Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | 3068 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | 3068 |
Kent u de ILO-doelstelling om in 2016 de ergste vormen van kinderarbeid uit te bannen? Kent u de motie Schouten/Voordewind1, die verzoekt om het Initiatief Duurzame Handel (IDH) expliciet de ILO-doelstelling voor het uitbannen van de ergste vormen van kinderarbeid in 2016 te laten hanteren en de Kamer over de uitwerking te informeren? Bent u op de hoogte van de «World Day Against Child Labour» op 12 juni?
Ja. De motie Schouten/Voordewind uit 2011 (kamerstuk 26 485, nr 118) roept het IDH op om voortvarend aan de slag te gaan met complexe sociale onderwerpen zoals leefbaar loon en kinderarbeid.
Erkent u dat de ILO-doelstelling nog niet bereikt is, aangezien nog 168 miljoen kinderen arbeid verrichten en meer dan de helft van hen (85 miljoen) werkt onder gevaarlijke omstandigheden?
Ja, we zijn er helaas nog lang niet, al zijn er geen statistieken over het aantal kinderen wereldwijd dat in 2016 nog slachtoffer is van kinderarbeid. Het cijfer van 168 miljoen kinderen stamt uit het ILO-rapport «Global child labour trends 2008 to 2012». In de vier jaren die door dit rapport zijn onderzocht nam het aantal kinderen dat kinderarbeid vervult aanmerkelijk af, van 264 tot 168 miljoen. Het is nog niet duidelijk of die trend in de jaren sinds 2012 is doorgezet. De ILO werkt in een consultatief proces aan een nieuwe publicatie met cijfers over kinderarbeid. Deze publicatie zal in de loop van 2017 verschijnen.
Welke inspanningen heeft Nederland specifiek gedaan voor de genoemde ILO-doelstelling om de ergste vormen van kinderarbeid uit te bannen binnen het tienjarige «2006 Global Action Plan»?
In 2016 heeft Nederland een aantal nieuwe stappen gezet in de strijd tegen kinderarbeid. Er is een Kinderarbeidfonds – in beheer bij RVO – met daarin EUR 5 miljoen bestemd voor matchingvan bijdragen uit het bedrijfsleven aan multi-stakeholderinitiatieven tegen kinderarbeid. De eerste financieringen kunnen naar verwachting na de zomer verstrekt worden. Er is belangstelling getoond vanuit de cacao-, goud- en textielsector. Het bestrijden van kinderarbeid is ook een belangrijk onderdeel van het textielconvenant, dat op 4 juli ondertekend is.
Nederland heeft het EU-voorzitterschap ingezet om kinderarbeid hoger op de agenda te zetten. Dit heeft geresulteerd in EU-raadsconclusies over de bestrijding van kinderarbeid.2 Hierin wordt de Europese Commissie aangespoord om te zorgen dat bestrijding van kinderarbeid behalve in de ontwikkelingsprogramma’s ook een plek krijgt in onderwijs-, landbouw-, MVO- en decent work-programma’s van de EU. Verder worden de Commissie en de Europese diplomatieke dienst (EDEO) opgeroepen extra stappen te nemen om kwetsbare vluchtelingenkinderen te beschermen tegen (arbeids)uitbuiting.
Deze ontwikkelingen in 2016 zijn een aanvulling op eerdere (meerjarige) initiatieven. Nederland heeft in de afgelopen jaren op veel manieren ingezet op de bestrijding van kinderarbeid. De kabinetsreactie3 van vorig jaar op de initiatiefnota van het lid Van Laar over het verbieden van producten gerelateerd aan kinderarbeid geeft een goed overzicht van Nederlandse inspanningen. De jaarlijkse mensenrechtenrapportages die sinds 2008 aan de Kamer worden gestuurd geven veel aanvullende informatie. De meest recente rapportage, over het jaar 2015, ging de Kamer toe op 21 juni.4
Hoe heeft het IDH de motiedoelstelling verwerkt in de programma’s en wat zijn de resultaten voor de bestrijding van kinderarbeid?
Het IDH werkt aan bestrijding van kinderarbeid op drie niveaus:
1. Alle programma’s van het IDH worden ontwikkeld aan de hand van hun IMVO-beleid en getoetst op basis van de OESO Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen; bestrijding van kinderarbeid maakt daar onderdeel van uit. Alle contracten die het IDH afsluit verwijzen hiernaar.
2. De duurzaamheidsstandaarden die het IDH ondersteunt en bevordert, richten zich ook op het tegengaan van kinderarbeid.
3. Het IDH concentreert zich op systeemverandering in de waardeketens en landschappen waar het actief is, en werkt daar aan de grondoorzaken van kinderarbeid. Een leefbaar loon of inkomen is essentieel. Het organiseren van boeren en de toegang tot handelsketens en uitgangsmaterialen voorboerenbedrijven is een eerste stap daartoe.
Enkele voorbeelden van relevante activiteiten en resultaten:
– IDH heeft met het Ethical Tea Partnership en andere partners in Burundi kinderarbeid in drie regio’s uitgebannen en in de Indiase deelstaat Amman tot op heden 14.000 meisjes bereikt ter bescherming tegen kinderhandel. Er is een beleidsdialoog om lessen en aanpakken te delen.
– IDH heeft het Child Labour Platform opgezet en in 2012 overgedragen aan de ILO en UN Global Compact.5 Hierin werken bedrijven samen aan implementatie van de ILO-conventies.
