Vragen van het lid Van ’t Wout (VVD) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht dat het Verenigd Koninkrijk en 18 andere lidstaten oproepen tot doelstellingen om Europese regels te verminderen (ingezonden 1 december 2015).

Antwoord van Minister Kamp (Economische Zaken), mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 16 maart 2016). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 1266.

Vraag 1

Kent u het bericht «UK and 18 other member states call for targets to cut EU regulation»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat Nederland deze brief niet heeft ondertekend? Zo ja, waarom niet?

Antwoord 2

Ja. Er mag geen misverstand bestaan over het feit dat Nederland de doelstellingen ondersteunt. Het werd echter minder opportuun geacht de brief in het licht van het aankomende voorzitterschap mede te ondertekenen.

Vraag 3

Deelt u de mening van de desbetreffende 19 lidstaten dat de agenda voor betere regelgeving één specifiek en essentieel onderdeel mist, namelijk het vaststellen van doelstellingen voor het verminderen van regeldruk?

Antwoord 3

Ja, al geruime tijd pleit Nederland voor sectorale reductiedoelstellingen, specifiek gericht op de sectoren waar regeldruk onnodig hoog is. Dit is ook opgenomen in het Nederlandse standpunt over het gepresenteerde pakket voor betere regelgeving van de Europese Commissie van 19 mei 2015.2

Het is positief dat in het Interinstitutioneel Akkoord Betere Regelgeving (IIA) is vastgelegd dat de Commissie de haalbaarheid van de introductie van reductiedoelstellingen zal onderzoeken en dat in het IIA is vastgesteld dat de Commissie zich ertoe verbindt om in het kader van het Regulatory Fitness and Performance Programme (REFIT) specifieke wetgevingsterreinen te identificeren waar vereenvoudiging en vermindering van onnodige regeldruk mogelijk is. Hiervoor worden voorstellen gedaan ter verbetering. De Commissie zal jaarlijks een overzicht presenteren van de resultaten en daarbij ook zoveel mogelijk de kwantitatieve resultaten in beeld brengen.

Vraag 4

Kunt u aangeven hoe u tot op heden invulling heeft gegeven aan de motie Van ’t Wout (Kamerstuk 34 166 nr.3 waarin de regering wordt verzocht in Europees verband aan te dringen op het inzichtelijk en meetbaar maken van de doelstellingen uit de betere reguleringsagenda?

Antwoord 4

Nederland heeft zich in de discussies over het EU Betere Regelgevingsbeleid en in de onderhandelingen over het IIA Betere Regelgeving actief ingezet, in lijn met de motie Van ’t Wout. In de Nederlandse standpuntbepaling in de Raad heeft het BNC-fiche over de voorstellen als leidraad gediend. In het BNC-fiche is de inhoud van de motie vertaald. Daarvóór al heeft Nederland zich ingezet voor het opnemen van reductiedoelstellingen, in het bijzonder in sectoren waar de regeldruk hoog is. Dit is onder meer tot uiting gekomen in de conclusies van de Raad voor Concurrentievermogen in december 2014. Zoals in de Voorjaarsrapportage Regeldruk 2015 is vermeld, heeft de Minister van Economische Zaken het initiatief genomen voor een gezamenlijke brief van 11 lidstaten d.d. 1 april 2015 aan de eerste vicevoorzitter van de Europese Commissie (zie bijlage)4, waarin onder andere is opgeroepen tot kwantificering van resultaten en de introductie van reductiedoelstellingen.5 Ik verwijs u tevens naar de geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken op 15 december 2015.

Vraag 5

Bent u voornemens om deze 19 lidstaten, de Europese Commissie, maar ook de 8 overige lidstaten te laten weten dat Nederland deze brief ten volle onderschrijft?

Antwoord 5

De Nederlandse positie ten aanzien van sectorale reductiedoelstellingen is bij de lidstaten en de Commissie bekend. Nederland heeft op het dossier al een leidende rol. Nederland zal tijdens het voorzitterschap nadrukkelijk aandacht geven aan het onderwerp kwantificering van resultaten en invoering van reductiedoelstellingen. Dit onderwerp kwam onder andere tijdens de «Directors and Experts of Better Regulation» conferentie op 14 en 15 januari 2016 aan de orde. Ook agendeert Nederland deze thematiek op besprekingen in Raadsverband tijdens het voorzitterschap.

Naar boven