Vragen van de leden Ronnes (CDA) en Merkies (SP) aan de Minister van Financiën naar aanleiding van het bericht «Vivat verzekeringen krijgt mogelijk junkstatus» (ingezonden 2 november 2015).

Antwoord van Minister Dijsselbloem (Financiën) (ontvangen 24 november 2015).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Vivat verzekeringen krijgt mogelijk junkstatus»1

Antwoord 1

Ja

Vraag 2, 3, 4, 5 en 12

Hoe kan het dat een kredietbeoordelaar geen inzicht heeft in een financiële instelling die in Nederland actief is en daarom geen kredietrating kan afgeven?

Wat zijn de gevolgen van een lagere rating voor de stabiliteit van Vivat (solvabiliteit, rentelasten, enz.), het Nederlandse financiële stelsel en de polishouders van Vivat?

Wat zou het gevolg zijn als de kredietrating van Vivat wordt ingetrokken?

Zijn er naast Standard & Poors (S&P) nog andere kredietbeoordelaars die een veel lagere rating voor Vivat overwegen?

Wat is uw opvatting over de negatieve ratingontwikkeling van Vivat in relatie tot de gewenste stabiliteit die voor Vivat en haar polishouders van belang is?

Antwoord 2, 3, 4, 5 en 12

Standard & Poor’s (S&P) heeft op 19 oktober de zogenoemde outlook van de kredietbeoordeling van de verzekeringsgroep Vivat en de werkmaatschappijen SRLEV en REAAL Schade aangepast van developing naar negative.S&P heeft vervolgens op 12 november bekend gemaakt dat zij de rating van Vivat en de werkmaatschappijen voor een periode van 90 dagen schorst.

S&P schrijft op 19 oktober dat zij verwacht dat na de overname Anbang zowel strategisch als operationeel betrokken zal zijn bij Vivat. S&P verwacht daarom de verzekeringsgroep Vivat te zullen waarderen als dochter van de Anbang Groep. De kredietbeoordeling van Vivat zal naar de mening van S&P niet los gezien kunnen worden van de kredietbeoordeling van de Anbang Groep. S&P vervolgt dat zij beperkt de beschikking heeft over informatie over de Anbang groep, maar dat zij verwacht dat de kredietbeoordeling van de Anbang groep lager zal zijn dan die van Vivat.

Op 12 november schrijft S&P dat zij er niet in is geslaagd om voldoende informatie te vergaren om de kredietwaardigheid van de Anbang Groep accuraat te kunnen beoordelen. Om deze reden schorst S&P de rating van Vivat en de werkmaatschappijen.

De schorsing van de rating van Vivat en de werkmaatschappijen door S&P heeft voor de solvabiliteit van de verzekeringsgroep en de individuele verzekeringsmaatschappijen geen onmiddellijke gevolgen. De berekening van de solvabiliteit van een verzekeringsgroep is niet afhankelijk van de kredietbeoordeling van die groep door een kredietbeoordelaar maar geschiedt op basis van in de wetgeving neergelegde voorschriften. Vivat heeft vrijdag 23 oktober de kapitaalversterking van EUR 1,35 miljard ontvangen, zoals was aangekondigd op het moment van de verkoop van Vivat aan Anbang. Als gevolg van deze kapitaalversterking stijgt de Solvency I ratio volgens VIVAT naar 233% en de Solvency II ratio naar meer dan 150%. Hiermee wordt ruimschoots aan alle wettelijke eisen voldaan. Niet ondenkbaar is dat de schorsing van de rating gevolgen heeft voor de prijs van externe financiering van Vivat. Tegelijkertijd is de rating slechts een onderdeel van een bredere afweging van geldverstrekkers, daarbij is het oordeel van de kredietbeoordelaars niet allesbepalend.

Het oordeel van de kredietbeoordelaars is overigens ook niet eensluidend. Op dit moment heeft alleen S&P een rating afgegeven voor de verzekeringsgroep Vivat. De twee andere grote kredietbeoordelaars hebben geen rating afgegeven voor de verzekeringsgroep, zij hebben echter wel een rating afgegeven voor de werkmaatschappijen SRLEV en REAAL Schade.

Fitch Ratings heeft op 13 november bekend gemaakt dat zij de rating van beide werkmaatschappijen herbevestigd met een positieve outlook. Fitch had voordien voor beide werkmaatschappij een positieve noch negatieve outlook («rating watch evolving»). Fitch schrijft dat zij van Vivat begrijpt dat het wettelijk kader de kapitaalpositie van Vivat beschermt door beperkingen ten aanzien van de minimale kapitalisatie en uitkering van dividenden. Fitch meent dat deze beperkingen tot doel hebben om de kapitaalspositie van Vivat op niveau te behouden en polishouders te beschermen. De positieve outlook reflecteert de verwachting van Fitch dat Vivat door een aantal maatregelen de winstgevendheid en de capaciteit om aan haar schuldverplichtingen te voldoen zal kunnen verbeteren.

Moody’s heeft ten aanzien van beiden thans eveneens een positieve outlook. Moody’s heeft daarbij op 28 oktober 2015 de kredietbeoordeling van de uitstaande achtergestelde leningen van SRLEV hoger gewaardeerd.

