Vragen van het lid Jasper vanDijk (SP) aan de Minister van Defensie over slachtoffers van chroomverf (ingezonden 20 mei 2016).

Antwoord van Minister Hennis-Plasschaert (Defensie) (ontvangen 6 juni 2016)

Vraag 1, 2 en 9

Wat is uw oordeel over de uitzending van EenVandaag «Zieke slachtoffers gifverf klagen Defensie aan»?1

Begrijpt u dat de slachtoffers van chroomverf moe zijn van het wachten op uw onderzoek, omdat velen van hen ernstig ziek zijn? Zo nee, waarom niet?

Deelt u de mening dat de slachtoffers van chroomverf zo snel mogelijk gerechtigheid moeten krijgen?

Antwoord 1, 2 en 9

De onderzoeken naar chroom-6 en de POMS-sites zijn onderdeel van het onderzoek dat het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) nu uitvoert. Vanzelfsprekend moet dit onderzoek zo spoedig mogelijk worden voltooid, maar gedegen onderzoek kost tijd.

Vraag 3

Bent u bekend met de oprichting van de Stichting Gedupeerden Gevaarlijke Stoffen NL-POMS (Prepositional Organizational Material Storage)? Op welke manier draagt u eraan bij om de doelstellingen van deze stichting te realiseren?

Antwoord 1, 2 en 9

Ja. Net als andere belanghebbenden kan de stichting zich voor alle informatie over chroom-6 en de voortgang van het RIVM-onderzoek wenden tot de RIVM-website2 en het Centrum voor Arbeidsverhoudingen overheidspersoneel (CAOP). Daarnaast is er altijd een (persoonlijk) gesprek met de juridische (claim)afdeling van Defensie mogelijk.

Vraag 4

Wat is uw oordeel over de enquête van de ex-POMS-medewerkers, waaruit bijvoorbeeld blijkt dat 68 procent van de oud-medewerkers kampt met gezondheidsklachten?3

Antwoord 4

Daarvan heb ik kennis genomen. Gezondheidsklachten van (oud-)medewerkers zijn de aanleiding geweest om het RIVM onderzoek te laten verrichten naar blootstelling van (oud-)medewerkers aan chroomhoudende verf en wat dit kan betekenen voor hun gezondheid. Zolang het RIVM-onderzoek niet klaar is, kan ik geen oordeel vellen over het percentage gezondheidsklachten onder oud-werknemers van de POMS.

Vraag 5

Kunt u een overzicht leveren van medische aandoeningen van de ruim 2.500 (oud-)medewerkers die zich tot nu toe bij het meldpunt van het Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP) hebben laten registreren? Zo nee, waarom niet?4

Antwoord 5

Defensie kan binnen de kaders van de privacywetgeving de gegevens die (oud-)medewerkers hebben gegeven alleen beschikbaar stellen voor het RIVM-onderzoek.

Vraag 6

Bent u bereid om ook de gevolgen van het werken met andere gevaarlijke stoffen te onderzoeken, zoals verarmd uranium? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

De bedrijfsvoering bij Defensie richt zich op het voorkómen van ongewenste gevolgen van het werken met gevaarlijke stoffen en de verbetering van de beheersing van de risico’s. Bovendien vinden bij Defensie geen bewerkingen plaats aan of op materiaal dat met verarmd uranium gewapend, versterkt of verzwaard is. Ik zie dan ook geen aanleiding om het werken met andere gevaarlijke stoffen nader te onderzoeken.

Vraag 7

In hoeverre wordt in het RIVM-onderzoek (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) naar chroomverf – anders dan bij het onderzoek naar PX-10, waar gekeken is naar een algemeen ervaringsnorm – rekening gehouden met individuele werkervaringen?

Antwoord 7

Het is belangrijk om direct bij de start alle belanghebbenden en hun informatie bij een onderzoek te betrekken. Dit bevordert het draagvlak voor de aanpak en de uitkomsten van het onderzoek. In het onderzoek naar chroomhoudende verf is dat gebeurd. De werkervaringen waarover (oud-)medewerkers met het RIVM willen spreken, worden in het onderzoek betrokken. In de deelonderzoeken over de werksituatie en de blootstelling aan chroomhoudende verf in het verleden, wordt gebruikgemaakt van informatie uit documenten en gesprekken met (oud)-medewerkers en van de antwoorden op vragenlijsten.

Vraag 8

Is het waar dat «het merendeel» van het RIVM-onderzoek dit jaar naar buiten komt? Zo nee, wanneer komt het onderzoek wel naar buiten?

Antwoord 8

Het merendeel van de 1.400 gestelde vragen zal dit jaar kunnen worden beantwoord op basis van de deelonderzoeken die dit jaar worden voltooid. De wijze en het moment van publicatie zijn onderwerp van overleg in de paritaire commissie die mij hierover zal adviseren. De beantwoording van de hoofdvraag naar de kans dat het werken met chroom-6 houdende verf leidt tot gezondheidseffecten kan pas worden beantwoord nadat alle onderzoeken zijn voltooid.

Vraag 9

Deelt u de mening dat de slachtoffers van chroomverf zo snel mogelijk gerechtigheid moeten krijgen?

Antwoord 9

Zie het antwoord op de vragen 1 en 2.

Naar boven