Vragen van het lid Albert de Vries (PvdA) aan de Minister voor Wonen en Rijksdienst over de toename van koolmonoxidevergiftigingen door cv installaties (ingezonden 11 december 2014).

Antwoord van Minister Blok (Wonen en Rijksdienst) (ontvangen 14 januari 2015).

Vraag 1

Kent u het bericht over de toename van koolmonoxidevergiftigingen door slechte cv installaties?1

Antwoord 1

Ja, dit is een bericht van 3 november 2014. Naar aanleiding van het in dit bericht genoemde televisieprogramma heb ik op dinsdag 4 november 2014 mondelinge vragen beantwoord van het lid Verhoeven (D66) (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 72).

Vraag 2

Onderschrijft u de analyse en conclusies uit het artikel? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 2

Uit het artikel blijkt dat er op dit moment nog een onderzoek wordt uitgevoerd door de Onderzoeksraad voor Veiligheid naar koolmonoxidevergiftigingen. Zodra de resultaten van dit onderzoek beschikbaar zijn – naar verwachting voorjaar 2015 – informeer ik de Tweede Kamer nader hierover.

Vraag 3

Ziet u de noodzaak om de kwaliteit van de installatie van gastoestellen beter te waarborgen?

Antwoord 3

Ik zie deze betere kwaliteitsborging van het installatiewerk vooralsnog als verantwoordelijkheid van bedrijven en burgers. Ik wacht het rapport van Onderzoeksraad voor Veiligheid af om mijn standpunt nader te bepalen.

Vraag 4

Kunt u een reactie geven op de onderstaande stappen om het probleem aan te pakken?

  • a) Een direct verbod op nieuwe installaties van open-verbrandingstoestellen.

  • b) Een uitsterfconstructie door in het Bouwbesluit 20122 te bepalen dat bijvoorbeeld na 1 januari 2020 open-verbrandingstoestellen niet langer in gebouwen gebruikt mogen worden.

  • c) Een actieve publiekscampagne, dus breder dan alleen een handreiking voor verhuurders3, met duidelijke instructies over hoe de risico's van open-gasinstallaties beperkt moeten worden in de tijd dat vervanging nog niet heeft plaatsgevonden.

  • d) Voor de aanleg van gasinstallaties en bijbehorende rookgasvoorzieningen in gebouwen een door de overheid te erkennen toepassing vaststellen en tevens verplichten dat de uitvoering door een erkende installateur dient te gebeuren en dat deze bij oplevering moet verklaren dat hij volgens die erkende toepassing heeft gewerkt.

Antwoord 4

Ik wacht het rapport van Onderzoeksraad voor Veiligheid af om mijn standpunt hierover nader te bepalen, maar dat gezegd zijnde wil ik nog een aantal zaken toelichten.

  • a) De productveiligheid van gastoestellen is Europees geregeld. Een verbod op open gastoestellen staat op gespannen voet met deze Europese regelgeving, want kan worden gezien als handelsbelemmering. Op grond hiervan is tot nu toe afgezien van een verbod.

  • b) Uit onderzoek (Kamerstuk 32 757 nr. 77) blijkt dat de afname van het aantal open-verbrandingstoestellen ook vrijwillig plaatsvindt en dat naar verwachting in 2023 alle open verbrandingstoestellen zijn vervangen door gesloten toestellen.

  • c) Een goede publieksvoorlichting over verbrandingstoestellen en koolmonoxidevergiftiging vind ik belangrijk. Om de informatievoorziening over dit onderwerp te verbeteren, is er momenteel overleg tussen de betrokken ministeries IenM, VWS en BZK.

  • d) Ik werk momenteel aan de verbetering van de kwaliteitsborging in de bouw. Vanaf 2016 zullen bouwers aan de hand van erkende toetsinstrumenten inzichtelijk moeten maken dat wordt volstaan aan de bouwvoorschriften. Ik heb uw Kamer hierover eerder geïnformeerd en meest recent gesproken bij het Algemeen Overleg Bouwregelgeving op 9 september 2014 (Kamerstuk 28 325, nr. 156). Deze verbeterde kwaliteitsborging heeft ook betrekking op installatiewerk bij de nieuwbouw en verbouw van woningen.


X Noot
2

Kamerstuk, 32 757

X Noot
3

Handreiking open-verbrandingstoestellen, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Oktober 2014 | b-25109.

Naar boven