Vragen van het lid Maij (PvdA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de inval van de Turkse politie bij een mediaconcern in Turkije (ingezonden 29 oktober 2015).

Antwoord van Minister Koenders (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 13 november 2015).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de bestorming door de Turkse politie van een mediaconcern in Istanbul?1

Vraag 2

Welke precieze informatie heeft u over deze gebeurtenis en wat is uw reactie erop?

Vraag 3

Op welke wijze bent u bereid deze gebeurtenis scherp te veroordelen en de Turkse ambassadeur bij u op het matje te roepen?

Vraag 4

Deelt u de opvatting dat dit optreden van de Turkse regering een forse schending van de persvrijheid in Turkije oplevert? Zo ja, op welke wijze kunt u in Europees verband aandacht vragen voor de persvrijheid in Turkije en eraan bijdragen dat dit namens de EU richting Turkije geadresseerd wordt?

Vraag 5

Deelt u de opvatting dat deze inval tevens een inbreuk op de democratische rechtsorde in Turkije inhoudt, nu deze plaatsvindt vlak voor de parlementsverkiezingen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Hoe verhouden zulke inbreuken op de persvrijheid en de democratische rechtsorde zich met de ambities van Turkije om lid te worden van de Europese Unie? Deelt u de mening dat Turkije geen lid kan worden van de EU als dit soort inbreuken op de persvrijheid niet volledig wordt uitgebannen?

Vraag 7

Hoe beoordeelt u het gegeven dat een jaar geleden ook al tientallen journalisten werden gearresteerd en er blijkbaar geen enkele veranderde houding in het optreden van de Turkse regering is te bespeuren? Welke instrumenten heeft de EU om hier in het belang van de persvrijheid in Turkije toch vooruitgang op te kunnen stimuleren?2

Nader antwoord

De schriftelijke vragen van het lid Maij (PvdA) vraagnummer 2015Z20077, zijn beantword middels de brief «Huidige ontwikkelingen in Turkije en inval van Turkse politie bij een mediaconcern» (Kamerstuk 32 623, nr. 156)

Naar boven