– IDH werkt aan leefbare lonen en bevordert op bedrijfsniveau de dialoog tussen werknemers en management; bijvoorbeeld in textiel, elektronica en thee. In de textielketen werkt het IDH in Vietnam en Pakistan samen met het Better Work programma van de ILO.
– IDH is bestuurslid van het International Cocoa Initiative (ICI), waar kennis en kunde bij elkaar komt over effectieve manieren om kinderarbeid tegen te gaan. ICI werkt met bedrijven en boerengemeenschappen aan actieplannen om kinderen te beschermen. Daarnaast verzamelt ICI data over de effectiviteit van verschillende strategieën om kinderen in cacao-producerende gebieden te beschermen.
Kunt u een overzicht geven van de programma’s waarin het probleem van kinderarbeid speelt en waarin actie is ondernomen tegen de ergste, maar ook alle vormen van kinderarbeid onder de ILO-conventies C182 en C138?
Wat zijn de resultaten per programma waar kinderarbeid een risicofactor is?
Wat doet het IDH op dit moment om alle onder ILO-conventies verboden vormen van kinderarbeid te bestrijden? Welke resultaten hebben deze activiteiten tot op dit moment opgeleverd?
De IDH-programma’s werken aan verduurzaming van de volgende sectoren: cacao, koffie, thee, katoen, palmolie, soja, kweekvis, textiel, tropisch hout, papier/pulp, groente/fruit en specerijen. Het tegengaan van kinderarbeid vergt aandacht in veel agro- en textielketens, met de grootste problemen in de cacao- en katoensector. In al deze programma’s vormt het tegengaan van kinderarbeid onderdeel van de standaarden die IDH binnen de sector wil afspreken.
IDH werkt daarnaast aan schaalbare aanpakken om leefbaar loon te bevorderen, bijvoorbeeld via een publiek-private coalitie in de theesector in Malawi. Bovendien is het bevorderen van de inkomenspositie en levensomstandigheden van boerenfamilies een belangrijke focus van de programma’s.
Enkele specifieke resultaten:
– Certificering van productie is een veel gebruikte manier om kinderarbeid te bestrijden.6 Daarom heeft IDH vanaf het begin sterk ingezet op versterking van de certificering van handelsketens waarin kinderarbeid een belangrijke rol speelt. De certificering van productie heeft de afgelopen jaren mede door inzet van IDH een grote vlucht genomen.7 Geen kinderarbeid is een harde voorwaarde voor certificering.
– Mede door de sterke inzet van IDH heeft de certificering van onder andere cacao en katoen een grote vlucht genomen in de afgelopen 8 jaar. In katoen is inmiddels 12% van de wereldproductie gecertificeerd, terwijl dat 8 jaar geleden minder dan 1% was. Het bereiken van de doelstellingen van de Intentieverklaring Duurzame Cacao vordert goed: de 50%-doelstelling voor 2015 is een jaar eerder al gehaald.8
– Binnen het International Cocoa Initiative oefent IDH met onder andere Solidaridad, de ILO, Tony’s Chocolonely en Save the Children druk uit op de industrie om kinderarbeid te bestrijden. ICI is een belangrijk sectorinitiatief op het gebied van bestrijding van kinderarbeid in de cacao.
Welke lessen heeft het IDH geleerd op het gebied van de (ergste vormen van) kinderarbeid, waarvan ook andere initiatieven en organisaties kunnen leren?
Met de verhoogde inzet is de afgelopen jaren veel ervaring opgedaan over het bestrijden van kinderarbeid. Dit zijn de belangrijkste lessen van het IDH:
– Complexiteit Bestrijding van kinderarbeid is complex. Certificering van plantages of coöperaties gaat kinderarbeid tegen, maar pakt niet de grondoorzaken aan. Het verbeteren van de inkomenspositie en levensomstandigheden van boerenfamilies is essentieel, naast een bereikbaar en mogelijk ook opgelegd aanbod van scholing.
– Brede aanpak vereist Om kinderarbeid aan te pakken is een brede aanpak nodig: aanbieden onderwijs, leefbaar inkomen/loon voor de ouders, goede regelgeving, goede inspectie en handhaving. Het kan niet alleen met een programma gericht op het tegengaan van kinderarbeid op de werkplek aangepakt worden.
– Risico op verplaatsing van het probleem Zonder algehele verbetering van levensomstandigheden is het risico groot dat kinderen op een andere plek (moeilijker detecteerbaar) aan het werk gaan wanneer kinderarbeid bij een deel van de plantages en (boeren-)bedrijven is gestopt.
– Arbeidsbehoefte en productiviteit De verhoogde arbeidsbehoefte bij vergroting van de opbrengst per hectare leidt niet tot een hoger risico op kinderarbeid.9
– Betrek de (boeren)gemeenschappen Met de gemeenschappen werken aan de bestrijding van kinderarbeid blijkt effectief. Zoals het IDH met ICI werkt met vrouwengroepen en Community Action Plans: boeren krijgen advies over waar kinderen wel en niet mogen helpen op de plantage in plaats van hen te straffen. Omdat zo ook de gemeenschap wordt ingezet om kinderarbeid tegen te gaan, is het makkelijker om gevallen van kinderarbeid te identificeren.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-3068.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.