Vragen van het lid Kooiman (SP) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat de brandweer in Breskens veel te laat kwam (ingezonden 10 november 2015).

Antwoord van Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 18 december 2015). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 731.

Vraag 1, 2, 3 en 7

Wat is uw reactie op het bericht «Brandweer Breskens kwam veel te laat» en «Brand Breskens vervelend incident»?1

Deelt u de mening dat de veiligheid wel degelijk in het geding is als de brandweer niet binnen de gestelde aanrijdtijd ter plekke kan zijn, vooral als de veiligheidsregio Zeeland aangeeft dat dit weer kan gebeuren?2

Deelt u de mening dat het oprekken van de aanrijtijden een onaanvaardbare oplossing is om de aanrijtijden wel te halen? Zo ja, wat gaat u doen om dit tegen te houden?

Zijn de voorstellen van de veiligheidsregio Zeeland «Maatwerk in Brandweerzorg» getoetst door uw ministerie? Zo ja, voldeed het aan de gestelde normen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 1, 2, 3 en 7

Ik heb kennis genomen van de berichten. Gelet op de verantwoordelijkheid van het bestuur van de Veiligheidsregio Zeeland ten aanzien van de organisatie van de brandweerzorg, overeenkomstig mijn brief van 3 juni 20153, heb ik de regio gevraagd mij informatie te verschaffen voor de beantwoording van uw vragen.

De Veiligheidsregio Zeeland heeft mij bericht dat de veiligheidsregio heeft geconstateerd dat de garantie van het uitrukken vanuit sommige posten in de huidige situatie niet overal voldoende is geborgd. Daarbij vult de regio aan dat er op sommige plekken wel posten zijn, maar het bij een alarmering overdag, of juist in de avonduren, niet zeker is of er voldoende en adequaat gekwalificeerd personeel beschikbaar is. Dit probleem heeft zich helaas ook voorgedaan bij de brand in Breskens.

Vanwege deze kwetsbaarheid van de beschikking van voldoende en gekwalificeerd personeel is de veiligheidsregio het project Maatwerk in Brandweerzorg gestart waarbinnen, zo stelt de regio, nadrukkelijk aandacht is voor het verbeteren van de dekking en opkomsttijden. Op 9 juli 2015 is het rapport Maatwerk in Brandweerzorg, met daarin uitgangspunten en plannen, bestuurlijk vastgesteld.

De veiligheidsregio heeft aangegeven dat met het project in bepaalde gevallen door het Algemeen Bestuur gemotiveerd wordt afgeweken van de normtijden van het Besluit veiligheidsregio’s. Deze gemotiveerde afwijking is mogelijk binnen de kaders van het besluit, mits er geen opkomsttijd wordt vastgesteld die hoger is dan 18 minuten (art. 3.2.1 Bvr).

De Inspectie Veiligheid en Justitie heeft een quickscan uitgevoerd naar de plannen in Maatwerk in Brandweerzorg. De conclusie van de Inspectie VenJ is dat de plannen in Maatwerk in Brandweerzorg een belangrijke verbetering van de repressieve brandweerzorg in Zeeland kunnen bewerkstelligen en dat deze plannen voor het grootste deel voldoen aan de wet- en regelgeving. Op enkele punten bestaat daarover echter nog onzekerheid. Deze onzekerheid kan pas worden weggenomen tijdens de uitwerking en implementatie van de plannen. Zo dient de veiligheidsregio Zeeland bijvoorbeeld door een brandweerkundige onderbouwing aan te tonen dat de innovatieve wijze van inrichting van de repressieve brandweerzorg met gebruikmaking van de «Zeeuwse TS» een gelijkwaardig niveau van veiligheid voor burgers biedt als met de TS6 als basisbrandweereenheid.

De Inspectie VenJ toetst daarom gedurende de implementatie van Maatwerk in Brandweerzorg periodiek (en afgestemd op de relevante stappen in het implementatieplan) of de uitwerking van de plannen voldoet aan wet- en regelgeving. Bij constatering dat dat niet het geval is, zal de Inspectie VenJ het bestuur van de veiligheidsregio Zeeland hiervan op de hoogte stellen en aandringen op aanpassing.

Vraag 4

Hoe gaat u ervoor zorgen dat de motie Kooiman wordt uitgevoerd zodat veiligheidsregio's geen brandweerposten sluiten voordat zij een dekkingsplan hebben waarin de locaties met afwijkende normtijden gemotiveerd zijn vastgesteld?4

Antwoord 4

In de motie Kooiman verzoekt de Kamer de regering veiligheidsregio's ertoe aan te zetten dat zij geen brandweerposten sluiten voordat zij een dekkingsplan hebben waarin de locaties met afwijkende normtijden gemotiveerd zijn vastgesteld.

De Inspectie V&J heeft geconstateerd dat de veiligheidsregio Zeeland met het project Maatwerk in Brandweerzorg, inclusief de uitwerkingen daarvan op gemeentelijk niveau, beschikt over een dekkingsplan waarin de locaties met afwijkende normtijden gemotiveerd zijn vastgesteld.

Ik constateer dan ook dat de regio in lijn met de motie heeft gehandeld.

Vraag 5, 6 en 8

Deelt u de mening dat het voor brandweerpersoneel ook onveiliger is, en ze het een slecht imago geeft, wanneer zij te laat ter plekke zijn, gezien de boze reacties die volgden binnen de gemeenschap? Hoe gaat u gezien deze ontwikkelingen ervoor zorgen dat brandweervrijwilligers gemotiveerd (blijven) en niet vertrekken?

Vindt u het wenselijk dat er in Zeeland elf kazernes worden gesloten, cq. worden samengevoegd en er bezuinigd is op het brandweerpersoneel?

Bent u bereid om met de veiligheidsregio Zeeland in gesprek te gaan om de veiligheid van de inwoners van Zeeland te waarborgen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5, 6 en 8

De veiligheid en het gemotiveerd houden van het brandweerpersoneel, het sluiten of samenvoegen van kazernes en de veiligheid van de inwoners van Zeeland is, uiteraard binnen de grenzen van de wet, primair een verantwoordelijkheid van het bestuur van de Veiligheidsregio Zeeland. Ik vertrouw erop dat het bestuur naast de reeds gezette stappen, waarover de inspectie positief oordeelt, aanvullende maatregelen neemt om een situatie zoals zich in Breskens heeft voorgedaan te voorkomen. De democratische controle geschiedt via de gemeenteraden van de Zeeuwse gemeenten. Ik wens daarin niet te treden, conform de lijn uit mijn brief van 3 juni 2015 waarnaar ik in antwoord 1, 2, 3 en 7 reeds heb verwezen.

Naar boven