Vragen van het lid Segers (ChristenUnie) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de rol van prostitutiewebsites bij mensenhandel (ingezonden 23 december 2016).

Antwoord van Minister Blok (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 14 februari 2017). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016–2017, nr. 981.

Vraag 1

Kent u het bericht «Kinky.nl betreurt misbruik minderjarige»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat in sommige zaken rond minderjarige slachtoffers van mensenhandel of ontucht, het contact met de slachtoffers begint op websites waar mensen hun seksuele diensten kunnen aanbieden?

Antwoord 2

Het klopt dat er zaken bekend zijn waarbij het contact met de minderjarige slachtoffers van mensenhandel of ontucht begint op websites waar mensen hun seksuele diensten kunnen aanbieden.

Vraag 3 en 8

Hoe kijkt u aan tegen de rol van dergelijke websites? Vindt u dat de eigenaren/beheerders daarvan genoeg doen om het slachtofferschap tegen te gaan?

Kunt u aangeven wat overigens uw beleidsvoornemens zijn omtrent websites die gelegenheid bieden in contact te komen met minderjarige prostituees of onvoldoende tegengaan dat hun website daarvoor wordt gebruikt?

Antwoord 3 en 8

Dergelijke websites worden, net zoals andere websites, geacht in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving te handelen. Tegen websites die gelegenheid bieden in contact te komen met minderjarige prostituees wordt strafrechtelijk opgetreden. Met enkele websites waar personen seksuele diensten aanbieden is overleg met Openbaar Ministerie (OM), de politie en het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Ik ben voornemens dit overleg voort te zetten.

Vraag 4

Is het al voorgekomen dat eigenaren/beheerders van dergelijke websites strafrechtelijk zijn vervolgd voor hun aandeel in het mogelijk maken van de mensenhandel of seksueel contact met een minderjarige? Zo ja, hoe vaak is het tot een veroordeling gekomen? Zo nee, hoe verklaart u dat?

Antwoord 4

Zoals blijkt uit het antwoord op vraag 5 biedt de wet diverse mogelijkheden om websites die mensenhandel of ontucht met minderjarigen mede mogelijk maken aan te pakken. Het OM registreert echter in zijn systemen op soorten strafbare feiten. Er wordt dus niet gespecificeerd naar strafrechtelijke vervolgingen in het kader van het mogelijk maken van mensenhandel of seksueel contact met een minderjarige via websites.

Vraag 5

Op grond van welke strafrechtelijke bepalingen kunnen websites, die mensenhandel of ontucht met een minderjarige mede mogelijk maken, aangepakt worden? Bent u bereid te onderzoeken of de huidige strafrechtelijke bepalingen rond mensenhandel en seksueel contact met minderjarigen afdoende zijn om de genoemde websites aan te pakken? Zo nee, waarom bent u van mening dat de huidige strafrechtelijke bepalingen afdoende zijn?

Antwoord 5

Het huidige wettelijke kader (artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht) biedt voldoende mogelijkheden om aanbieders/beheerders van websites aan te pakken die opzettelijk dergelijke contacten bevorderen. Om die reden is er geen behoefte aan meer wetgeving. Ook diverse artikelen op het gebied van zeden, zoals de artikelen 242, 244, 245, 246, 247 en 248b van het Wetboek van Strafrecht bieden mogelijkheden om tegen de sites op te treden door hen medeplegen/medeplichtigheid te verwijten aan de strafbaar gestelde zedenfeiten. Voorts kan, wanneer een website seksueel materiaal aanbiedt waarbij een minderjarige is betrokken, sprake zijn van kinderpornografie (artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht).

Via de notice & takedown-procedure kan de aanbieder/beheerder van de website dringend verzocht worden de site of delen ervan offline te halen indien daar strafbare content op staat. De ervaring leert dat aan deze oproep in de meeste gevallen gehoor wordt gegeven. Indien dit onverhoopt toch niet zo is, kan hij via de procedure van artikel 54a van het Wetboek van Strafrecht hiertoe worden gedwongen.

Vraag 6

Zijn dergelijke websites straks onder de Wet regulering prostitutie en bestrijding missstanden seksbranche (Wrp)(33 885) vergunningplichtig? Zo ja, in welke gevallen?

Antwoord 6

Nee. Met de Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche (Wrp) wordt het verboden een seksbedrijf uit te oefenen zonder vergunning. De websites waarnaar deze leden vragen, vallen niet onder het begrip «seksbedrijf» in de zin van de Wrp.

Vraag 7

Bent u ermee bekend dat in de strafzaak waar Omroep Zeeland in het genoemde bericht over schrijft, verdachten in contact kwamen met het slachtoffer via de website kinky.nl, een seksadvertentie-website van Midhold BV in Den Haag? Bent u ermee bekend dat op die website onder het kopje «veilig afspreken» het politie-logo staat of heeft gestaan? Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat een dergelijke website de indruk wekt samen te werken met de politie door gebruik te maken van het politie-logo? Wat gaat u doen om te voorkomen dat een dergelijke website het politie-logo gebruikt?

Antwoord 7

Dit geval was mij niet bekend, en het politie-logo staat niet meer op de betreffende website. Er staat nu op de website dat bij het vermoeden van misstanden wordt aangeraden dit te melden «bij de politie in uw woonplaats» of bij «Meld Misdaad Anoniem». Ik ben van mening dat dit een terechte opmerking is.

Wanneer overigens geconstateerd wordt dat het politielogo zonder toestemming of voor commerciële doeleinden wordt gebruikt, onderneemt de politie altijd actie op grond van inbreuk op de intellectuele eigendomsrechten (IER) op het politielogo. De aard van de (commerciële) activiteit is daarbij niet relevant. De politie krijgt meldingen van collega’s en soms ook van burgers over inbreuken op de IER. Iedere melding wordt in behandeling genomen.

Naar boven