fate of readmitted Syrians in Turkey» https://euobserver.com/migration/136591

X Noot
4

EU Observer (19 januari 2017): «UN struggles to monitor fate of readmitted Syrians in Turkey» https://euobserver.com/migration/136591

Naar boven