Vragen van de leden Van Toorenburg en Amhaouch (beiden CDA) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over privacybelemmeringen bij de uitwisseling van bijzondere persoonsgegevens van prostituees ten behoeve van een intakegesprek (ingezonden 21 januari 2016).

Antwoord van Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 15 februari 2016).

Vraag 1, 2, 3

Is het waar dat u al bijna een jaar, sinds februari 2015, in gesprek bent met de burgemeester van Amsterdam over het door hem aangekaarte probleem dat de uitvoering van het Amsterdamse prostitutiebeleid ernstig wordt belemmerd door knellende privacy-regels?1

Waarom duurt het zo lang om tot een wettelijke oplossing te komen, wat bijvoorbeeld geregeld zou kunnen worden bij de behandeling in de Kamer van de wijziging van de Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche (Kamerstukken 33 885)?

Deelt u de mening dat de aangekaarte belemmeringen zo spoedig mogelijk opgelost dienen te worden zodat op de door Amsterdam voorgestane wijze intakegesprekken met prostituees kunnen plaatsvinden om inzicht te krijgen in hun psychische en fysieke gezondheid indien daar twijfels over bestaan?

Antwoord 1, 2, 3

In februari 2015 heeft de burgemeester van Amsterdam aandacht gevraagd voor het feit dat de privacywetgeving belemmerend werkt voor de uitvoering van een onderdeel van het Amsterdamse prostitutiebeleid. Sindsdien zijn er enkele ambtelijke contacten geweest. Vanuit het ministerie is daarbij aangegeven dat de geldende privacyregels het uitgangspunt zijn en blijven, en dat het in de rede ligt dat de gemeente zoekt naar een werkwijze die past binnen de bestaande regels. Inmiddels is deze opvatting ook in een formeel antwoord aan Amsterdam medegedeeld.

Vraag 4, 5

Kunt u navraag doen bij de gemeente Amsterdam wat de uitkomst is van de evaluatie van het zogeheten Adviesteam, welk team vrijblijvende gesprekken houdt met prostituees over wie twijfel bestaat rondom hun zelfredzaamheid?2

Hoe beoordeelt u de uitkomsten van deze evaluatie in Amsterdam gelet op de wens om de genoemde belemmeringen weg te nemen?

Antwoord 4, 5

De gemeente Amsterdam heeft mij laten weten dat het adviesteam nog wordt geëvalueerd. Deze evaluatie is een aangelegenheid van de gemeente Amsterdam. Zodra deze gereed is zal ik er met belangstelling kennis van nemen.

Vraag 6

Kunt u aangeven wat de uitkomsten van het gesprek zijn dat in februari zal plaatsvinden tussen uw ministerie en de burgemeester van Amsterdam over bovengenoemde problematiek?

Antwoord 6

Ambtenaren van mijn departement spreken met enige regelmaat met de gemeente Amsterdam en de burgemeester. In gesprekken met de burgemeester komen doorgaans diverse onderwerpen aan de orde. Indien de burgemeester daaraan behoefte heeft, kan de brief vanzelfsprekend in het gesprek nader worden toegelicht.

Vraag 7

Heeft u signalen dat de genoemde belemmeringen ook in andere gemeenten van invloed zijn op het aldaar gevoerde prostitutiebeleid? Zo ja, welke gemeenten betreft dit en bent u ook met hen in gesprek om tot oplossingen te komen?

Antwoord 7

Van andere gemeenten heb ik geen signalen ontvangen dat de gemeenten dezelfde problematiek ervaren zoals de gemeente Amsterdam in haar brief heeft uiteengezet.


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 2366 en brief burgemeester van Amsterdam d.d. 23 februari 2015 http://zoeken.amsterdam.raadsinformatie.nl/cgi-bin/showdoc.cgi/action=view/id=233965/type=pdf/15802_Brief.pdf

X Noot
2

Beantwoording schriftelijke vragen d.d. 18 december 2015 door het College van B&W Amsterdam http://amsterdam.notudoc.nl/cgi-bin/vragen.cgi/action=view/id=31213

Naar boven