Vragen van de leden Van Toorenburg en PieterHeerma (beiden CDA) aan de Ministers van Veiligheid en Justitie en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Omstreden imam terug in Gouda» (ingezonden 13 januari 2017).

Antwoord van Minister Blok (Veiligheid en Justitie), mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 23 februari 2017). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016–2017, nr. 1152.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Omstreden imam terug in Gouda»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat alles in het werk gesteld moet worden om te voorkomen dat radicale predikers in Nederland onverdraagzame, anti-integratieve en/of antidemocratische boodschappen kunnen verspreiden?

Antwoord 2

Ja. Predikers die in Nederland onverdraagzame, anti-integratieve of antidemocratische boodschappen willen uitdragen en daarmee de openbare orde of nationale veiligheid bedreigen, zijn niet welkom. Voor visumplichtige predikers geldt maatregel 20F uit het actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme. U bent hierover recentelijk geïnformeerd2.

Vraag 3, 4 en 5

Is meer bekend over de inhoud van de lezing die deze imam heeft gegeven en kunt u aangeven of er onderzoek heeft plaatsgevonden door de politie en het openbaar ministerie naar het mogelijk plegen van strafbare feiten en tevens de Kamer informeren of hier een vervolgingsbeslissing uit is voortgevloeid, ten aanzien van zowel de imam als wel organisator van deze bijeenkomst?

Herinnert u zich dat de visa van deze en andere omstreden imams eerder zijn ingetrokken in het kader van een bijeenkomst in Rijswijk op 8 maart 2015?3 Waarom is dat nu klaarblijkelijk niet gebeurd?

Was u vooraf op de hoogte van zijn komst? Heeft u indien dat het geval was concrete maatregelen genomen om zijn komst te verhinderen? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3, 4 en 5

Voor personen met een paspoort uit een Schengenlidstaat geldt dat zij vrij mogen reizen binnen het Schengengebied. Aan personen van buiten het Schengengebied die een bedreiging voor de openbare orde en/of de nationale veiligheid vormen wordt geen visum verleend. Voor EU-onderdanen geldt de visumplicht niet en kan toegangsweigering op deze gronden alleen plaatsvinden indien er concrete aanwijzingen zijn dat er ernstige strafbare feiten ophanden zijn. De prediker waar in dit geval aan wordt gerefereerd heeft de Belgische nationaliteit. Hierbij is van belang dat volgens Europese richtlijn 2004/38 aan een burger van de Unie alleen de toegang geweigerd kan worden indien hij op grond van zijn persoonlijk gedrag een actueel, werkelijk en ernstig gevaar vormt voor een fundamenteel belang van de samenleving. Voor predikers die over een EU-nationaliteit beschikken geldt dat zij op basis van hun uitspraken die zij op Nederlandse bodem doen die in strijd zijn met Nederlandse wet- en regelgeving mogelijk vervolgd kunnen worden door het Openbaar Ministerie.

De gemeente Gouda is door de politie geïnformeerd over de mogelijke komst van deze prediker. Nadat de gemeente kennis heeft genomen van de komst van de prediker heeft de gemeente contact gezocht met het bestuur van de organiserende moskee. De lokale politie is bij de bijeenkomst aanwezig geweest zodat er bij strafbare feiten direct kon worden opgetreden. Er is tijdens de conferentie niet geconstateerd dat deze persoon heeft aangezet tot haat of vijandigheid tussen groepen, heeft opgeroepen tot geweld, noch een anti-integratieve of antidemocratische boodschap heeft verkondigd.

Het bericht waar u aan refereert heeft overigens betrekking op andere sprekers van de conferentie op 8 maart 2015 te Rijswijk, daar waar het intrekken van visa betreft.

Vraag 6

Kunt u bevestigen dat deze imam in Gouda uitgenodigd is door de islamitische vereniging Assalam?

Antwoord 6

Ja.

Vraag 7 en 8

Herinnert u zich de brief van de regering aan de Kamer waarin stond: «Het is een Nederlandse traditie dat het internationale recht deel uitmaakt van de Nederlandse rechtsorde. Dat is zo neergelegd in de Grondwet. Omdat bij strijdig handelen met het internationale recht doorgaans geen sprake zal zijn van algemeen nuttig handelen, kan bij instellingen die zich daar schuldig aan maken de ANBI (Algemeen Nut Beogende Instellingen)-status reeds worden ingetrokken»?4

Ziet u aanleiding te onderzoeken of bij de vereniging Assalam de ANBI-status ingetrokken kan worden, zo mogelijk met terugwerkende kracht en daarover de Kamer te informeren?

Antwoord 7 en 8

Ik onderschrijf die uitspraak nog steeds. De wet biedt de Belastingdienst de mogelijkheid om op basis van een weging van feiten en omstandigheden aan instellingen, die uitingen van haat of geweld mogelijk maken, de ANBI-status in te trekken. Als de Belastingdienst signalen ontvangt dat er instellingen zijn die haat en geweld ondersteunen of propageren, kan de Belastingdienst een onderzoek instellen en zo nodig de ANBI-status intrekken. Het propageren van geweld en haat kan immers als strijdig met het algemeen nut worden aangemerkt.

Op de website van de Belastingdienst is te zien welke instellingen als algemeen nut beogende instelling worden aangemerkt. Ook intrekkingen van de ANBI-status worden in deze lijst verwerkt.


X Noot
1

De Telegraaf, 8 januari 2017

X Noot
2

Zie voor de zevende Voortgangsrapportage Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme, d.d. 14 november 2016: https://www.nctv.nl/binaries/11112016%20TK%20Bijlage%201%20Zevende%20Voortgangsrapportage%20Actieprogramma_tcm31-214357.pdf.

X Noot
3

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 1555.

X Noot
4

Kamerstuk 33 752, nr. 16.

Naar boven