Vragen van de leden Verhoeven en Van Veldhoven (beiden D66) aan de Minister van Economische Zaken over de brief Budget energie-innovatie (Kamerstuk 30 196, nr. 387) (ingezonden 5 februari 2016).

Antwoord van Minister Kamp (Economische Zaken) (ontvangen 11 februari 2016).

Vraag 1

Wat is de reden dat u prioriteit geeft aan de Topsector Energie bij de herschikking van de beschikbare middelen voor energie-innovatie?

Antwoord 1

Ik vind het van belang dat er in 2016 voor zowel de Topsector Energie als voor de regeling Demonstratie Energie-Innovaties (DEI-regeling) geen verlaging hoeft plaats te vinden ten opzichte van het budget van vorig jaar. Indien ik bij de beschikbaarstelling van de budgetten prioriteit zou geven aan de DEI-regeling in plaats van aan de Topsector Energie, zou ik het budget voor de Topsector Energie moeten verlagen. Na herschikking van de beschikbare middelen voor energie-innovatie blijft het budget voor de Topsector Energie nu nagenoeg hetzelfde als vorig jaar en is er sprake van een verhoging van het budget voor de DEI-regeling van € 34 miljoen in 2015 naar € 35,7 miljoen in 2016. Daarnaast vind ik het van belang om recht te doen aan het intensieve afstemmingsproces dat heeft plaatsgevonden voor de verdeling van het budget voor de Topsector Energie.

De verdeling van dit budget vindt plaats over vijf Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s) en twee doorsnijdende thema’s op het gebied van systeemintegratie en maatschappelijk verantwoord innoveren.

Binnen de TKI’s is vervolgens sprake van verdeling van de middelen over in totaal 25 programmalijnen. Een meer uitgebreide beschrijving van de programmalijnen in 2016 is online beschikbaar in het programma van de Topsector Energie1.

Vraag 2

Naar welke projecten binnen de Topsector Energie gaan de additionele middelen? Welke bedrijven zijn daarbij betrokken?

Antwoord 2

Er is geen sprake van additioneel budget voor de Topsector Energie. Het budget voor de Topsector Energie blijft nagenoeg op hetzelfde niveau als in 2015.

De verdeling van dit budget vindt plaats over vijf TKI’s en de twee hierboven genoemde dwarsdoorsnijdende thema’s. De vijf TKI’s betreffen Biobased Economy, Urban Energy, Gas, Energie & Industrie en Wind op Zee en hebben elk een achterban van bij hun onderwerp betrokken bedrijven en kennisinstellingen. Een meer uitgebreide beschrijving van lopende projecten sinds 2012 en de betrokken partijen hierbij is online beschikbaar2.

Vraag 3

Welke projecten binnen de regeling Demonstratie Energie-innovaties (DEI) kunnen door deze herschikking geen doorgang vinden?

Antwoord 3

De DEI-regeling is een zogenoemde tenderregeling die in 2016 in twee tranches wordt opengesteld. Partijen kunnen tot de in de regeling aangegeven periode projectvoorstellen indienen. Na afloop van deze periode wordt aan de hand van de rangschikkingscriteria besloten welke projecten gehonoreerd worden. Indien er projecten zijn die geen doorgang kunnen vinden vanwege een lager dan beoogd budget in 2016, zal dit dus pas voor elk van de twee tranches na afloop bekend zijn. Tot op heden is het beschikbare budget overigens niet beperkend geweest bij het honoreren van aanvragen.

Vraag 4

Kunt deze vragen beantwoorden vóór het Algemeen overleg Bedrijfslevenbeleid en Innovatie voorzien op 11 februari 2016?

Antwoord 4

Ja.

Naar boven