Vragen van de leden Omtzigt (CDA), Krol (50plus) en Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister van Financien over het behandelvoorbehoud op het EU-voorstel inzake bedrijfspensioenfondsen (ingezonden 28 juni 2016).

Antwoord van Staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de Minister van Financiën (ontvangen 4 juli 2016).

Vraag 1

Herinnert u zich de tweede voorwaarde waaronder het behandelvoorbehoud op het EU-voorstel inzake bedrijfspensioenfondsen COM(2014) 167 op 24 juni 2014 is opgeheven, luidende «het conceptstandpunt van de Raad wordt voorafgaand aan de besluitvorming in de Raad tijdig en met een waardering van het kabinet aan de Tweede Kamer toegezonden.»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Op welk moment zult u de Kamer in alle openheid een tekst voorleggen, waarop de Kamer kan besluiten of zij akkoord gaat met het voorstel en of zij dus de regering een instructie tot stemgedrag wil meegeven?

Antwoord 2

Met de Kamerbrief van 24 juni jl. (Kamerstukken II 2015/2016, 33 931 nr. 14) is, conform de afspraken, uw Kamer zo spoedig mogelijk geïnformeerd over het resultaat van de onderhandelingen tussen het Europees parlement, de Raad (onder voorzitterschap van Nederland) en de Europese Commissie over de herziening van de IORP-richtlijn. De geconsolideerde tekst van het onderhandelingsresultaat zal worden voorgelegd aan COREPER (het voorportaal van de Raad) op 30 juni en is vanaf vandaag beschikbaar en door uw Kamer in te zien via het Extranet van de Raad van de EU. Ter volledigheid heb ik dit document, wat de afgeronde onderhandelingen weergeeft, ook bij deze brief gevoegd.2 In het onderhandelingsresultaat is aan de zorgen van de Tweede Kamer en het kabinet tegemoet gekomen en aan de moties invulling gegeven.

Vraag 3

Wat is de uiterste datum dat de Kamer u een verzoek/instructie tot voor of tegenstemmen kan geven in het proces?

Antwoord 3

Uw Kamer heeft de gelegenheid haar opvatting over het richtlijnvoorstel kenbaar te maken voorafgaand aan het moment waarop het voorstel voor een herziene richtlijn voorligt in COREPER of de Raad. Het voorstel wordt behandeld in COREPER van 30 juni en er wordt beslist op basis van gekwalificeerde meerderheid. De verwachting is dat de lidstaten akkoord kunnen gaan met het voorstel en dat het voorstel als hamerstuk op een eerstvolgende Raad op de agenda zal komen. Mocht er toch een blokkerende minderheid zijn van lidstaten die bezwaar hebben dan kan het voorzitterschap het voorstel agenderen als bespreekpunt voor een volgende de ECOFIN Raad.

Vraag 4

Kunt u deze vragen per ommegaande (binnen een dag, dus voor dinsdagavond 28 juni) beantwoorden, omdat het voorstel al op donderdag 30 juni in de COREPER behandeld wordt?3

Antwoord 4

Ja.


X Noot
1

Kamerstuk 33 931, nr. 5

X Noot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
3

Kamerstuk 33 931, nr. 14

Naar boven