Vragen van de leden Siderius en Karabulut (beiden SP) aan de Staatssecretarissen van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over knelpunten in de inkomensvoorziening voor jongeren met opgeschorte Wajong-2015 (ingezonden 9 september 2015).

Antwoord van Staatssecretaris Dekker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 3 november 2015).

Vraag 1

Bent u van mening dat meervoudig gehandicapte jongeren die ook na hun 18e jaar nog door willen leren, de mogelijkheden zouden moeten hebben voor maximale ontplooiingsmogelijkheden en een grotere zelfredzaamheid? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 1

Ja, en dat is nu ook al mogelijk. Jongeren, dus ook zeer moeilijk lerende jongeren met een bijkomende fysieke beperking, kunnen tot hun twintigste jaar in het voortgezet speciaal onderwijs (vso) blijven. In sommige gevallen kan verblijf na het twintigste jaar aangewezen zijn, ter voltooiing van de opleiding of vanwege verhoging van de arbeidsgeschiktheid. Dan kan aan de Inspectie van het Onderwijs ontheffing gevraagd worden van de bepaling dat de jongere het vso dient te verlaten aan het eind van het schooljaar waarin hij 20 wordt. In sommige gevallen is het mogelijk voor jongeren van 18 jaar en ouder om een gemeentelijke studietoeslag te ontvangen (zie het antwoord op vraag1.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u het feit dat meervoudig gehandicapte jongeren die ouder zijn dan 18 jaar, niet meer verder kunnen leren en achter de geraniums belanden omdat zij per 1 januari 2015 geen recht meer hebben op een studie-Wajong, noch een Individuele Studietoeslag vanwege het ontbreken van arbeidsmarktperspectief en omdat de Wtos ontoereikend is?2

Antwoord 2

Met de inwerkingtreding van de Participatiewet is de Wajong alleen nog toegankelijk voor mensen die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben. Jongeren met arbeidsvermogen of tijdelijk geen arbeidsvermogen kunnen zich voor (financiële) ondersteuning wenden tot de gemeente. Gemeenten hebben met de Participatiewet de mogelijkheid gekregen een individuele studietoeslag toe te kennen voor jongeren van 18 jaar en ouder. Voorwaarde voor de studietoeslag is dat de jongere recht heeft op studiefinanciering of een tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 4 WTOS. Daarnaast dient de jongere niet in staat te zijn het wettelijk minimumloon te verdienen, maar wel arbeidsvermogen te hebben. Jongeren die tijdelijk geen arbeidsvermogen hebben zijn derhalve uitgesloten van de gemeentelijke studietoeslag.

Gemeenten hebben echter op basis van de Participatiewet wel de mogelijkheid om voor deze groep bijzondere bijstand in te zetten. Ten aanzien van het recht op bijzondere bijstand bepaalt de Participatiewet dat een persoon van 18, 19 of 20 jaar recht heeft op individuele bijzondere bijstand voor zover zijn noodzakelijke kosten van het bestaan uitgaan boven de van toepassing zijnde bijstandsnorm en hij voor deze kosten geen beroep kan doen op zijn ouders, omdat:

  • a. de middelen van de ouders daartoe niet toereikend zijn; of

  • b. hij redelijkerwijs zijn onderhoudsrecht jegens zijn ouders niet te gelde kan maken.

Vraag 3

Deelt u de mening dat meervoudig gehandicapte jongeren die studeren, onder de huidige regelgeving niet in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien en dus maar een beroep doen op de Wmo?3

Antwoord 3

Nee, die mening deel ik niet. In die uitzonderlijke gevallen waarin een meervoudig gehandicapte jongere (zeer moeilijk lerend in combinatie met een fysieke beperking) studeert, heeft hij net als andere studenten recht op studiefinanciering, waarmee hij in zijn levensonderhoud kan voorzien.

Vraag 4

Hoe bent u van plan invulling te geven aan de motie Ypma c.s. waarmee de Kamer uitsprak dat meervoudig beperkte leerlingen tot hun 20e jaar onderwijs zouden moeten kunnen blijven volgen?4

Antwoord 4

In de motie Ypma c.s. wordt de regering gevraagd te garanderen dat ernstig meervoudig beperkte leerlingen tot 20 jaar naar het vso kunnen. De Wet op de expertisecentra biedt die mogelijkheid nu al. De daadwerkelijke overstap naar een vervolgbestemming is afhankelijk van de ontwikkeling van een leerling en kan dus ook 18 jaar zijn.

Vraag 5

Is het waar dat samenwerkingsverbanden in het voortgezet onderwijs geen middelen in kunnen zetten voor leerlingen met een meervoudige handicap en ouder dan 18 jaar? Zo ja, bent u bereid om voor deze groep een uitzondering te maken? Kunt u uw antwoord verder toelichten?

Antwoord 5

Nee, het is niet waar dat samenwerkingsverbanden in het voortgezet onderwijs geen middelen in kunnen zetten voor leerlingen met een meervoudige handicap ouder dan 18 jaar. Deze leerlingen mogen immers tot hun twintigste jaar in het onderwijs blijven. Daaraan is met de invoering van passend onderwijs niets veranderd.

Vraag 6

Bent u bekend met het feit dat sommige gemeenten een tijdelijke voorziening vanuit de bijzondere bijstand voor deze groep jongeren treffen? Zo ja, welke gemeenten hebben een dergelijke voorziening getroffen en in welke gemeenten krijgen meervoudig gehandicapte jongeren ouder dan 18 jaar en zonder arbeidsmarktperspectief, geen ondersteuning?

Antwoord 6

Ik heb geen inzicht in de mate waarin gemeenten individuele bijzondere bijstand verstrekken aan meervoudig gehandicapte jongeren van 18 jaar en ouder zonder arbeidsmarktperspectief.

Wtos: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten


X Noot
1

Wmo:Wet maatschappelijke ondersteuning

X Noot
2

Wajong: Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten

Wtos: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

X Noot
3

Wmo:Wet maatschappelijke ondersteuning

X Noot
4

Kamerstuk, 31 497, nr.162

Naar boven