Vragen van het lid De Caluwé (VVD) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de proef met het publieke middel voor online inloggen bij de overheid (ingezonden 17 februari 2016).

Mededeling van Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 10 maart 2016).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel van RTL «Deze elektronische identiteitskaart vervangt straks DigiD»?1

Vraag 2

Wat is uw reactie op de volgende opgevoerde quote van de woordvoerster van het ministerie: «Wanneer iedereen met zijn ID-kaart kan inloggen, is nog niet duidelijk, de invoering zal nog wel enkele jaren op zich laten wachten»?

Vraag 3

Hoe verhoudt de hierboven genoemde uitspraak zich tot de motie-De Caluwé (Kamerstuk 26 643 nr. 376) dat er in 2017 in ieder geval één publiek middel moet zijn?

Vraag 4

Wat is uw reactie op de vermelding in het artikel dat de proeven dit hele jaar lopen, terwijl u steeds heeft aangegeven dat de proeven medio dit jaar afgerond en geëvalueerd worden?

Vraag 5

Wat is uw reactie op uitlatingen van professor Hoepman in genoemd artikel, dat wij straks zelf geen sleutel in handen hebben, maar uitsluitend de tussenpersoon, oftewel «de conciërge»?

Vraag 6

Wat is uw reactie op uitlatingen van professor Hoepman, dat commerciële aanbieders straks weten waar wij allemaal inloggen, terwijl u steeds heeft aangegeven dat dit soort verzameling van gegevens (hotspots) niet gaat plaatsvinden?

Mededeling

Hierbij bericht ik u dat er meer tijd nodig is dan de gebruikelijke termijn om de Kamervragen van het Kamerlid De Caluwé (VVD) over de proef met het publieke middel voor online inloggen bij de overheid van 17 februari jl. (met nummer 2016Z03434) te beantwoorden.

Ook is er meer tijd nodig dan de gevraagde termijn van twee weken om de Kamervragen van het Kamerlid De Caluwé (VVD) over de lopende pilots eID van 24 februari jl. (met nummer 2016Z03882) te beantwoorden.

Ik zal de beide sets Kamervragen in samenhang beantwoorden.

Naar boven