Vragen van het lid Koşer Kaya (D66) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken over het bestrijden van wildlife crime (ingezonden 11 februari 2016).

Antwoord van Staatssecretaris Van Dam (Economische Zaken) (ontvangen 30 maart 2016). Zie ook Aanhangsel Handelingen II 2015/16, nr. 1697.

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Europa speelt grote rol in illegale dierenhandel»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u een totaaloverzicht geven van welke middelen er op dit moment in en/of door Nederland worden ingezet om de illegale dierenhandel tegen te gaan met daarbij aangegeven wie dat middel inzet en bij wie de bevoegdheid daarvoor ligt? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Bij het team Natuur van de NVWA, die onder mijn departement ressorteert, werken ruim 20 inspecteurs, die toezien op de naleving van de natuurwetgeving en samen met de politie recherchematige onderzoeken uitvoeren naar illegale handel in beschermde soorten. De inzet van de politie wordt mede bepaald door overleg over prioriteiten in de Milieukamer. De Douane ressorteert onder het Ministerie van Financiën. In beginsel geldt dat elke douanecontrole gericht is op de handhaving van alle fiscale en niet-fiscale wetgeving, waarvan de uitvoering aan de Douane is opgedragen (geïntegreerde controle). Haar controlebevoegdheid richt zich op goederenstromen die de buitengrens van de EU passeren. Ingevolge de samenwerkingsovereenkomst met het Ministerie van Economische Zaken (EZ) wordt daarbij tevens gecontroleerd op de juiste toepassing van de Flora- en Faunawet. Naast personele inzet hanteert de Douane middelen als goederenscans en speurhonden.

Vraag 3

Wat is, gelet op het feit dat in Nederland de huidige straffen en de pakkans voor illegale handel in dieren laag zijn en tegelijkertijd deze handel in omvang vergeleken kan worden met de handel in wapens en drugs, de reden dat uw uitgangspunt nog steeds is dat nieuwe wetgeving niet nodig is?

Antwoord 3

Met uw stelling dat de huidige straffen in Nederland en de pakkans voor illegale handel in dieren laag zijn, kan ik niet instemmen. In vergelijking met andere landen in de Europese Unie zijn de straffen in Nederland aan de hoge kant (zie het recent gepubliceerde proefschrift van de heer Van Uhm)2.

Dergelijke hoge straffen vind ik overigens terecht. Dat de pakkans laag zou zijn, kan ik evenmin bevestigen. In Nederland wordt actief gehandhaafd op de CITES-regelgeving, zowel aan de buitengrenzen van de EU (Schiphol en Rotterdam zijn belangrijke in- en uitvoerhavens) door de Douane als in het binnenland door NVWA, politie en Openbaar Ministerie. Ik ben dan ook van mening dat de huidige regelgeving volstaat en dat het vooral aankomt op goede toepassing van deze wetgeving door intensieve samenwerking binnen en buiten de Europese Unie.

Vraag 4

Hoe gaat de ter beschikking gestelde vier miljoen euro voor een serie projecten op het gebied van bestrijding van de hele keten van wildlife crime effectief ingezet worden?

Antwoord 4

In het kort geef ik u hierbij een overzicht van de projecten die ik financier uit het budget van vier miljoen euro voor de periode 2013–2017 voor de bestrijding van wildlife crime:

  • Bescherming natuurparken in Rwanda met antistroperijmaatregelen;

  • Containerscanapparatuur en -gebruik in de haven van Mombasa, Kenia, om illegale transporten te onderscheppen;

  • Dependance van Nederlands Forensisch Instituut in Botswana: kennisoverdracht met betrekking tot forensische technieken, zoals DNA-analyse;

  • Vraagreductie van ivoor in China;

  • Bijdrage aan de EU-Trade in Wildlife Information Exchange Database, waarmee handhavingsdiensten in een beveiligde internetomgeving gegevens kunnen uitwisselen over de aanpak van wildlife crime;

  • Bijdrage aan projecten die gefinancierd worden uit het African Elephant Fund, waarvan Nederland in het bestuur zit en meebeslist over de keuze van te financieren projecten.

Op deze wijze zet ik de ter beschikking staande middelen effectief en efficiënt in in de verschillende schakels van de keten van wildlife crime, van stroper tot consument.

Daarnaast heb ik van 1 tot en met 3 maart jl. de internationale conferentie «Save Wildlife: Act Now or Game Over» in Den Haag georganiseerd, in samenwerking met de Prince Charles’s Foundation Sustainability Unit en The Hague Institute for Global Justice. Tenslotte wordt het werk gesteund van de Wildlife Justice Commission, die door het Wereld Natuur Fonds recent is opgericht om justitiële procesgang te ondersteunen in Afrika en Azië.

