Vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het gebruik van roofvogels tegen drones (ingezonden 4 februari 2016).

Antwoord van Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 9 maart 2016). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 1816.

Vraag 1

Kent u het bericht «Hoe voorkom je aanslagen met drones, met een roofvogel?», waaruit blijkt dat de politie test of roofvogels kunnen worden ingezet om drones uit de lucht te halen?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoeveel roofvogels zijn er in de testfase gebruikt worden en wat voor verwondingen hebben zij hierbij oplopen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

De politie traint met enkele roofvogels. Geen van deze roofvogels heeft verwondingen opgelopen bij de training.

Vraag 3

Op grond waarvan zal worden besloten of roofvogels geschikt zijn om in te zetten en welke rol heeft dierenwelzijn hierin? Deelt u de mening dat dierenwelzijn hierin een beslissende rol hoort te hebben? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Op dit moment bekijkt de politie verschillende scenario’s om misbruik met drones tegen te gaan. Bij deze scenario’s worden de risico’s meegewogen. De inzet van roofvogels is hierbij één optie en bevindt zich nu in de testfase. In deze testfase worden aspecten meegenomen als opportuniteit (is het een bruikbaar middel in de voorliggende casus) en dierenwelzijn. De afweging tussen de verschillende aspecten zal uit de testfase volgen.

Vraag 4, 5

In hoeverre is er sprake van aangebonden huisvesting, dwang tijdens training en handopfok van de roofvogels? Deelt u de mening dat deze vormen van huisvesting en training niet diervriendelijk zijn? Zo nee, waarom niet?

Zijn er specifieke wettelijke normen voor huisvesting en verzorging die het welzijn van deze vogels garanderen, aangezien roofvogels veel ruimte nodig hebben om hun natuurlijke gedrag te kunnen ontplooien? Zo nee, deelt u de mening dat het onwenselijk is om roofvogels in te zetten in de bestrijding van drones?

Antwoord 4, 5

Zoals voor alle gehouden dieren gelden ook voor deze vogels de algemene huisvestings- en verzorgingsnormen van het Besluit houders van dieren. De roofvogels hebben de beschikking over ruime hokken waarin ze zowel beschut als zonnig kunnen zitten. Ze zijn eigendom van de valkeniers. De valkeniers zijn verantwoordelijk voor de verzorging en huisvesting. De vogels zijn op natuurlijke wijze door het ouderpaar grootgebracht en vervolgens getraind door de valkeniers. De training omvat geen dwang, maar is gebaseerd op verleiding. De roofvogels trainen dagelijks in de vrije vlucht en staan onder controle van een gespecialiseerde dierenarts.

Naar boven