Vragen van het lid Bisschop (SGP) aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Gedoe over onderzoek naar schoolkeuze ouders» (ingezonden 28 juni 2016).

Antwoord van Staatssecretaris Dekker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 17 augustus 2016).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Gedoe over onderzoek naar schoolkeuze ouders»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u aangeven welke onderzoeksvraag u aan de onderzoekers heeft voorgelegd? Wat zijn de kaders van het onderzoek dat momenteel wordt uitgevoerd?

Antwoord 2

In het onderzoek worden de motieven en behoeften van ouders en leerlingen bij schoolkeuze onderzocht. Specifiek wordt er onderzocht aan welke kenmerken ouders en leerlingen belang hechten bij schoolkeuze. Bovendien wordt het relatieve belang van de diverse kenmerken onderzocht, waardoor de motieven en behoeften van schoolkeuze bij ouders en leerlingen in kaart kunnen worden gebracht. Kenmerken waar in het onderzoek onder andere naar wordt gekeken zijn denominatie, pedagogische-didactische visie, onderwijskwaliteit, sfeer, klassengrootte en afstand naar school. Informatie over het belang dat ouders en leerlingen hieraan hechten wordt gerelateerd aan de daadwerkelijke schoolkeuzes van ouders en leerlingen. Op die manier wordt de tevredenheid van ouders en leerlingen met de huidige situatie (het bestaande onderwijsaanbod) inzichtelijk gemaakt.

Vraag 3

Klopt het dat het onderzoek zich momenteel richt op de motieven van ouders en de wensen in een denkbeeldige situatie? Hoe geeft u zich rekenschap van het feit dat de motie Bisschop c.s.2 uitdrukkelijk de behoeften en tevredenheid met betrekking tot het bestaande onderwijsaanbod centraal stelt?

Antwoord 3

In de vragenlijst die de onderzoekers voorleggen aan de deelnemende ouders en leerlingen wordt gevraagd naar de denominatie van de school die thans wordt bezocht. Indien van toepassing wordt ook gevraagd naar de bijzondere pedagogisch-didactische visie van de reeds gekozen school. Het onderzoek gaat in op de tevredenheid met deze bestaande situatie, maar gaat ook na in hoeverre deze keuze overeenstemt met de behoefte van de ondervraagde ouders en leerlingen los van het bestaande aanbod.

De tevredenheid van ouders en leerlingen met de huidige situatie heeft namelijk vooral betekenis in het licht van mogelijke alternatieven. Om tot inzichten te komen over de verschillende motieven bij schoolkeuze, is daarom gekozen voor een onderzoeksmethode aan de hand van zogenaamde vignetten. Daarbij worden ouders en leerlingen gevraagd hypothetische scholen met elkaar te vergelijken en de opties te rangschikken naar voorkeur. Met deze onderzoeksmethode wordt bepaald welke kenmerken in welke mate van invloed zijn bij schoolkeuze.

Vraag 4

Kunt u aangeven wanneer de Kamer de resultaten van onderzoek naar de behoeften en tevredenheid van ouders inzake het bestaande onderwijsaanbod tegemoet kan zien?

Antwoord 4

Zoals vermeld in mijn brief aan uw Kamer van 27 juni 2016, wordt het onderzoek naar schoolkeuzemotieven van ouders in het primair en voortgezet onderwijs momenteel uitgevoerd en ontvangt de Kamer de onderzoeksresultaten na de zomer.3


X Noot
1

Reformatorisch Dagblad, 25 juni 2016

X Noot
2

Kamerstuk 34 300 VIII, nr. 61

X Noot
3

Kamerstuk 34 300 VIII, nr. 154.

Naar boven