Vragen van het lid Dik-Faber (ChristenUnie) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over rookruimtes in de horeca (ingezonden 28 juni 2016)

Mededeling van Staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 18 juli 2016).

Vraag 1

Herinnert u zich de antwoorden op eerdere vragen over rookruimtes in de horeca?1

Vraag 2

Waarop is de aanname dat «het hebben van een rookruimte de naleving van het rookverbod in de horeca vergroot» gebaseerd?

Vraag 3

Bent u nog steeds van mening dat er voor rookruimtes geen plek is in een rookvrije samenleving? Kunt u duidelijk maken hoe het monitoren van de aanwezigheid van rookruimtes zal bijdragen aan een rookvrije samenleving?

Vraag 4

Deelt u de mening dat het uiteindelijke resultaat, geen rookruimtes en een rookvrije samenleving, niet bereikt zal worden als het aantal rookruimtes blijft toenemen?

Vraag 5

Kent u het onderzoek «Cafés in opstand: Een rechtssociologische studie naar de naleving van het rookverbod door caféhouders» van Willem Bantema?2

Vraag 6

Bent u bereid, naar aanleiding van dit onderzoek, uw visie op oneigenlijke concurrentie door rookruimtes aan te passen?

Vraag 7

Kent u het bericht «Rookvrije generatie nog lang niet in zicht»?3

Vraag 8

Herkent u het beeld dat roken vaak wordt gedoogd in uitgaansgelegenheden? Kunt u in percentages uitdrukken om hoeveel horecaplekken het gaat?

Vraag 9

Herinnert u zich de toezegging, gedaan tijdens het debat over de wijziging van de Tabakswet, met gemeenten in gesprek te gaan over de mogelijkheden om hen te betrekken bij het handhaven van de Tabakswet?4 Hoe staat het hiermee? Acht u het denkbaar dat de handhaving op enig moment door gemeenten wordt uitgevoerd?

Vraag 10

Kent u het bericht «Nederlanders willen een rookvrije speeltuin»?5

Vraag 11

Bent u bereid het stappenplan voor rookvrije speeltuinen breed onder de aandacht van gemeenten te brengen?

Mededeling

De vragen van het Kamerlid Dik-Faber (Christen Unie) over het tabaksontmoedigingsbeleid (2016Z13245) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.

De reden van uitstel is nadere afstemming.

Ik zal u zo spoedig mogelijk na het reces de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.

Naar boven