Vragen van het lid Koşer Kaya (D66) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Economische Zaken over natuurbegraven (ingezonden 8 juli 2016).

Antwoord van Minister Blok (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken (ontvangen 6 september 2016) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 3194

Vraag 1

Bent u bekend met natuurbegraven?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoeveel natuurbegraafplaatsen zijn er in Nederland?

Antwoord 2

Het aantal natuurbegraafplaatsen is niet exact te geven omdat er geen eenduidige definitie van een natuurbegraafplaats bestaat. Natuurbegraven is een fenomeen dat in ontwikkeling is. Er zijn begraafplaatsen die de naam natuurbegraafplaats voeren en er zijn er ook een aantal die in de literatuur natuurbegraafplaats worden genoemd. Op dit moment zijn er ongeveer 20 natuurbegraafplaatsen in Nederland.

Vraag 3

Is het waar dat deze gebieden momenteel vooral in het oosten en zuiden van Nederland liggen omwille van de grondwaterstand?

Antwoord 3

Op dit moment liggen de meeste natuurbegraafplaatsen in het noorden, oosten en zuiden van Nederland. In artikel 24 van de Wet op de lijkbezorging staat dat begraafplaatsen worden onderscheiden in gemeentelijke en bijzondere. Voor het aanleggen van een bijzondere begraafplaats, waaronder ook natuurbegraafplaatsen vallen, wordt slechts de grond gebruikt, die daartoe door de gemeenteraad is aangewezen en waarvoor burgemeester en wethouders toestemming hebben verleend. In artikel 5, vierde lid, van het Besluit wet op de lijkbezorging staat dat graven zich ten minste 30 centimeter boven het niveau van de gemiddeld hoogste grondwaterstand moeten bevinden. De meeste natuurbegraafplaatsen in Nederland liggen op zandgronden vanwege de

daar gemiddeld lagere grondwaterstand. Ook in het westen zijn gebieden waar aan deze eis wordt voldaan.

Vraag 4

Hoeveel begrafenissen vinden er jaarlijks in de natuur plaats? Groeit de vraag hiernaar?

Antwoord 4

Van het aantal begrafenissen in de natuur zijn geen cijfers bekend. Ook zijn er geen objectieve gegevens beschikbaar over een eventuele groeiende vraag naar natuurbegraafplaatsen in Nederland. Volgens de branchevereniging is er wel sprake van toenemende aandacht. In Nederland wordt van alle overledenen ongeveer 40% begraven en 60% gecremeerd.

Vraag 5

Welke invloed heeft natuurbegraven op natuurgebieden? Kunt u daarbij mede ingaan op de beweringen daarover in het artikel «Natuurbegraven als lucratief verdienmodel»?1

Antwoord 5

Over het effect van natuurbegraven op natuurgebieden zijn geen eenduidige onderzoeksresultaten beschikbaar. Uit verkennend onderzoek van Alterra Wagenigen UR2 blijkt tot nu toe dat er geen milieuschade is en dat de effecten op de natuur vooral bestaan uit bodemverstoring bij het delven van een graf. Dit kan een negatieve impact hebben op natuur en biodiversiteit, maar ook een positief effect bijvoorbeeld voor pioniersoorten. Bij de juiste beheersmaatregelen is de schade voor de natuur beperkt. Grafrust van onbepaalde tijd, zogenoemde «eeuwige» grafrust, geeft minder schade dan wanneer het graf na bepaalde tijd wordt geruimd. De mate waarin de bodem in het verleden verstoord is geweest speelt overigens ook een rol. De nutriënten en chemische stoffen die worden toegevoegd aan de bodem geven geen significante verschillen in de bodemsamenstelling.

Vraag 6

Op welke manier kunnen natuurbegraven en natuurbescherming elkaar versterken?

Antwoord 6

Het vergroten van oppervlakte natuurbegraafplaats door nieuw aan te leggen natuur op voormalige landbouwgronden, vergroot het aantal hectare natuur in Nederland. Natuurbegraven in bestaande natuurgebieden kan mede een bron van inkomsten zijn. Dit zal gezien de aandacht voor natuurbegraven en de geschiktheid van natuurgebieden alleen lokaal van betekenis zijn. De provincie Gelderland bijvoorbeeld wil binnen de mogelijkheden van de Natuurbeschermingswet meer ruimte bieden aan natuurbegraven onder de voorwaarde dat er per saldo natuurwinst wordt geboekt binnen het zoekgebied van het Gelderse Natuur Netwerk en heeft hiervoor een actualisatie van de omgevingsverordening in procedure gebracht. Natuurwinst kan bestaan uit meer oppervlakte natuur of kwalitatief betere natuur. De natuurbegraafplaatsen zijn gebieden die relatief rustig zijn en waar flora en fauna redelijk ongestoord tot ontwikkeling kan komen.

Een ander aspect van de versterking tussen natuurbegraven en natuurbescherming is de waardering die mensen hebben voor de natuur. Mensen die kiezen voor een natuurbegraafplaats zullen in de regel ook bij leven betrokken zijn bij de natuur.

Vraag 7

Welke redenen liggen ten grondslag aan artikel 5 van het Besluit op de lijkbezorging? Behelst dit slechts, zoals vaak wordt gesteld, het garanderen van volledige lijkvertering binnen tien jaar, zoals benodigd voor gewone begraafplaatsen? Indien dat zo is, waarom is natuurbegraven dan niet van dit vereiste uitgezonderd? Indien dat niet zo is, welke redenen liggen er nog meer aan ten grondslag?

Antwoord 7

Zoals bij vraag 3 reeds is aangegeven moeten graven zich ten minste 30 centimeter boven het niveau van de gemiddeld hoogste grondwaterstand bevinden. Deze wettelijke eis ten aanzien van de afstand tot het grondwater geldt momenteel ook voor natuurbegraven. Dit komt omdat de vertering van menselijk weefsel (lijkontbinding) een gevolg is van microbiologische omzettingsprocessen. Deze processen verlopen in een zuurstofrijk milieu relatief snel. Omdat grondwater nauwelijks of geen zuurstofmoleculen bevat zal een grondwaterstand die regelmatig of permanent hoger is dan de diepte waarop de lijken begraven zijn al snel tot zuurstofgebrek leiden waardoor de lijkvertering wordt belemmerd. De vraag of er een uitzondering voor natuurbegraven kan worden gemaakt ten aanzien van het vereiste met betrekking tot de hoogte van de grondwaterstand, zal worden betrokken bij een nadere oriëntatie op de uitvoeringspraktijk van de Wet op de lijkbezorging.


X Noot
1

Volkskrant, 26 januari 2016.

X Noot
2

Alterra Wageningen UR, Molenaar, J.G. de; Mennen, M.G. en Kistenkas, F.H., Terug naar de natuur: mogelijke effecten en juridische aspecten t.a.v. natuurbegraven, asverstrooien en urnbijzetting in natuurgebieden, 2009 & Alterra Wageningen UR, Haas, W. de en Vries, B. de, Natuurbegraafplaatsen in Nederland: landelijke inventarisatie, 2013.

Naar boven