Vraag 6, 7 en 8

Heeft De Nederlandsche Bank (DNB) wél toegang gekregen tot alle financiële informatie waar de kredietbeoordelaar geen toegang toe heeft gekregen om tot een beoordeling van de financiële stabiliteit van Anbang te komen?

Zijn er in het verleden meer gevallen geweest waar DNB een verklaring van geen bezwaar heeft afgegeven voor (overnames van) bedrijven waarbij de kredietbeoordelaars geen oordeel konden geven of hadden gegeven?

Wat is in het algemeen het beleid van DNB als het gaat om het meenemen van het oordeel van kredietbeoordelaars in eigen besluiten over de betreffende financiële instellingen?

Antwoord 6, 7 en 8

Op grond van de Wet op het financieel toezicht is voor het verwerven van een gekwalificeerde deelneming in een verzekeraar, direct of indirect via een verzekeringsholding, een verklaring van geen bezwaar van DNB vereist. DNB verleent een dergelijke verklaring alleen indien zij zich ervan vergewist heeft dat de potentiële verwerver aan de in de wet gestelde eisen voldoet. DNB heeft op 3 juli 2015 de voor de overname van Vivat vereiste vvgb’s verleend. Daaruit maak ik op dat DNB de beschikking heeft gehad over alle informatie die de toezichthouder voor de beoordeling van de aanvraag noodzakelijk achtte.

In het algemeen neemt DNB alle relevante beschikbare toezichtvertrouwelijke en publieke informatie mee voor haar prudentieel toezicht op financiële instellingen. Informatie van kredietbeoordelaars over deze instellingen kan daarbij door DNB worden betrokken, als één van de bronnen van informatie. De beschikbaarheid van een beoordeling van de kredietwaardigheid van een financiële onderneming door een kredietbeoordelaar is echter geen vereiste voor lopend toezicht of de beoordeling van een aanvraag van een verklaring van geen bezwaar.

Vraag 9 en 10

Wat is uw oordeel over het feit dat S&P expliciet aangeeft dat Vivat voortaan feitelijk vanuit Anbang wordt geleid en dat daarom de kredietrating van Anbang aangehouden moet worden?

Hoe duidt u dat de overname door Anbang er feitelijk toe lijkt te leiden dat de invloed vanuit Nederland (door bijvoorbeeld een Nederlandse CEO) wordt geminimaliseerd?

Antwoord 9 en 10

Zoals ik op 23 september in antwoord op vragen van de heer Nijboer reeds opmerkte is de governance van Vivat een zaak van de vennootschap en haar aandeelhouder. Ik heb daarbij geen betrokkenheid meer en het past mij niet om daarover een oordeel te vellen. In algemene zin kan ik opmerken dat in de wet strenge eisen worden gesteld aan de governance van een verzekeraar. DNB beoordeelt of daaraan wordt voldaan.

Vraag 11

Eerder heeft u aangegeven dat de overgang van bepaalde Nederlandse bestuurders van «belang is voor de continuïteit van de verzekeringsgroep Vivat»; is de continuïteit in gevaar nu deze bestuurders zijn vertrokken ofwel feitelijk geen zeggenschap meer hebben (aldus S&P)?2 Zo nee, waarom hebben Raad van Commissarissen, DNB, aandeelhouder NLFI en u eerder aangegeven dat dit wel zo was?

Antwoord 11

Zoals ik op 23 september in antwoord op vragen van de heren Ronnes en Omtzigt reeds opmerkte beschouw ik het in algemene zin als positief wanneer een financiële onderneming wordt overgenomen of afgesplitst, de onderneming daarna mede wordt geleid door personen met kennis van en ervaring in die onderneming. Dit acht ik, zoals ik in de geciteerde passage ook heb opgemerkt, in het belang van de continuïteit van de onderneming. Om die reden heb ik eerder positief geoordeeld over de overstap van onder meer de heer van Olphen en andere bestuurders naar Vivat. Dat neemt niet weg dat door de vennootschap en de nieuwe aandeelhouder andere keuzes kunnen worden gemaakt. Dit leidt – in antwoord op uw vraag – uiteraard niet één-op-één tot een gevaar voor de continuïteit van de onderneming.

Vraag 13

Hoe verhoudt de aanhoudende stroom van negatieve berichten over Anbang zich met uw uitspraken bij RTL Z3, waarin u aangeeft dat kritiek op Anbang niet terecht is? Waarom mag een overnemende partij niet kritisch bejegend worden?

Antwoord 13

Eenieder mag kritisch bejegend worden, ook Anbang. Ik denk dat het van belang is ook de welkome investering van Anbang in Vivat voor ogen te houden. Vivat stond er niet goed voor en met de overname door Anbang is een speler van aanzienlijke omvang in de Nederlandse verzekeringssector behouden. Dat de nieuwe eigenaar, die een substantiële investering heeft gedaan in de onderneming, aanpassingen doorvoert in de governance en het bedrijfsmodel van de onderneming vind ik daarbij niet onredelijk. De overname van Vivat door Anbang en de kapitaalversterking van 1,35 mrd. waarborgt de stabiliteit en continuïteit van Vivat en dat is in het belang van alle polishouders.


X Noot
1

Het Financieele Dagblad, 19 oktober 2015

X Noot
2

Kamerstuk 33 532, nr. 46

Naar boven