Vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het gebruik van roofvogels tegen drones (ingezonden 4 februari 2016).

Mededeling van Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 8 maart 2016).

Vraag 1

Kent u het bericht «Hoe voorkom je aanslagen met drones, met een roofvogel?», waaruit blijkt dat de politie test of roofvogels kunnen worden ingezet om drones uit de lucht te halen?1

Vraag 2

Hoeveel roofvogels zijn er in de testfase gebruikt worden en wat voor verwondingen hebben zij hierbij oplopen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Op grond waarvan zal worden besloten of roofvogels geschikt zijn om in te zetten en welke rol heeft dierenwelzijn hierin? Deelt u de mening dat dierenwelzijn hierin een beslissende rol hoort te hebben? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

In hoeverre is er sprake van aangebonden huisvesting, dwang tijdens training en handopfok van de roofvogels? Deelt u de mening dat deze vormen van huisvesting en training niet diervriendelijk zijn? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Zijn er specifieke wettelijke normen voor huisvesting en verzorging die het welzijn van deze vogels garanderen, aangezien roofvogels veel ruimte nodig hebben om hun natuurlijke gedrag te kunnen ontplooien? Zo nee, deelt u de mening dat het onwenselijk is om roofvogels in te zetten in de bestrijding van drones?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Wassenberg (PvdD) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het gebruik van roofvogels tegen drones (ingezonden 4 februari 2016) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven