Vragen van het lid Albert deVries (PvdA) aan de Minister voor Wonen en Rijksdienst over de risico’s van koolmonoxidevergiftiging door cv-installaties (ingezonden 20 november 2015).

Antwoord van Minister Blok (Wonen en Rijksdienst), mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 23 december 2015) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 659

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Wat zijn de oorzaken van koolmonoxidevergiftiging»?1 Herinnert u zich de antwoorden op eerdere vragen over dit onderwerp, die u op 12 januari 2015 aan de Tweede Kamer zond?2

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de conclusie dat koolmonoxidevergiftiging een onderschat probleem is en betrekt u deze conclusie ook op u zelf? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) over koolmonoxide geeft een goede en uitvoerige analyse van de problematiek. Wij zijn de OvV hiervoor zeer erkentelijk. Momenteel werken de minster van VWS en ik aan een kabinetsstandpunt waarin een reactie op het rapport wordt gegeven. Het kabinetsstandpunt wordt in het voorjaar 2016 gestuurd aan de Tweede Kamer.

Vraag 3

Bent u ook geschrokken van de bevindingen van het onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid dat ongeveer de helft van de koolmonoxideongevallen zich voordoet bij gastoestellen jonger dan 10 jaar en ruim twee derde bij toestellen die periodiek onderhouden worden of nieuw zijn? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Uit het OvV-onderzoek blijkt dat de aanleg en onderhoud van de cv-installaties niet altijd goed wordt uitgevoerd, waardoor ongevallen ook vaak plaatsvinden bij jonge en periodiek onderhouden toestellen. Dat er ook bij jonge en onderhouden CV-toestellen ongevallen kunnen plaatsvinden, was bekend. Nieuw is dat uit het OvV-rapport volgt dat het hierbij gaat om relatief veel ongevallen. Het bestaande beeld dat de problematiek van koolmonoxide vooral speelt bij oude en slecht onderhouden toestellen wordt daarom herzien. In het kabinetsstandpunt zullen wij u nader informeren.

Vraag 4

Onderschrijft u de analyse van de Onderzoeksraad voor Veiligheid dat de overheid de regie in handen moet nemen omdat het aantal betrokkenen met tegengestelde belangen te groot is om de verantwoordelijkheid volledig bij de branche te leggen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe wilt u die regie vorm geven?

Antwoord 4

In het kabinetsstandpunt zullen wij u hierover nader informeren.

Vraag 5

Wilt u zo snel mogelijk de volledige testgegevens van koolmonoxidemelders openbaar maken, zodat duidelijkheid ontstaat voor mensen die zo’n melder willen aanschaffen? Op welke wijze gaat er informatie verstrekt worden aan bewoners, eigenaren, installateurs en hulpverleners over de gevaren van koolmonoxide en de manier waarop die verkleind kunnen worden?

Antwoord 5

De onveilige melders zijn op last van de nationale autoriteiten (in Nederland: de NVWA) uit de handel genomen en er zijn publiekswaarschuwingen uitgegaan. Alle onveilige melders uit de Europese steekproef zijn terug te vinden op de Rapex-website: http://ec.europa.eu/consumers/safety/rapex/alerts/main/index.cfm?event=main.search. (De jaartallen 2014 én 2015 aanvinken en bij het veld «product» de term «carbon monoxide» invullen).

Over toekomstige informatiecampagnes zullen we u in het kabinetsstandpunt nader informeren.

Vraag 6

Welke mogelijkheden ziet u voor betere Europese eisen voor verbrandingstoestellen, zodat deze veiliger worden en afslaan bij te hoge concentraties koolmonoxide? Hoe gaat u hieraan werken?

Antwoord 6

In het kabinetsstandpunt zullen wij u hierover nader informeren.

Vraag 7

Deelt u de mening dat het nodig is om een wettelijk verplichte uniforme erkenningsregeling te ontwerpen voor installateurs, die verbrandingsinstallaties aanleggen en onderhouden? Zo nee, welk gelijkwaardig alternatief heeft u hiervoor? Zo ja, welke stappen gaat u hiervoor ondernemen en wanneer verwacht u een dergelijke regeling in te kunnen laten gaan?

Antwoord 7

In het kabinetsstandpunt zullen wij u hierover nader informeren.

Vraag 8

Bent u van plan om een reactie te geven op het volledige rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid? Zo ja, wanneer verwacht u deze reactie te publiceren?

Antwoord 8

Het kabinetsstandpunt is in voorbereiding en wordt naar verwachting in het voorjaar 2016 aan de Tweede Kamer gestuurd.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Bashir en Van Gerven (beiden SP), ingezonden 20 november 2015 (vraagnummer 2015Z22110)


X Noot
1

website van de NOS, 18 november 2015

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 1039

Naar boven