Vragen van de leden Siderius en Van Gerven (beiden SP) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de onderhandelingen van zeven Westfriese gemeenten over de thuiszorg (ingezonden 23 december 2015).

Antwoord van Staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 3 februari 2016). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 1036.

Vraag 1 t/m 5

Hoe oordeelt u erover dat thuiszorgaanbieder Zorgkompas landelijke afspraken heeft gemaakt om geen personeel van TSN Thuiszorg over te nemen, indien TSN failliet gaat? Kunt u uw antwoord toelichten?1

Vindt u het wenselijk dat Zorgkompas wel cliënten van TSN Thuiszorg wil overnemen maar geen personeel, waardoor thuiszorgmedewerkers opnieuw moeten solliciteren op de «eigen baan», met als gevolg dat zij geen ervaringsjaren of periodieken kunnen meenemen of geen HH2 (Huishoudelijke Hulp 2:organisatie van het huishouden inschaling krijgen? Staat een dergelijke werkwijze niet in schril contrast met het gesloten zorgakkoord?

Vindt u het wenselijk dat Zorgkompas geen personeel wil overnemen met het argument dat de thuiszorgmedewerkers van TSN in de hoogste schalen en periodieken zitten, en bij volgende ontslagrondes er een hoge transitievergoeding betaald moet worden? Kunt u uw antwoord toelichten?

Is het waar dat Zorgkompas in feite een kartelafspraak heeft gemaakt met andere aanbieders van thuiszorg met betrekking tot de eventuele overname van personeel en cliënten van TSN? Zo ja, wat vindt u hiervan? Kunt u een uitgebreide toelichting geven?

Wat vindt u ervan dat Zorgkompas, indien TSN failliet gaat, geen koppels van cliënten en thuiszorgmedewerkers wil overnemen, zodat huidige cliënten hun vertrouwde medewerker verliezen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 1 t/m 5

Op grond van de door Zorgkompas aan mij verstrekte informatie kan ik u melden dat Zorgkompas geen landelijke afspraken heeft gemaakt over het al dan niet in dienst treden van medewerkers van TSN Thuiszorg na een faillissement van TSN Thuiszorg. Ook het artikel waar u in vraag 1 naar verwijst, spreekt niet over dergelijke afspraken. In zijn algemeenheid kan ik aangeven dat individuele instellingen hun eigen bedrijfsvoering en personeelsbeleid bepalen, binnen de kader van de geldende wet- en regelgeving.

Met betrekking tot TSN Thuiszorg kan ik verder nog melden dat de bewindvoerders van TSN Thuiszorg in overleg zijn met gemeenten en een potentiële overnamekandidaat voor het geval faillissement zou worden uitgesproken. Gezamenlijk onderzoeken zij de mogelijkheden voor een overname van TSN Thuiszorg. Deze gesprekken zijn momenteel in volle gang.

Zoals ik de afgelopen periode aan de Kamer gemeld heb, is en blijft mijn inzet primair gericht op twee zaken. De eerste is de continuïteit van goede ondersteuning aan mensen die dat nodig hebben. Daarbij gaat het om het tijdig leveren van de noodzakelijke ondersteuning, waarbij de relatie tussen de cliënt en de hulpverlener waar mogelijk in stand wordt gehouden. Ten tweede is mijn inzet gericht op behoud van werk met fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden.

Vraag 6

Hoe gaat u uitvoering geven aan de motie Siderius/Van Dijk, waarbij geborgd moet worden dat het personeel de baan, het salaris en de huidige arbeidsvoorwaarden behoudt, en er ingezet wordt op het in stand houden van het «vertrouwde gezicht» voor cliënten?2

Antwoord 6

Met de brief van 16 december 2015 over de laatste stand van zaken TSN (Kamerstuk 23 235 nr. 122) heb ik de laatste stand van zaken m.b.t. TSN aangegeven.

Vraag 7

Zijn er meer thuiszorgorganisaties die dergelijke constructies c.q. kartelafspraken hanteren bij (eventuele) overnames van noodlijdende thuiszorgorganisaties? Wat vindt u hiervan? Op welke wijze gaat het zorgakkoord d.d. 4 december jl. dergelijke constructies aanpakken? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 7

Bij mij zijn geen kartelafspraken of constructies ten aanzien van overname van thuiszorgorganisaties, zoals door u benoemd, bekend.

Vraag 8 t/m 10

Deelt u de mening dat het wenselijk is dat gemeenten in hun verordening opnemen dat, zodra thuiszorgmedewerkers worden overgenomen door een andere partij, dit gebeurt met behoud van vaste rechten en plichten? Zo ja, bent u bereid gemeenten op te roepen en/of te verplichten dit in nieuwe contracten op te nemen? Zo nee, waarom niet?

Bent u bereid een regeling in het leven te roepen waarmee thuiszorgorganisaties kunnen worden gecompenseerd, indien thuiszorgorganisaties onvoldoende budget hebben om het personeel met behoud van arbeidsvoorwaarden over te nemen, zodat zij hun baan, arbeidsvoorwaarden en salaris behouden, en hun cliënten hun vertrouwde medewerker? Zo nee, waarom niet?

Hoe gaat u loondump in 2016 voorkomen, indien noodlijdende thuiszorgorganisaties, zoals TSN, failliet gaan? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 8 t/m 10

Mijn inzet is ondermeer gericht op behoud van werk met fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden. Fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden voor fatsoenlijk werk vraagt inzet van alle betrokken partijen – sociale partners, individuele aanbieders, gemeenten en het Rijk – ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid. In mijn brief van 16 december 2015 over de laatste stand van zaken TSN (Kamerstuk 23 235 nr. 122) heb ik aangegeven welke (wettelijke) waarborgen en randvoorwaarden er gelden rond (behoud van) fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden voor thuishulpen, ook in het geval van een overname. Verder heb ik samen met FNV, CNV en gemeenten een gezamenlijk aanpak afgesproken die bijdraagt aan concurrentie op inhoud en kwaliteit – niet op arbeidsvoorwaarden – en reguliere banen tegen fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden. Voor deze aanpak is ook extra budget beschikbaar gesteld waarmee concrete afspraken kunnen worden gemaakt om hier uitvoering aan te geven.

Vraag 11

Wanneer stopt u met de kaalslag in de thuiszorg en draait u de bezuinigingen op de thuiszorg terug?

Antwoord 11

Het kabinet biedt met haar beleid perspectief op een houdbare langdurige zorg en ondersteuning waarin de menselijke maat centraal staat. De ontwikkelingen monitor ik zorgvuldig en waar nodig draag ik bij aan het in het vizier houden van dat perspectief, zoals met de in mijn brief van 4 december 2015 geschetste aanpak (Kamerstuk 29 282, nr. 238).

Naar boven