Vragen van het lid Koşer Kaya (D66) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Economische Zaken over natuurbegraven (ingezonden 8 juli 2016).

Mededeling van Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 10 augustus 2016).

Vraag 1

Bent u bekend met natuurbegraven?

Vraag 2

Hoeveel natuurbegraafplaatsen zijn er in Nederland?

Vraag 3

Is het waar dat deze gebieden momenteel vooral in het oosten en zuiden van Nederland liggen omwille van de grondwaterstand?

Vraag 4

Hoeveel begrafenissen vinden er jaarlijks in de natuur plaats? Groeit de vraag hiernaar?

Vraag 5

Welke invloed heeft natuurbegraven op natuurgebieden? Kunt u daarbij mede ingaan op de beweringen daarover in het artikel «Natuurbegraven als lucratief verdienmodel»?1

Vraag 6

Op welke manier kunnen natuurbegraven en natuurbescherming elkaar versterken?

Vraag 7

Welke redenen liggen ten grondslag aan artikel 5 van het Besluit op de lijkbezorging? Behelst dit slechts, zoals vaak wordt gesteld, het garanderen van volledige lijkvertering binnen tien jaar, zoals benodigd voor gewone begraafplaatsen? Indien dat zo is, waarom is natuurbegraven dan niet van dit vereiste uitgezonderd? Indien dat niet zo is, welke redenen liggen er nog meer aan ten grondslag?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de aan mij en aan de Staatssecretaris van Economische Zaken gestelde vragen van het lid Koşer Kaya (D66) over natuurbegraven in Nederland (ingezonden op 8 juli 2016), met kenmerk 2016Z14568, niet binnen de termijn van drie weken kunnen worden beantwoord. Vanwege het reces zal de beantwoording eind augustus naar uw Kamer worden gestuurd.


X Noot
1

Volkskrant, 26 januari 2016.

Naar boven