Vraag 5

Welk percentage van de inbeslagnames van wildlife goederen in Europa vindt plaats op Schiphol en in de haven van Rotterdam? Welk percentage van de Nederlandse invoer wordt daarmee naar schatting in beslag genomen?

Antwoord 5

In het proefschrift van criminoloog Daan van Uhm worden hierover de volgende cijfers gegeven:

Van het totaal aan binnen de EU in beslag genomen levende dieren werd in Nederland:

  • 10,5% aan levende vogels in beslag genomen;

  • 6,2% van de levende zoogdieren in beslag genomen;

  • 3,0% van de levende reptielen en 29% van de levende amfibieën.

(de gegevens zijn ontleend aan een analyse van de EU-TWIX database over de periode 2001–2010)

Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen Schiphol en Rotterdam. Het is lastig om hierbij een schatting te maken welk deel van de totale (legale en illegale) Nederlandse invoer in beslag is genomen.

Vraag 6

Wat zijn de aanvoerroutes van wildlife goederen naar de Europese markt? Kunt u daarbij voor de meest populaire verzend- en aankomstlanden duiden waarom deze in hoge mate te maken hebben met handel in deze goederen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

De Europese Unie publiceert jaarlijks een overzicht van de invoer, uitvoer en doorvoer van CITES-goederen, op basis van de jaarverslagen die de lidstaten opstellen. De laatste EU-analyse van deze gegevens is van 20133. Het totaal aantal invoertransacties in de EU was in 2013 95.000. Hierbij gaat het om de legale handel die plaatsvindt vanuit de herkomstlanden van de beschermde soorten planten en dieren (in Afrika, Azië en Zuid-Amerika) naar de bestemmingen in de Europese Unie. Daarbij spelen grote luchthavens, zoals Frankfurt, Londen en Schiphol, en grote havens zoals Rotterdam, Londen en Hamburg, een belangrijke rol. In het proefschrift van de heer Van Uhm worden de belangrijkste herkomstlanden van de inbeslaggenomen levende dieren in de EU genoemd:

  • 28,1% van de inbeslaggenomen amfibieën kwam uit Panama en ook 28,1% uit de VS;

  • 20,3% van de inbeslaggenomen zoogdieren kwam uit Marokko (waarschijnlijk o.a. berberapen);

  • 30,0% van de inbeslaggenomen schelpdieren (inclusief koraalsoorten) kwam uit Indonesië;

  • En de inbeslaggenomen vogels kwamen uit een brede reeks van herkomstlanden (ondermeer Nigeria, Senegal, Suriname, en diverse EU-landen).

(de gegevens zijn afkomstig van een analyse van de EU-TWIX database over de periode 2001–2010)

Vraag 7

Waar zit(ten) de zwakste schakel(s) in het tegenhouden van de invoer van wildlife goederen op de Europese interne markt? Op welke wijze kan Nederland of Europese justitiesamenwerking bijdragen aan de versterking van die schakel(s)?

Antwoord 7

Er zijn aanwijzingen dat er veel illegale invoer plaatsvindt via de oost- en zuidgrenzen van de EU. De bestaande samenwerking op justitiegebied (handhaving, controle, toezicht) en overdracht van kennis, zoals de NVWA heeft gedaan bij de jongste accessielanden, draagt bij aan het op termijn versterken van deze zwakke schakels.

Vraag 8

Hoe gaat de door Nederland georganiseerde wildlife crime-conferentie van 1 tot en met 3 maart concreet bijdragen aan het verbeteren van de huidige situatie? Welke doelen moeten uit de conferentie volgen?

Antwoord 8

Hierbij verwijs ik u naar mijn brief van 1 maart jl. (DGAN-NB/16029474) waarin ik ben ingegaan op mijn inzet voor de conferentie en de verwachte resultaten. Over de resultaten van de conferentie zal ik u op korte termijn informeren.

Vraag 9

Bent u bereid zo spoedig mogelijk na ontvangst van het in maart verwachte plan van de Europese Commissie ten aanzien van wild life crime een reactie daarop aan de Kamer te sturen?

Antwoord 9

Het EU Action Plan against Wildlife Trafficking is op 26 februari 2016 gepubliceerd en tijdens de conferentie «Save Wildlife: Act Now or Game Over» toegelicht door EU-commissaris Vella. Ik ondersteun dit actieplan en zal ervoor zorgen dat Nederland als EU-voorzitter tijdens de EU-Milieuraad van Ministers in juni 2016 stevige raadsconclusies ter accordering voorlegt. Ik zal u mijn reactie op het EU-actieplan toesturen tezamen met de resultaten van de conferentie.


X Noot
2

«Uncovering the Illegal Wildlife Trade: inside the world of poachers, smugglers and traders», D.P. van Uhm (proefschrift Universiteit Utrecht, 2016)

Naar boven