Vragen van het lid Thieme (PvdD) aan de Minister-President over dolfijnenslachtingen en de walvisjacht als onderwerp van de economische missie naar Japan (ingezonden 6 november 2015).

Antwoord van Minister-President Rutte (Algemene Zaken) mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Staatssecretaris van Economische Zaken (ontvangen 7 december 2015).

Vraag 1

Op welke wijze gaat u tijdens uw economische missie naar Japan invulling geven aan het door de regering officieel ingenomen standpunt tegen Japanse dolfijnslachtingen en de walvisjacht, en aan de meermaals gedane toezegging zich daar blijvend tegen te verzetten?1

Antwoord 1

Het kabinet is van mening dat het slachten van dolfijnen niet acceptabel is en dat alle walvisjacht verboden zou moeten zijn, ook walvisjacht voor wetenschappelijke doeleinden. Ik heb in mijn gesprek gesprek met de Japanse premier Abe dit standpunt van de Nederlandse regering opnieuw onder de aandacht gebracht bij de Japanse regering.

Vraag 2

Bent u conform eerdere toezegging bereid de Kamer achteraf te informeren over uw gedane inspanningen tijdens de economische missie?2

Antwoord 2

Ja, zie antwoord op vraag 1.

Vraag 3

Kunt u concreet uiteenzetten hoe het kabinet, conform eerdere toezegging, het vrijhandelsverdrag tussen de EU en Japan het afgelopen jaar heeft benut en komend jaar zal benutten voor een moratorium op de walvisjacht en de een beëindiging van de dolfijnslachtingen?3

Antwoord 3

Nederland heeft – net als verscheidene andere lidstaten – bij de Europese Commissie meerdere malen aangedrongen om een ambitieus hoofdstuk over duurzaamheid en dierenwelzijn in het handelsverdrag tussen de EU en Japan op te nemen. Een dergelijk hoofdstuk vormt voor Nederland een belangrijk aanknopingspunt om de discussie met Japan over de vangst van walvissen en dolfijnen te kunnen voeren. Japan staat hier tot nu toe afwijzend tegenover. De Europese Commissie heeft zijn zorgen hierover bij Japan onder de aandacht gebracht. Hierbij is benadrukt dat een handelsakkoord zonder een hoogwaardig duurzaamheidshoofdstuk niet op instemming van het Europese parlement en de lidstaten zal kunnen rekenen. Het kabinet steunt deze inzet van de Europese Commissie.


X Noot
1

Aangenomen moties: Kamerstukken 28 286, nr. 736, 21 501-32, nr. 751, 32 123 XIV, nr. 122 en de toezeggingen vergaderjaar 2014–2015 aanhangsel 949, vergaderjaar 2013–2014 aanhangsel 2014D01968

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 43

X Noot
3

Vergaderjaar 2014–2015 aanhangsel 949

Naar boven